5. Piet Paaltjens, de schoolmeester en klikspaan

Literatuurgeschiedenis
De Romantiek
19e eeuw
Module 5 Laagland boek B


1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Literatuurgeschiedenis
De Romantiek
19e eeuw
Module 5 Laagland boek B


Slide 1 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis
De Romantiek
- Weltschmerz: melancholie
- Sehnsucht: verlangen naar het onbereikbare
- In Engeland: Zwarte Romantiek (gothic)
- In Nederland: boeken voor de massa, opvoedkundig, historisch.

Slide 2 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis
In Nederland:
- Domineespoëzie
- Realisme
- Naturalisme
- Tachtigers


Slide 3 - Tekstslide

19e eeuw
In Nederland:
- Bourgoisie
- Industrialisatie
- Kapatilisme
- Wetenschap
- Ratio
- Parlementaire democratie

Slide 4 - Tekstslide

Romantiek (1800-1860)
Rond 1800 
Europa --> tegenreactie op het wereldbeeld van de Verlichting tegen regels gebonden classicisme
Nieuwe literaire stroming: de romantiek. 
Ontsnappen aan de werkelijkheid (het leven is moeilijk, gecompliceerd door moderniteiten > het leven gaat te snel)


Slide 5 - Tekstslide

Romantiek (1800-1860)
Domineespoëzie (1840-1880)
De poëzie van het midden van de 19e eeuw was sterk moralistisch getint. 
Thema’s: het huisgezin, vroomheid en het vaderland. 
Studenten/afgestudeerden theologie: poëzie uit deze periode  ‘domineespoëzie’ 


Slide 6 - Tekstslide

Realisme (1840-1880) 
Moderniteit: 
politieke bewustwording
natievorming
kolonialisme
imperialisme
toenemende secularisatie
ontkerkelijking - verzuiling
Emancipatie



Slide 7 - Tekstslide

Realisme (1840-1880) 

Het realisme is een literaire stroming die probeert het leven zo realistisch mogelijk weer te geven. Het is een reactie op de romantiek waarin de idealisering van de werkelijkheid centraal stond.


Slide 8 - Tekstslide

Realisme (1840-1880)

Het realisme is een literaire stroming die probeert het leven zo realistisch mogelijk weer te geven. Het is een reactie op de romantiek waarin de idealisering van de werkelijkheid centraal stond.


Slide 9 - Tekstslide

Naturalisme (1880-1910)

Het naturalisme kan gezien worden als een uitvloeisel van het realisme in de literatuur. In naturalistische romans zijn de hoofdpersonen antihelden die sterk gedetermineerd zijn door erfelijkheid en afkomst.


Slide 10 - Tekstslide

Tachtigers (1880-1894)

Na 1880 komt een jonge groep schrijvers (met name: dichters) op die vindt dat literatuur niet moralistisch moet zijn. Het is een individuele uiting van een kunstenaar die daarmee andere individuen wil aanspreken.
Uiting heeft te maken met persoonlijke gevoelens/opvattingen.

Slide 11 - Tekstslide

Door de industrialisatie ontstaat er een vlucht ...
A
uit het land
B
uit de stad
C
uit de realiteit
D
uit de techniek

Slide 12 - Quizvraag

1848 is een belangrijk voor de Nederlandse staat. Waarom?
A
Eindelijk onderwijs voor iedereen
B
Eindelijk werd kinderarbeid verboden
C
De macht kwam meer bij het kabinet en het parlement te liggen
D
We hadden eindelijk ook een stoomtrein

Slide 13 - Quizvraag





1874


1900
De eerste stoomtrein rijdt van Amsterdam naar Haarlem
Invoering Grondwet waardoor de koning minder macht kreeg. Thorbecke is de ontwerper 
Kinderwetje van Van Houten. Kinderen tot 12 jaar mogen niet in de fabriek werken
leerplicht voor 7- tot 12-jarigen

Slide 14 - Tekstslide

Welke twee Duitse begrippen behoren bij de romantiek en wat betekenen ze?

Slide 15 - Open vraag

Welke literaire uitingen horen bij de romantiek
A
sprookjes, historische romans, moraliserende gedichten
B
sprookjes, briefromans, kindergedichtjes
C
sprookjes. historische romans, griezelroman
D
sprookjes, science-fiction, imaginaire reisverhalen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is literair gezien de grootste verandering t.o.v. de literatuur in de 19e eeuw (verlichting vs romantiek)
A
het moraliseren komt op
B
de creativiteit wordt gewaardeerd
C
de natuur speelt eindelijk een rol
D
de wetenschap wordt verbonden met de letterkunde

Slide 17 - Quizvraag

Waar maakte Eduard Douwes Dekker zich druk over? Noem minstens twee zaken

Slide 18 - Open vraag

Stelling: Realisme is een reactie op de romantiek
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

romantiek vs realisme
De kunstenaars vluchten niet uit de werkelijkheid, maar verbeelden het alledaagse dat
zij om zich heen zien. Het realisme zie je niet alleen in de schilderkunst, maar ook in de literatuur. De Nederlandse literatuur in de 19e eeuw is een mengeling van Romantiek en Realisme.

Slide 20 - Tekstslide

Ironie

Slide 21 - Tekstslide

Immortelle LXXXIII
Hem die mij grof beledigt,
Mij overlaadt met schand
en openlijk mij belastert,
hem reik ik de broederhand.

Maar die mij voorkomend bejegent,
Die mij aan zich verplicht
en zich mijn vriend durft te noemen,
dien spuw ik in 't gezicht

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Piet Paaltjens 
alias/pseudoniem
 van 
François HaverSchmidt 

Slide 25 - Tekstslide

Piet Paaltjens
alias François HaverSchmidt (Leeuwarden, 14 februari 1835- Schiedam, 19 januari 1894)
studeert theologie in Leiden
Snikken en grimlachjes (1867)

depressiviteit bestreedt hij met sentimentalisme

Slide 26 - Tekstslide

Hoe zou je toon van deze immortellen noemen?

Slide 27 - Woordweb

Oera Linda
1256 Groots Fries verleden
De Friese cultuur is de bakermat van de Europese cultuur

naar alle waarschijnlijkheid is HaverSchmidt de belangrijkste auteur.

Slide 28 - Tekstslide

De Oera Linda past in de romantiek omdat
A
het over vroeger gaat
B
het folklore is
C
de Europese cultuur als superieur werd gezien
D
het duidelijk escapisme is

Slide 29 - Quizvraag

Piet Paaltjens past in de romantiek omdat hij
A
een pseudoniem had
B
een onvervuld verlangen heeft
C
zoekt naar geluk
D
de rede verwaarloost

Slide 30 - Quizvraag

Knittelverzen van de schoolmeester 
(Gerrit van de Linde)
'Een leeuw is eigenlijk iemand die bang is van niemand'
Een hond is vermaard
om zijn gezelligen aard
en 't kwispelen van zijn staart.
Zijn neus, doorgaans rond,
staat gewoonlijk in 't front
en zo lang die maar nat en fris is,
is 't een bewijs, dat menheer zo gezond als een vis is

Slide 31 - Tekstslide

Waarom noemde Gerrit van de Linde zich 'schoolmeester'?
A
omdat hij een student was
B
omdat hij de toon van al die betweters zat was
C
omdat hij een kostschool bestierde
D
omdat zijn gedichten duidelijk didactisch zijn

Slide 32 - Quizvraag

Johannes Kneppelhout alias Klikspaan

realistische literatuur

studenten-typen 1841

studentenleven 1844

Slide 33 - Tekstslide

Klikspaan was een
A
studente type
B
een professor
C
een rijkaard
D
een rechtenstudent

Slide 34 - Quizvraag

De maatschappij in de 19e eeuw verandert snel. Waardoor?
A
industrialisatie
B
vrijheid van onderwijs
C
vrijheid van meningsuiting
D
A,B, C en ook nog vrijheid van godsdienst

Slide 35 - Quizvraag

Moderniteit:
Welke begrippen horen daarbij?

Slide 36 - Tekstslide

Moderniteit:
politieke bewustwording
natievorming
kolonialisme
imperialisme
toenemende secularisatie
ontkerkelijking - verzuiling
Emancipatie

Slide 37 - Tekstslide

Romantiek
Wat heb je onthouden?

Slide 38 - Tekstslide

Romantiek
Nieuwe cultuurstroming, reactie op Verlichting
Kenmerken Verlichting: rationalisme en classicisme

Kenmerken Romantiek:
gevoeligheid: lyrische kunst
verbeeldingskracht: ontsnappen aan het hier en nu, naar een andere tijd of streek, de ongerepte natuur of het bovennatuurlijke.
individualisme: nadruk op originaliteit

Slide 39 - Tekstslide

Romantiek
Caspar David Friedrich, 
'De wandelaar boven de nevelen' (1818).

Waarom is dit schilderij typisch romantiek?

Slide 40 - Tekstslide

Romantiek
Caspar David Friedrich, 
'De wandelaar boven de nevelen' (1818).

Waarom is dit schilderij typisch romantiek?

Open compositie, warme kleuren,
meer nadruk op kleur dan op vorm, 
onderwerp is de ongerepte natuur.
Er spreekt verlangen en gevoel uit. 

Slide 41 - Tekstslide

Wat kenmerkt de romantiek in de literatuur?
A
Natuur en mystiek
B
Objectieve beschrijvingen
C
Emotie en individuele gevoelens
D
Strikte structuur en regels

Slide 42 - Quizvraag

In welke eeuw manifesteerden de stromingen romantiek, realisme en naturalisme zich?
A
De 18e eeuw
B
De 20e eeuw
C
De 19e eeuw
D
De 21e eeuw

Slide 43 - Quizvraag

Wat is een belangrijk thema in het realisme?
A
De alledaagse werkelijkheid
B
Heroïsche avonturen
C
Droomachtige fantasieën
D
Sociale ongelijkheid

Slide 44 - Quizvraag