Stel de vraag 'Wie of wat doet iets in de zin?'Het antwoord op die vraag is het onderwerp van de zin. Voorbeeld:
'De boswachter maakt een lange wandeling door het bos'.
Vraag: Wie of wat maakt een lange wandeling door het bos?
Antwoord: De boswachter (maakt een lange wandeling door het bos)