2MH - wederkerige en wederkerende voornaamwoorden

Wederkerende en wederkerige voornaamwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wederkerende en wederkerige voornaamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • kan ik wederkerende voornaamwoorden herkennen en benoemen in een zin.
  • kan ik wederkerige voornaamwoorden herkennen en benoemen in een zin

Slide 2 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord

Slide 3 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Open vraag

Wederkerende voornaamwoorden
Het wederkerend voornaamwoord verwijst bijna altijd terug naar het onderwerp van de zin. 

Voorbeeld: Ik vergis me

Je hebt dit altijd bij bepaalde soort werkwoorden:
zich wassen, zich vergissen, zich scheren

Slide 5 - Tekstslide

Soorten wederkerende voornaamwoorden
Ik vergis me
Hij vergist zich
Jij vergist je(zelf)
U vergist zich/u
Wij vergissen ons
Jullie vergissen je
Let op: Verwar voornaamwoorden als je, ons, u en me niet met de persoonlijke voornaamwoorden. Kijk goed naar de zin!


Slide 6 - Tekstslide

Benoem het wederkerend voornaamwoord uit de zin: Iedereen kan leren zich te verdedigen

Slide 7 - Open vraag

Benoem het wederkerend voornaamwoord uit de zin: Wij vragen ons al jaren af wanneer de Olympische Spelen eens in Nederland gehouden worden.

Slide 8 - Open vraag

Wederkerige voornaamwoorden

Drie wederkerige voornaamwoorden:
Elkaar, mekaar en elkander

Slide 9 - Tekstslide

Benoem het wederkerig voornaamwoord: Sem en Indy hebben elkaar al eerder ontmoet
A
en
B
hebben
C
elkaar
D
al

Slide 10 - Quizvraag

Ik kan nu wederkerende voornaamwoorden en wederkerige voornaamwoorden herkennen in een zin.
Helemaal mee eens
Een beetje
Helemaal mee oneens

Slide 11 - Poll

Welke onderdelen vind jij nog moeilijk bij grammatica woordsoorten?

Slide 12 - Open vraag

Huiswerk voor volgende week
Iedereen:
Maken: grammatica H3, opdr. 8, 9 en 10
Lezen: blz. 123 en 124

Havo:
Maken: grammatica H3, opdr. 2 t/m 4 en 8 t/m 10
Lezen: blz. 123 en 124

Slide 13 - Tekstslide