werkwoorden in de verleden tijd deel 5

Werkwoorden in de verleden tijd, deel 5.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden in de verleden tijd, deel 5.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de ik-vorm van het
werkwoord " bedenken" ?

Slide 2 - Woordweb

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "graven"?

Slide 3 - Woordweb

Wat is de ik- vorm/stam van het
werkwoord "melden"?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "verantwoorden"?

Slide 5 - Woordweb

Welke zin is foutloos geschreven?
A
Begroef jij de schat in de tuin?
B
Ad jij die boterham helemaal op?
C
Hij verbleev in een luxe hotel.
D
Jij beantwoorde de e-mail.

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is foutloos in de verleden tijd geschreven?
A
Ik bad in de kerk voor het herstel van mijn oma.
B
Ik bidde in de kerk voor het herstel van mijn oma.
C
Ik bonste hard op de deur.
D
De vlieger vliegde hoog in de lucht.

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin is foutloos geschreven?
A
Ik zetten de radio hard aan.
B
Groep 7-8 vondt de werkwoorden erg leuk
C
De juf sportte er vrolijk op los.
D
De kleuter bevde van angst.

Slide 8 - Quizvraag

Stappen
1. Lees de zin.
2. Zoek het onderwerp.
6. Zet de stappen in het schema en controleer.
3.Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?
4. Haal de -en van het werkwoord. 
5. Zit de laatse letter in 'T KOFSCHIP?

Slide 9 - Tekstslide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 10 - Tekstslide

lijden(VT)
De man.................veel pijn.

Slide 11 - Open vraag

leiden(VT)
De trainer.............het spel prima

Slide 12 - Open vraag

zitten (VT)
De oma's ...............lekker aan de koffie.

Slide 13 - Open vraag

vragen (VT)
Mijn vader...........de weg aan de politieagent.

Slide 14 - Open vraag

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 15 - Tekstslide