Persoonsvorm

Nederlands
Persoonsvorm
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Terugblik
Les + doel
Theorie
Oefenen
Controle
Zelfstandig werken
Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Wat hebben we gedaan?
Wat kunnen we ermee?

Slide 3 - Tekstslide

Les + doel
De persoonsvorm

Doel: op het einde van de les weet ik wat de persoonsvorm is en hoe ik deze kan vinden in een zin.

Slide 4 - Tekstslide

persoonsvorm
De persoonsvorm is de belangrijkste werkwoord in een zin. In elke zin staat een persoonsvorm.
De persoonsvorm is een werkwoord dat zich aanpast aan het onderwerp van de zin.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt het?
Thijs rent langs het strand.

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp is meervoud, dan persoonsvorm ook
De mensen rennen naar de eindstreep.

Slide 7 - Tekstslide

Is het onderwerp een eerste persoon (ik) dan past de persoonsvorm zich aan.
Ik draag een witte blouse

Slide 8 - Tekstslide

Is het onderwerp een (derde) persoon, dan past de persoonsvorm zich ook aan.
Mathieu draagt geen witte blouse

Slide 9 - Tekstslide

De persoonsvorm laat ook zien in welke tijd de zin staat
Mijn oma zag er vroeger normaal uit

Slide 10 - Tekstslide

Tegenwoordig draagt mijn oma vreemde hoofddeksels

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Controle
Is het tot nu toe allemaal begrijpelijk?

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Zelfstandig werken in je boek

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
Wat hebben we gedaan?
Wat hebben we geleerd?
Is het lesdoel behaald?
Wat kunnen we hiermee?
Wat was mijn inbreng?

Slide 15 - Tekstslide