Klas 2A week 23

Klas 2A - week 23 - grammatica
Deze week maar 1  les Nederlands (afgelopen maandag was het Tweede Pinksterdag).

We gaan deze les verder met grammatica en wel met het onderdeel woordsoort benoemen oftewel taalkundig ontleden.

Er komt nu eerst een stukje herhaling, gevolgd door een korte aantekening. Daarna maak je opdr. 1, 2, 3 en 5 (NN p. 150-151).

Aan het eind van deze week controleer ik of iedereen de LessonUp weer heeft doorlopen.

Succes!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Klas 2A - week 23 - grammatica
Deze week maar 1  les Nederlands (afgelopen maandag was het Tweede Pinksterdag).

We gaan deze les verder met grammatica en wel met het onderdeel woordsoort benoemen oftewel taalkundig ontleden.

Er komt nu eerst een stukje herhaling, gevolgd door een korte aantekening. Daarna maak je opdr. 1, 2, 3 en 5 (NN p. 150-151).

Aan het eind van deze week controleer ik of iedereen de LessonUp weer heeft doorlopen.

Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling klas 1: zww - hww - kww
Lees voor jezelf de theorie op p. 252 van je boek of kijk het (rustgevende ;)) filmpje op de volgende slide. 

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Pak je grammaticaschrift en neem de aantekening over die volgt op de slide na deze. De aantekening hoort bij woordsoort benoemen/taalkundig ontleden
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Aantekening: zww-kww-hww in samengestelde zinnen

Slide 5 - Tekstslide

Maak nu opdr. 1, 2 en 3 (p. 150-151)
De antwoorden vind je op de volgende slides.

Tip bij opdr. 3: de nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden vind je op p. 120. Let op: of kan zowel nevenschikkend als onderschikkend voegwoord zijn.
timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 1 (p. 150-151)
1
a Wanneer je met een auto in het water terechtkomt, / moet je snel een raampje openen, / opdat je daardoor kunt ontsnappen.
b Toen de illusionist met zijn rechterhand iets wou laten verdwijnen, / richtte hij de aandacht van de toeschouwers op zijn linkerhand, / zodat ze even afgeleid waren.
c Als ergens een metrostelsel of een tunnel wordt gebouwd, / vind je er vaak een beeld van Sint-Barbara, / daar zij de beschermheilige is van gevaarlijke beroepen.
d Noah wilde graag weten / of wilde honden ook met botten spelen, / zoals onze huisdieren dat doen.
e Dat er 45.000 jaar geleden zo’n 70.000 neanderthalers in Eurazië leefden, / is duidelijk geworden, / nadat hun erfelijke variatie was onderzocht.

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 1 (p. 150-151)
2
a
terechtkomt = wg
moet openen = wg
kunt ontsnappen = wg
b
wou laten verdwijnen = wg
richtte = wg
waren [afgeleid] = ng
c
wordt gebouwd = wg
vind = wg
is [de beschermheilige] = ng

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 1 (p. 150-151)
2
d
wilde weten = wg
spelen = wg
doen = wg
e
leefden = wg
is [duidelijk] geworden = ng
was onderzocht = wg

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 1 (p. 150-151)
3
a
terechtkomt - zww
moet - hww
openen - zww
kunt - hww
ontsnappen - zww
b
wou - hww
laten - hww
verdwijnen - zww
richtte - zww
waren - kww

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 1 (p. 150-151)
c wordt - hww 
gebouwd - zww
vind - zww
is - kww
d wilde - hww 
weten - zww
spelen - zww
doen - zww
e leefden - zww 
is - hww
geworden - kww
was - hww
onderzocht - zww

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 151)
1 Hoewel de ozonlaag de meeste uv-straling absorbeert (zww), zal (hww) toch ook een deel ervan je lichaam bereiken (zww) wanneer je in de zon zit (zww), zodat je huid bruin wordt (kww).
2 Iedereen weet (zww) dat je afvalt (zww) zodra je minder gaat (hww) eten (zww), doch dat je ook de verwarming lager kunt (hww) zetten (zww), blijkt (hww) bij velen niet bekend te zijn (kww).
3 Als je echt van een paard houdt (zww), moet (hww) je niet in het zadel gaan (hww) zitten (zww), maar blijf (hww) je staan (zww) in de stijgbeugels, want die houding blijkt (kww) voor het dier veel prettiger.
4 Dat er in de riolen van New York alligators leven (zww), schijnt (hww) een onzinverhaal te zijn (kww), maar mocht (hww) je er gaan (hww) kijken (zww), dan zul (hww) je wel ratten en insecten aantreffen (zww).

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 3 (p. 151)
Opdracht 1
a Wanneer (os.vgw) je met een auto in het water terechtkomt, moet je snel een raampje openen, opdat (os.vgw) je daardoor kunt ontsnappen.
b Toen (os.vgw) de illusionist met zijn rechterhand iets wou laten verdwijnen, richtte hij de aandacht van de toeschouwers op zijn linkerhand, zodat (os.vgw) ze even afgeleid waren.
c Als (os.vgw) ergens een metrostelsel of (ns.vgw) een tunnel wordt gebouwd, vind je er vaak een beeld van Sint-Barbara, daar (os.vgw) zij de beschermheilige is van gevaarlijke beroepen.
d Noah wilde graag weten of (os.vgw) wilde honden ook stoeien en (ns.vgw) met botten spelen, zoals (os.vgw) onze huisdieren dat doen.
e Dat (os.vgw) er 45.000 jaar geleden zo’n 70.000 neanderthalers in Eurazië leefden, is duidelijk geworden, nadat (os.vgw) hun erfelijke variatie was onderzocht.

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 3 (p. 151)
Opdracht 2
1 Hoewel (os.vgw) de ozonlaag de meeste uv-straling absorbeert, zal toch ook een deel ervan je lichaam bereiken wanneer (os.vgw) je in de zon zit, zodat (os.vgw) je je huid bruin wordt.
2 Iedereen weet dat (os.vgw) je afvalt zodra (os.vgw) je minder gaat eten, doch (ns.vgw) dat (os.vgw) je ook de verwarming lager kunt zetten, blijkt bij velen niet bekend te zijn.
3 Als (os.vgw) je echt van een paard houdt, moet je niet in het zadel gaan zitten, maar (ns.vgw) blijf je staan in de stijgbeugels, want (ns.vgw) die houding blijkt voor het dier veel prettiger.
4 Dat (os.vgw) er in de riolen van New York alligators leven, schijnt een onzinverhaal te zijn, maar (ns.vgw) mocht je er gaan kijken, dan zul je wel ratten en (ns.vgw) insecten aantreffen.

Slide 14 - Tekstslide

Voorafgaand aan opdr. 5: wat betekenen die afkortingen ook alweer? Kijk je er liever een filmpje over? Klik dan verder.
  • blw=bepaald lidwoord (de, het), olw=onbepaald lidwoord (een)
  • zn=zelfstandig naamwoord, zn-e=zelfstandig naamwoord eigen naam
  • (st)bn=(stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord
  • pers.vnw=persoonlijk voornaamwoord (NN p. 251-252)
  • bez. vnw= bezittelijk voornaamwoord (NN p. 251-252)
  • wed.vnw=wederkerend voornaamwoord (NN p. 30)
  • wedig. vnw=wederkerig voornaamwoord (elkaar, mekaar, elkander etc.)
  • aanw. vnw = aanwijzend voornaamwoord (NN p 253)
  • vr. vnw=vragend voornaamwoord (wie, wat, welke, wat voor, wat voor een)

Slide 15 - Tekstslide

Voorafgaand aan opdr. 5: wat betekenen die afkortingen ook alweer? Kijk je er liever een filmpje over? Klik dan verder.
  • onbep. vnw=onbepaald voornaamwoord, geven iets vaags aan (bijv: iets, niets, iedereen, men, alles, iemand, niemand etcetera)
  • betr. vnw=betrekkelijk voornaamwoord (wordt pas uitgelegd in H6, NN p. 180, zie ook betr.vnw MIA, zit niet in deze opdracht)
  • vz=voorzetsel
  • bw=bijwoord (NN p. 254)
  • bep. hoofdtelwoord=bht, bepaald hoofdtelwoord (bijv: twee, zeven, achthonderd)
  • onbep. hoofdtelwoord=oht, onbepaald hoofdtelwoord (bijv: veel, enkele, sommige)
  • bep.rangtelwoord=brt, bepaald rangtelwoord (bijv: eerste, zevende, achtste)
  • onbep. rangtelwoord=ort, onbepaald rangtelwoord (bijv. zoveelste, hoeveelste)
  • ns.vgw=nevenschikkend voegwoord, os.vgw=onderschikkend voegwoord (NN p. 120)

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Maak nu opdr. 5 (p. 151)
De antwoorden volgen op de volgende slides.
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 5 (p. 151)
1 ‘Apocalyps’ is (hww) afgeleid (zww) van het Griekse apokalupsis, dat 'het opheffen van de sluier' of ‘onthulling’ betekent (zww), en (ns.vgw) het (pers.vnw) is (kww) tevens (bw) de naam van de Openbaring (zn) van Johannes. 
2 Dit (aanw.vnw) Bijbelboek beschrijft (zww) het einde van onze (bez.vnw) aarde, zodat (os.vgw) met Apocalyps (zn) tegenwoordig vooral ‘de ondergang van de wereld’ wordt (hww) aangeduid (zww). 
3 Het begrip is (hww) inmiddels (bw) ook gekoppeld (zww) aan een literatuur- en filmgenre. 

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 5 (p. 151)
4 Zulke (aanw.vnw) (post-)apocalyptische films tonen (zww) de oorzaak van het wereldeinde in (vz) de vorm van een ramp of een atoomoorlog, of (ns.vgw) ze (pers.vnw) laten (hww) zien (zww) hoe (bw) enkele (onbep.hoofdtelw) overlevenden zich (wed.vnw) moeten (hww) redden (zww). 
5 Andere (bn) films in dit genre spelen (zww) vele (onbep.hoofdtelw) eeuwen later (bw), als (os.vgw) die (aanw.vnw) overlevenden een (olw) nieuwe beschaving hebben (hww) kunnen (hww) opbouwen (zww).

Slide 20 - Tekstslide

Is je interesse gewekt? Kijk dan het filmpje op de volgende slide (Apocalyps - het einde van de wereld).


Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Dit is het einde van deze les
Je kunt nu zww, hww en kww benoemen in samengestelde zinnen.
Je hebt alle woordsoorten herhaald.

Volgende week gaan we verder met spelling (hoofdletters).

Slide 23 - Tekstslide