wetgeving en staatsinrichting oefenen

wetgeving
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

wetgeving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zitten er in het kabinet??
A
Koning en staatssecretarissen
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning en ministers

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zetels moet je hebben om in meerderheid te hebben in de 2e kamer?
A
150
B
40
C
76
D
75

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het indienen van een wetsvoorstel.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wijziging van een wetsvoorstel indienen.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk recht hoort:
Een minister voor een spoeddebat naar de kamer roepen.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is er niet betrokken bij het maken van een wet?
A
Het parlement
B
De koning
C
De regering
D
De gemeenteraad

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een wet?
A
Een regel vastgesteld door de overheid
B
Een suggestie van de samenleving
C
Een besluit dat door het parlement is genomen
D
Een idee van individuen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eerste stap bij het maken van een wet?
A
Een wetsvoorstel wordt ingediend in de Tweede Kamer.
B
Een wetsvoorstel wordt ingediend in de Eerste Kamer.
C
Een wetsvoorstel wordt opgesteld door de koning.
D
Een wetsvoorstel wordt opgesteld door de minister-president.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde voor het maken van een wet?
A
Wetsvoorstel - Tweede Kamer - Eerste Kamer - handtekening koning
B
Wetsvoorstel - Eerste Kamer - Tweede Kamer - handtekening premier
C
Wetsvoorstel - Tweede Kamer - Eerste Kamer - handtekening Premier
D
Wetsvoorstel - Eerste Kamer - Tweede Kamer - handtekening koning

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen wetten en regels?
A
Wetten zijn vastgelegd in de wetboeken.
B
Regels worden door de rechter gemaakt.
C
Wetten worden door de regering gemaakt.
D
Regels zijn alleen voor burgers.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat trias politica?
A
Rechtbanken, politie en leger.
B
Wetgevende macht, politie en leger.
C
Wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat maken rechters de wetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Onjuist; dit doet de overheid. 

In de 2e kamer komt een wetsvoorstel binnen. Als ze hier akkoord zijn moet het nog aangenomen worden door de eerste kamer. 
Wie maken er plannen/wetten voor het hele land?
A
De regering
B
De koning
C
De Tweede Kamer
D
De regering of de Tweede Kamer

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie
Wat
1. Parlement
2. Regering
3. Onafhankelijke rechten
Wetten maken
Rechtspreken
Besturen

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stemt over de wet
Stemt als tweede over de wet
Zet een handtekening onder de wet
Voert de wet uit

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee taken van het parlement?
Wetten maken en goedkeuren
Ministeriële
verantwoordelijkheid
Controleren regering
Vragenrecht

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica, drie machten:
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke
wie?
wie?
wie?
wat ze doen:
wat ze doen:
wat ze doen:
wetten handhaven
parlement
rechters
zij die de wet overtreden bestraffen
wetten maken
de overheid

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies