Les 33 + 34- Herhaling leerstof verslag schrijven H4- Schrijven

H4- Schrijven 
Herhaling leerstof
Verslag schrijven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4- Schrijven 
Herhaling leerstof
Verslag schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les
kan je een kort verslag schrijven aan de hand van de
 5W + H-vragen

Slide 2 - Tekstslide

Planning
-Korte herhaling verslag schrijven
-Kort verslag schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Binnenkort nieuwe schrijfopdracht voor 'cijfer'
 (0-V-G)
Onvoldoende, dan overschrijven!!!

Slide 4 - Tekstslide

Verslag

Slide 5 - Woordweb

Een verslag schrijven
Een verslag is een beschrijving van iets dat je gezien, meegemaakt, onderzocht of gelezen hebt.

Voorbeelden van een verslag zijn: stageverslag, boekverslag, onderzoeksverslag, een verslag van een voetbalwedstrijd.

Slide 6 - Tekstslide

5 W+H-vragen? In welk tekstgedeelte beschrijven?

Slide 7 - Open vraag

middenstuk
Wie? 
Wat?
Waar?
Waarom?
Wanneer?
Hoe?

Slide 8 - Tekstslide

NIEUW NEDERLANDS H4 op bl.98:
VERSLAG SCHRIJVEN
Een verslag is een tekst waarin je beschrijft wat je hebt gedaan of wat er is gebeurd. Dit kan bijvoorbeeld een beschrijving zijn van een experiment bij techniek, een stagerapport of een beschrijving van een bezoek aan een bedrijf.

In een zakelijk verslag schrijf je alleen feiten.

In een persoonlijk verslag schrijf je ook je eigen mening. Die mening kun je op twee manieren in je verslag verwerken:
- Je schrijft eerst de feiten op. In het slot geef je je mening.
- Je wisselt feiten en mening af.

Slide 9 - Tekstslide

NIEUW NEDERLANDS H4:
VERSLAG SCHRIJVEN
Zo schrijf je een verslag. 

 Verzamel alle feiten. Hiervoor kun je de 5w+h-vragen gebruiken. 

  • Noem in de inleiding het onderwerp en geef kort antwoord op de 5w+h-vragen.
  • Vertel in het middenstuk de gebeurtenissen in de volgorde waarin ze gebeurd zijn: de chronologische volgorde (signaalwoorden van tijd: eerst, toen, daarna). Hier behandel je de 5w+h-vragen uitgebreid. 
  • Slot: schrijf je mening of vat alles kort samen.


Slide 10 - Tekstslide

NIEUW NEDERLANDS H4:
VERSLAG SCHRIJVEN
KLaar met schrijven???
• Controleer je tekst: 


- Staat alles erin?
- Staan de gebeurtenissen in chronologische volgorde?
- Is de tekst verdeeld in alinea's? 
- Zijn alle zinnen volledig en begrijpelijk?
-  Is de tekst goed gespeld en zijn de leestekens goed gebruikt?

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
In tweetallen
-Bekijk eerst het filmpje op de volgende dia.
-Beantwoord de 5W + H vragen over wat er gebeurt in dit filmpje
-Schrijf mee tijdens het kijken
-Let op de volgorde van gebeurtenissen (chronologisch)





Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Les 2 - Verslag schrijven

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Kijkopdracht
In tweetallen
-Bekijk eerst het filmpje op de volgende dia.
-Beantwoord de 5W + H vragen over wat er gebeurt in dit filmpje
-Schrijf mee tijdens het kijken
-Let op de volgorde van gebeurtenissen (chronologisch)





Slide 16 - Tekstslide

Conventies verslag schrijven op een rijtje
1. Middenstuk: wie; wat; waar; wanneer; waarom; hoe (5W+H-vragen) en gebeurtenissen in chronologische volgorde (signaalwoorden voor tijd: eerst, daarna, toen etc.)
2. Slot: conclusie/ samenvatting/mening
3. Inleiding: introductie van je verslag/ kort antwoord op 5W+H-vragen .
4. Titel : opvallend, kort en aantrekkelijk!

Slide 17 - Tekstslide

 Kort verslag schrijven
  • In tweetallen 
  • Beschrijf in een chronologische volgorde wat er in dit filmpje gebeurde. Denk hierbij de aan de signaalwoorden van tijd.
  • Schrijf hele zinnen/ geen opsomming.
  • Zorg dat je verslag een inleiding, middenstuk en een slot heeft.
  • Aan het eind van de les nabespreken

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 19 - Open vraag


Waarbij helpen de schrijfvragen
jou?
A
Bij het schrijven van een goede inleiding.
B
Bij het schrijven van een verslag.
C
Bij het schrijven van een goed slot.
D
Bij het schrijven van een gedicht.

Slide 20 - Quizvraag