DNA repliactie, transcriptie-translatie

DNA
maar eerst .............
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

DNA
maar eerst .............

Slide 1 - Tekstslide

celdeling
voor groei en ontwikkeling

cel differentiatie
verschillende soorten cellen en weefsels

Slide 2 - Tekstslide

celdeling volgens een vaste celcyclus   (BINAS)
interfase
= G1 + S + G2 fase

mitose 
= kerndeling en celdeling

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Na de celdeling
of opnieuw een celcyclus (stamcel)                  of specialisatie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Mitose = kerndeling + celdeling
kerndeling:   profase, metafse, anafase en telofase
cytokinese = celdeling

Slide 7 - Tekstslide

Profase
DNA gaat zich invouwen/oprollen zodat chromosomen gevormd worden.
Kernmembraan verdwijnt.

Slide 8 - Tekstslide

Metafase
Chromosomen liggen in het midden van de cel
Trekdraden

Slide 9 - Tekstslide

Anafase
Chromosomen worden uit elkaar getrokken

Slide 10 - Tekstslide

Telofase
Chromosomen ontvouwen zich, kernmembraan ontstaat.

Slide 11 - Tekstslide

cytokinese = celdeling

Slide 12 - Tekstslide

Meiose of mitose?
A
mitose
B
meiose
C
beide kan

Slide 13 - Quizvraag

DNA

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welk eiwit ken je?

Slide 19 - Open vraag

eiwitten 
-enzymen (bio-katalysator)
- hormonen
- transporteiwit
- stollingseiwit
- afweerstoffen
- bloedeiwitten
-spieren
bijvoorbeeld

Slide 20 - Tekstslide

bouw van eiwit
"kralenketting" van aminozuren
BINAS 71 G,    20 verschillende aminozuren
waar gemaakt?  in ribosomen

Slide 21 - Tekstslide

DNA                   genen
gen = stukje DNA dat de code is voor bepaald eiwit 

bv     gen voor productie van insuline
Dit gen is een stukje van het DNA en zit in de kern.
Insuline is een eiwit en wordt gemaakt in ribosomen.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De informatie moet van DNA naar de ribosomen.
 

Stap 1:   messenger RNA wordt gemaakt in de kern
Stap 2: messenger RNA verlaat de kern en gaat naar de ribosomen.
Stap 3: ribosomen  gebruiken m-RNA om een eiwit te maken

Slide 24 - Tekstslide

stap 1: messenger RNA (m-RNA) maken
messenger RNA  is een "boodschappenlijstje"
Let op!       m-RNA bestaat maar uit 1 streng
m-RNA heeft geen thymine maar uracil (BINAS)

BINAS 71 C en E
transcriptie

Slide 25 - Tekstslide

stap 2: m-RNA verlaat de kern en gaat naar ribosoom

Slide 26 - Tekstslide

stap 3 translatie =Eiwitsynthese in het ribosoom

3 nucleotiden in het m-RNA coderen voor 1 aminozuur
De volgorde van de AUCCA.. bepaald welke aminozuren (gebracht door t-RNA) er om de beurt aan elkaar worden
                                     gekoppeld en welk eiwit er ontstaat.

BINAS 71 G

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

AUG
AAG
UCG
UAA
BINAS 71 G
start of  m
stop

Slide 29 - Tekstslide

BINAS 79 G
L = leucine
V = valine

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link


Slide 32 - Tekstslide

puntmutatie    deletiemutatie
Een verandering van DNA
ATTGGCATCCG
ATTGGAATCCG

=> m-RNA verandert ook op die plek
=> er wordt een ander aminozuur ingebouw
=> er ontstaat een ander eiwit
afsluitende vraag

Slide 33 - Tekstslide

binas en de toets
70 a en b
71 a, b, c, e, g, j
76 a, b
78
79 a, b, c, d

Slide 34 - Tekstslide