3.1 en 3.2 herhalen na vakantie

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Geldfuncties

Chartaal en giraal geld.

chartaal

giraal

Hoe kan je elektronisch betalen?

Saldo berekenen voorbeeld

credit of debet?

Sparen 

Welke spaarmotieven zijn er?

Spaarvormen

In de praktijk bestaan er 2 spaarvormen:

• gewone spaarrekening

        - geld is vrij opneembaar (geen vaste looptijd)

        - variabele rente (samengestelde rente)

• spaardeposito
  

        - vaste looptijd (boeterente / opnamekosten bij toch geld opnemen)

        - vaste rente (enkelvoudige rente jaarlijks uitgekeerd)

Samengestelde rente met groeifactor

Je mag het zo doen maar het hoeft niet.

Enkelvoudige rente

a

0,6 ÷ 100 × € 950 = € 5,70  € 5,70 × 4 = € 22,80

b

1,1 ÷ 100 × € 2.200 = € 24,20  € 24,20 ÷ 12 = € 2,02

c

0,25 ÷ 100 × € 6.880 = € 17,20  € 17,20 ÷ 12 × 7 = € 10,03

Samengestelde rente

8a

 a Rente 3e jaar = 0,9 ÷ 100 × € 1.476,22 = € 13,29

8b

b € 1.476,22 + € 13,29 = € 1.489,51

9

0,7 ÷ 100 × € 15.800 = € 110,60  € 15.800 + € 110,60 = € 15.910,60 na 1 jaar

 0,7 ÷ 100 × € 15.910,60 = € 111,37  € 15.910,60 + € 111,37 = € 16.021,97 na 2 jaar

 0,7 ÷ 100 × € 16.021,97 = € 112,15  € 16.021,97 + € 112,15 = € 16.134,12 na 3 jaar

Wordt je spaargeld meer of minder waard?

Inflatie hoger dan % rente op spaarrekening:

koopkracht van spaargeld neemt af.

Inflatie lager dan % rente op spaarrekening:

koopkracht van spaargeld neemt toe.

Maak opgave 12 & 13 op blz. 77

12

12 De koopkracht van je spaargeld neemt toe met 0,2 %.

a

13 a In 2013, 2017, 2018 en 2019

b

b In 2015. De koopkracht nam in dat jaar toe met (1,5% – 0,6% =) 0,9%.