H3b Schrijven presentatie betoog les 2

Schrijven H4
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijven H4

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Presenteren oefenen
  1. Straks uiteen in groepjes van 4/5 leerlingen.
  2. Elk groepje krijgt weer de naam van een vakantieland.
  3. Bereid in 15 minuten een promotiepraatje van 2 tot 3 minuten voor waarin jullie je vakantieland aanprijzen bij je klasgenoten. Doel = overtuigen. Verdeel de rollen en spreek af wie wat vertelt en zoek daar informatie bij. Suggesties: klimaat, bezienswaardigheden, eten, natuur, cultuur etc.
  4. Na 15 minuten komen we weer klassikaal bijeen in de Teams meeting. Jullie geven per groepje de presentatie van 2 tot 3 minuten aan de rest van de klas.
  5. Wie gebruikte zijn/haar stem op een goede manier en waarom was dat zo?  

Slide 3 - Tekstslide


Oriëntatiefase

Je gaat je voorbereiden op het schrijven van je tekst. Je start met je te oriënteren op mogelijke onderwerpen. Je kiest bij voorkeur voor onderwerpen waar je je een mening over wil vormen of waar je je al een (voorlopige) mening over hebt gevormd. 






 

Slide 4 - Tekstslide


Vooronderzoeksfase

Je kiest twee voorlopige onderwerpen voor je betoog. Je gaat op zoek naar zoveel mogelijk informatie over deze twee onderwerpen en maakt daarbij gebruik van betrouwbare en actuele bronnen. Je hoeft in deze fase nog niet je definitieve standpunt te bepalen. Daartoe moet je eerst goed onderzoek doen.


LET OP! Besteed aan het vooronderzoek naar ieder onderwerp niet meer dan 15 minuten. Kom je erachter dat je bij een van de onderwerpen van je keuze geen goede informatie kan vinden? Wissel dan in deze fase van onderwerp. 

Slide 5 - Tekstslide


Onderzoeksfase

Je hebt nu definitief voor je onderwerp gekozen. Nu ga je je echt verdiepen in het onderwerp van je keuze.  Je gaat voor je tekst op zoek naar bruikbare informatie die afkomstig is van tenminste drie actuele, betrouwbare bronnen.


Je uiteindelijke doel is om in deze fase te komen tot een concreet standpunt ten aanzien van je onderwerpeen zin die jouw mening ten aanzien van het onderwerp helder verwoordt. 

Let op! Het is mogelijk dat je in deze fase je mening ten aanzien van je onderwerp moet herzien!

Slide 6 - Tekstslide


Structureringsfase (1)

In de structureringsfase ga je de informatie die je hebt verzameld, ordenen. Dat gebeurt eigenlijk vanzelf als je die verwerkt in een bouwplan. Voordat je een bouwplan kan maken, moet je bij een betoog eerst zorgen voor een goed overzicht van je argumentatie. 


In een argumentatieoverzicht start je met het beschrijven van je standpunt. Daaronder schrijf je ten minste twee argumenten op die jouw standpunt ondersteunen. Aan die argumenten mag je onderschikkende argumentatie toevoegen. Verwerk in je overzicht ook minimaal een tegenargument en een weerlegging. 



Slide 7 - Tekstslide


Structureringsfase (2)

Je argumentatieoverzicht verwerk je uiteindelijk in je bouwplan. Ook bij een betoog start je met het beschrijven van je doelgroep, schrijfdoel en tekststructuur. Bedenk ook alvast een werktitel. Neem in je bouwplan ook signaalwoorden op.


Je mag je onderwerp in een aparte alinea aankondigen, maar je verwoordt in de inleiding in ieder geval duidelijk je standpunt. In het middenstuk wijd je aan ieder argument voor je standpunt een aparte alinea. Ook je tegenargumentatie en weerlegging verwerk je in een of twee alinea's. In het slot van je tekst herhaal je je standpunt. Een bouwplan vind je in kanaal Nederlands - bestanden - map schrijfvaardigheid.

Een voorbeeld van een bouwplan bij een betoog en een voorbeeld van een betoog zijn toegevoegd als bijlagen 2 en 3. 

Slide 8 - Tekstslide


De verwerkingsfase

In de verwerkingsfase ga je alle informatie die je hebt verzameld en geordend, verwerken tot een eindproduct. Houd daarom de volgende planning aan:


  1. Doorloop eerst stap 1 t/m 4 van het schrijfproces. 
  2. Onderzoek vervolgens je onderwerp, maak een overzicht van je argumentatie en een bouwplan. 
  3. Kijk kritisch naar je bouwplan. 
  4. Schrijf op basis van je bouwplan je kladversie.
  5. Lees je kladversie, breng verbeteringen aan, controleer op taalgebruik en schrijf je netversie.



Slide 9 - Tekstslide

Eisen lay-out betoog
1. Centreer de titel (en zet nooit een punt achter een titel… het is geen zin!).

2. Het gebruik van tussenkopjes is verboden.

3. Twee regels wit voordat je aan de inleiding begint.

4. De inleiding bestaat uit één, maximaal twee alinea’s.

5. Een alinea mag nooit te kort zijn! Ga uit van minimaal 4 samengestelde zinnen (redelijk lange zinnen dus!) per alinea. Gebruik af en toe ook wat kortere zinnen, ter afwisseling!

6. Na de inleiding laat je weer twee regels wit vallen.

7. Dan begin je aan de kern of het middenstuk, die al gauw uit vijf à zes alinea’s bestaat.

8. Tussen de alinea’s van deze kern werk je telkens maar met één witregel! 

9. Vóór het slot werk je weer met twee witregels.

Kortom: tussen de inleiding en het middenstuk staan twee blanco regels en tussen het middenstuk en het slot kies je weer voor twee blanco regels. Door die tweemaal twee blanco regels wordt de driedeling (de hoofdstructuur) van je opstel duidelijk.

10. Het slot bestaat uit één, maximaal twee alinea’s. Maak bijv. gebruik van een echte uitsmijter. 

Slide 10 - Tekstslide