Toen het oorlog was

Digibordles
Toen het oorlog was 1914-1918
Begrijpend lezen I Wereldoriëntatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenWereldoriëntatie+3BasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

De Eerste Wereldoorlog is meer dan honderd jaar geleden. Toch zie je nog veel sporen van deze Grote Oorlog. In steden, in dorpen, in het landschap, maar ook in onze geschiedenis. Door de Eerste Wereldoorlog ziet de wereld eruit zoals die nu is.

Onderdelen in deze les

Digibordles
Toen het oorlog was 1914-1918
Begrijpend lezen I Wereldoriëntatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over de Eerste Wereldoorlog?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vragenmuur
Wat zou jij willen weten over 
de Eerste Wereldoorlog? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Tekstslide

Eigen leervragen
De leerlingen formuleren eigen leervragen over het onderwerp. De vragen worden opgeschreven op een papiertje en op de vragenmuur geplakt. Zodra een vraag is beantwoord, wordt hij verplaatst naar de weetmuur.
Lesdoelen
Aan het eind van de les weet ik door het lezen van het hoofdstuk Het leven van soldaten uit het boek Toen het oorlog was 1914-1918 hoe het leven van soldaten er tijdens de Eerste Wereldoorlog uit kon zien. Het maken van aantekeningen tijdens het lezen helpt mij hierbij. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke tijd hebben we het?
WOI
1914 - 1918

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
de Eerste Wereldoorlog (WOI)
de bondgenoot / de bondgenootschappen
Een groep mensen of landen die samenwerken tegen een vijand.
Tijdens WOI hadden Frankrijk, Groot-Brittanië, Rusland en later de Verenigde Staten een bondgenootschap
de centralen
Tijdens WOI hoorden Duitsland, Turkije en nog wat andere landen bij Oostenrijk-Hongarije. Zij waren de centralen.
het buurland
Een aangrenzend land.
België is een buurland van Nederland.
de geallieerden
Tijdens WOI hielpen Frankrijk, Groot-Brittanië, Rusland en later ook de Verenigde Staten Servië. Zij waren de geallieerden
neutraal
Als je geen partij kiest.
Tijdens WOI bleef Nederland, net als Denemarken, Spanje en Zwitserland neutraal.

! Neutraal blijven was lastig. De vechtende landen moeten
het neutrale land met rust laten. Dat gebeurde niet altijd. België wilde ook neutraal blijven, maar moest toch meevechten toen het Duitse leger het land binnenviel.
de loopgraven
Een loopgraaf is een soort geul of gang in de grond die soldaten beschermt tegen vijandelijk vuur.
Tijdens WOI bestookten soldaten elkaar met vreselijke wapens vanuit loopgraven.
de schaarste
Een situatie waarin er een tekort is aan iets.
Tijdens WOI werd voedsel schaars.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Hoe het allemaal begon
1
De Eerste Wereldoorlog brak niet zomaar ineens uit. Tussen landen in Europa was er al lang veel spanning. Ze vertrouwden elkaar niet.
2) Kolonies
Voordat de Eerste Wereldoorlog begon, bestonden er verschillende wereldrijken (dat is land dat heel machtig is en veel grond heeft). In deze tijd waren dit Europese landen die ook de baas waren in gebieden in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Het Britse Rijk had bijvoorbeeld kolonies in een groot deel van Afrika en in Azië, ook Frankrijk had gebieden in Afrika en Azië, Nederland was de baas over Indonesië en Suriname en de Belgische koning had een groot gebied in Afrika in bezit: Congo. De Europese landen haalden producten als goud, edelstenen, katoen, kruiden, tabak, suiker en cacao uit hun kolonies en verkochten die met veel winst. Daar werden ze ten koste van de lokale bevolking, erg rijk van. 
3) Spanningen in Europa
Duitsland was langzaam een steeds machtiger land geworden in Europa. Maar het had weinig kolonies. Duitsland besloot daarom ook gebied te veroveren. In Afrika veroverden ze aan het einde van de 19e eeuw meerdere kolonies, zoals Namibië. Ook hadden ze in Azië wat gebieden veroverd. Frankrijk en Groot-Brittannië maakten zich zorgen. Zou Duitsland nog meer gebied in Afrika willen? Er was geen gebied meer over, dus dan zou Duitsland dat van een ander Europees land moeten afpakken. Ze besloten Duitsland goed in de gaten te houden.
4) Spanningen tussen Oostenrijk-Hongarije en Rusland
Oostenrijk-Hongarije was voor de Eerste Wereldoorlog een groot keizerrijk. Zoals je aan de naam kunt zien, hoorde Hongarije toen bij Oostenrijk. Er hoorden nog meer gebieden bij het keizerrijk dat we nu als aparte landen kennen, zoals Kroatië en Bosnië. Oostenrijk-Hongarije wilde meer invloed in het Balkan-gebied, maar dat wilde Rusland ook. Dat zorgde voor spanning tussen Oostenrijk-Hongarije en Rusland. 
5) Waar ligt de Balkan?
6) Start van de oorlog
Op 28 juni 1914 werd Frans Ferdinand, de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije, vermoord door een groepje Bosnische studenten. Het gebied waar de Bosniërs woonden hoorde toen bij Oostenrijk-Hongarije, maar ze wilden veel liever bij Servië horen.
Oostenrijk-Hongarije was woedend op Servië. Ze dreigden Servië aan te vallen als wraak op de moord. Rusland beloofde Servië toen om te helpen, omdat zij de mensen in de Balkan zagen als broedervolken. Ze hadden namelijk grotendeels hetzelfde geloof als de Russen en hun manier van leven leek op elkaar. Maar Rusland hoopte ook om de macht in Europa uit te breiden wanneer ze de baas waren op de Balkan. Oostenrijk-Hongarije verklaarde op 28 juli 1914 de oorlog aan Servië. Daarop maakte het Russische leger zich klaar om Servië te helpen. De oorlog begon. 
7) Hoe raakten de andere landen betrokken?
Duitsland was bondgenoot met Oostenrijk-Hongarije. Ze moesten dus Oostenrijk-Hongarije helpen met vechten. Op 1 augustus 1914 verklaarde Duitsland de oorlog aan Rusland, en in de dagen
erna vielen ze via het neutrale België Frankrijk aan. Hierna volgden nog veel meer oorlogsverklaringen tussen de landen van de verschillende bondgenootschappen. De Eerste Wereldoorlog was nu echt begonnen!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Leg in je eigen woorden uit hoe het kon gebeuren dat er 'opeens' een wereldoorlog ontstond.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jouw juf of meester leest nu het eerste stukje van het hoofdstuk Het leven van soldaten voor. Lees mee en zorg ervoor dat je de tekst goed begrijpt. Het maken van aantekeningen tijdens het lezen kan je hierbij helpen.
wat?
symbool
vraag
? (vraagteken)
Ik lees nu dit, ik moet denken aan iets wat ik al heb meegemaakt/al gelezen heb/al weet of ken (verbinden)
! (uitroepteken)
Ik zie voor me ... (visualiseren)
brilletje
Moeilijke woorden
arceren of kleuren met een licht kleurpotlood
Ik lees nu dit, ik denk dat we ... (voorspellen)
* (sterretje)
De schrijver heeft het niet letterlijk opgeschreven, maar ik denk dat ... (afleiden)
A
Belangrijke woorden/informatie
onderstrepen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste paar pagina's leest jouw juf of meester voor. Lees mee in je eigen
boek of leun achterover en luister lekker mee.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Heb jihet goed begrepen? Test je
kennis!
WAAR of NIET WAAR? Slepen maar!
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er veel gevochten vanuit loopgraven. 
WAAR
NIET
WAAR

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Leg in je eigen woorden uit wat een loopgraaf is.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Vertel in het kort hoe het leven van een soldaat in een loopgraaf er ongeveer uit kon zien.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Aan het eind van de les ...
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Waarom hadden de soldaten als ze warm eten kregen, meestal afgekoeld eten?
A
In de oorlog werkte de magnetron niet goed.
B
In de oorlog hadden ze vaak geen elektriciteit.
C
De afstand van de keuken tot het eind van de loopgraven was groot.
D
De soldaten hielden niet van warm eten, dus ze lieten het zelf afkoelen.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jihet goed begrepen? Test je
kennis!
WAAR of NIET WAAR? Slepen maar!
Niet waar, ze konden soms ansichtkaarten en/of brieven naar huis schrijven.
In de tijd van de Eerste Wereldoorlog hadden de soldaten geen enkel contact met de mensen die thuis achter waren gebleven.
WAAR
NIET
WAAR

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

                          Waar of niet waar? Slepen maar!
Heb jihet goed begrepen? Test je
kennis!
WAAR




NIET WAAR
De meeste aanvallen gebeurden tijdens de Eerste Wereldoorlog tussen 05.00 en 06.00 uur en tussen 18.00 – 19.00 uur. 

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Welke klussen gebeurden meestal in de avond en de nacht? 
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de volgende pagina's samen met je schoudermaatje. Zorg ervoor dat jullie de tekst goed begrijpen. Het maken van aantekeningen tijdens het lezen helpt jullie hierbij. Gelukt? Bespreek jullie aantekeningen. Jouw juf of meester vult aan waar nodig.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Vertel wat jij nog meer te weten bent gekomen over het leven van soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de volgende pagina's in je groepje. Zorg er samen voor dat jullie de teksten goed begrijpen. Verdeel bijvoorbeeld de pagina's en maak aantekeningen tijdens het lezen. Dan kun je elkaar gemakkelijk navertellen wat je hebt gelezen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Inmiddels weten jullie een heleboel over de Eerste Wereldoorlog en mogen jullie jezelf een échte expert noemen. Maak met je groepje een lapbook waarin jullie laten zien wat jullie hebben geleerd over het onderwerp. 
Maar uh, wat is een lapbook? Geen paniek, bekijk het filmpje op de volgende slide maar eens. Dan wordt het vanzelf duidelijk! 

Bedenk tijdens het bekijken van het filmpje waar een goed lapbook volgens jullie aan moet voldoen. Formuleer succescriteria!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
  1. Bekijk de succescriteria in de checklist hiernaast. Kunnen jullie nog dingen toevoegen?
     
  2. Aan de slag! Maak eerst de 'achtergrond' van je lapbook en vul 'm daarna met informatie over het leven van soldaten tijdens WOI. Gebruik hiervoor de informatie in het boek Toen het oorlog was.
     
Tip! In dit filmpje zie je een heleboel leuke 
vouwideeën voor jullie lapbook.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppeling lesdoelen & reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vragen!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragenmuur
Welke vragen zijn beantwoord? Verplaats deze naar de weetmuur. Zijn er ook nog vragen onbeantwoord? Wat kunnen jullie doen om alsnog achter het antwoord op deze vragen te komen?

Slide 26 - Tekstslide

Eigen leervragen
De leerlingen formuleren eigen leervragen over het onderwerp. De vragen worden opgeschreven op een papiertje en op de vragenmuur geplakt. Zodra een vraag is beantwoord, wordt hij verplaatst naar de weetmuur.
Digibordles
Toen het oorlog was 1914-1918
Begrijpend lezen I Wereldoriëntatie

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies