Quiz WOI & Interbellum

Algemene kennis Quiz
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Algemene kennis Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Kies de juist volgorde:
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 2 - Quizvraag

Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 3 - Quizvraag

Waar liep het westelijk front?
A
van het noorden van België, via het noorden van Frankrijk, naar de Zwitserse grens
B
van het zuidwesten van België, via het noorden van Frankrijk, naar de Duitse grens
C
van het noorden van België, via het noorden van Frankrijk, naar de Duitse grens
D
van het zuidwesten van België, via het noorden van Frankrijk, naar de Zwitserse grens

Slide 4 - Quizvraag

Tijdens de 2e industriële revolutie werd er gebruik gemaakt van elektriciteit
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Met een front wordt bedoeld:
A
De plaats waar gevochten wordt.
B
De wapenfabrieken
C
De plaats waar een oorlog gepland wordt.
D
De voorkant van een leger.

Slide 6 - Quizvraag

Een totale oorlog is een oorlog:
A
Waarbij veel landen zijn betrokken.
B
Waarin het hele volk wordt ingeschakeld.
C
Waarin zowel te land als ter zee wordt gevochten.
D
Waarin veel soldaten sneuvelen.

Slide 7 - Quizvraag

Een loopgravenoorlog kan nooit een tweefrontenoorlog zijn:
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

In de Eerste Wereldoorlog vochten, vooral aan Britse en Franse zijde mensen uit hun kolonies mee.

Maak de zin af. Dat mensen uit de kolonies meevechten, is voornamelijk een gevolg van ...
A
het nationalisme
B
het modern imperialisme
C
de bondgenootschappen
D
het militarisme

Slide 9 - Quizvraag

De tank werd tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst als wapen ingezet. Voor welke wapens geldt hetzelfde?
A
de atoombom, de auto, de duikboot
B
het vliegtuig, de auto, de duikboot
C
het gifgas, het vliegtuig, de duikboot
D
de atoombom, het gifgas, de duikboot

Slide 10 - Quizvraag

Wat was het doel van het Von Schlieffenplan?
A
zorgen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
B
zorgen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam
C
voorkomen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
D
voorkomen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam

Slide 11 - Quizvraag

Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin

Slide 12 - Quizvraag

De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk bondgenootschap hoorde Frankrijk in 1914?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As-landen
D
NAVO

Slide 14 - Quizvraag

Binnen het communisme was er geen plaats voor particuliere bedrijven
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurde eerder?
A
Amerika die de oorlog verklaart aan Duitsland
B
Rusland die vrede sluit met Duitsland

Slide 16 - Quizvraag

Rusland had rond 1900 een grote industrie met veel fabrieken
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Televisie is een voorbeeld van een modern communicatiemiddel begin 1900
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Servië had een bondgenootschap met Duitsland
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Engeland verklaarde pas de oorlog aan Duitsland toen die België waren binnengevallen
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De Weimar Republiek duurde van
A
1918 - 1939
B
1923 - 1933
C
1918 - 1945
D
1918 - 1933

Slide 21 - Quizvraag

In welk jaar brak de economische crisis uit?
A
1914
B
1922
C
1929
D
1932

Slide 22 - Quizvraag

Welk land was NIET betrokken bij het Dawesplan?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Verenigde Staten
D
Duitsland

Slide 23 - Quizvraag

De Great Depression startte op Black Friday
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Franklin D. Roosevelt
Winston Churchill
Harry S. Truman

Slide 25 - Sleepvraag

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 26 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 27 - Quizvraag

Antisemitisme is een kenmerk van fascisme
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Nationaal-socialisme gelooft in het waarborgen van democratie
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag