H5 P3 De invloed van reliëf

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Laagland
Dit is een gebied met weinig reliëf (max. 200m hoog).
Grote delen van Nederland zijn laagland.

Slide 5 - Tekstslide

Heuvelland
Een gebied met heuvels van 200 tot 500m, wordt heuvelland genoemd. Zuid-Limburg is hier een bijvoorbeeld van.

Slide 6 - Tekstslide

Middelgebergten
In gebieden met veel reliëf zijn de hoogteverschillen groter dan 500m. Er zijn middelgebergten, zoals de Eifel, met bergen tussen 500 tot 1.500 m hoog.

Slide 7 - Tekstslide

Hooggebergten
Er zijn ook hooggebergten, zoals de Alpen, met toppen van meer dan 1.500 m.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Loefzijde
Kenmerk: 
- Wolken moeten stijgen, omdat ze over de berg willen. 
Hierdoor gaat het hier veel regenen.

Lijzijde / regenschaduw
Kenmerken:
- Heel droog, omdat al de neerslag al aan de loefzijde is gevallen.
- Hier zie je vaak droge klimaten, zoals woestijnen of steppen.
- De droge kant van de berg ligt in de regenschaduw.

(B)lij = (geen regen!)

Slide 11 - Tekstslide