Verhaalanalyse

Verhaalanalyse


Motto's
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verhaalanalyse


Motto's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je leert reflecteren op de betekenis van een roman aan de hand van motto’s 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaalanalyse

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op bij een verhaalanalyse


  1. titel, motief en motto
  2. plaats en ruimte
  3. perspectief
  4. personages


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel
Een titel geeft informatie over het verhaal. Het houdt verband met de gebeurtenissen, de hoofdpersoon, het thema en/of het motief.

Soms is er ook een ondertitel: een extra zin die de boektitel nader toelicht en de kernboodschap van het boek duidelijk maakt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je de titel "Yemma" kunnen verklaren?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Motief
 Dit is een herhaaldelijk terugkerend iets in een boek of verhaal. Het kan een lied, een emotie of een kleur zijn, maar ook een concreet object of gebeurtenis, zoals een sterfgeval, vluchten of onbereikbare liefde. 
Motieven zorgen ervoor dat een verhaal een eenheid wordt.
Vaak zijn er meerdere motieven in een boek of verhaal aan te wijzen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motto
Een motto in een verhaal of boek is een citaat, uitspraak of gedicht in het begin van het boek. Het staat geschreven vóór het eigenlijke verhaal begint.

Titel, motief en motto samen zeggen iets over de kernboodschap van het boek.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht 1
Yemma heeft drie motto’s. Het eerste is een citaat uit de Koran, het heilige boek van de islam. Het tweede motto is van Leonard Cohen, een Canadese zanger, en het derde van Averroës, een islamitische filosoof uit de twaalfde eeuw.
 

Neem de drie motto’s over en noteer van wie ze afkomstig zijn. Elk motto gaat in op een belangrijk onderwerp in het boek. Leg per motto uit wat de betekenis is en waarom het bij Yemma past.
 Welk motto vind je het best bij Yemma passen? Licht je antwoord toe.
 Welke passage uit een liedje, een film, een boek of iets anders vind jij een goed motto bij Yemma? Leg je keuze uit.



Slide 10 - Tekstslide

Soms bevatten romans een motto: dit staat dan in de vorm van een klein tekstfragment voor in het boek (een citaat uit een gedicht, een andere roman of een songtekst). Een schrijver neemt een motto natuurlijk niet zomaar op; hij of zij vindt deze woorden toepasselijk en veelzeggend voor zijn eigen verhaal. 
Conflict
Elk hoofdpersonage 'worstelt' ergens mee. Dit noemen we het conflict. Conflicten kunen zijn:
- Met anderen
- Met zichzelf
- Met de ruimte
- Met een voorwerp

De hoofdpersonage moet een manier zien te vinden om het conflict op te lossen aan het eind van het verhaal. Soms ontstaan er nieuwe conflicten door de gekozen oplossing.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perspectief
- Ik-vorm (ik-perspectief): Je weet alles van de 'ik'
- Hij/zij-vorm
* Personaal: Je weet alles van de hij/zij
* Auctoriaal perspectief: Je weet alles van iedereen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personages
Personages in een verhaal zijn de personen die een rol spelen in het geheel.

Personages zijn naar hun rol en karakter in een verhaal onder te verdelen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personages naar rol
- Protagonist: De hoofdpersoon/belangrijkste personage (held of anti-held)
- Antagonist: Tegenpool van de protagonist. Verzet zich actief tegen de doelen van de hoofdpersonage (schurk)
- Bijfiguur: Personages die het verhaal op gang houden (deuteragonist, tritagonist: belangrijkste personages na de protagonist)
- Onzichtbaar personage: Dit personage krijg je nooit 'te zien'. Er wordt bijvoorbeeld alleen over hem/haar gesproken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personages naar karakter
- Round character: Je weet veel over deze persoon, hij maakt ontwikkelingen door in het verhaal en heeft een complexe persoonlijkheid.
- Flat character: Een statisch personage. Hij maakt weinig ontwikkelingen door en heeft een eenvoudige persoonlijkheid.
- Archetype: Een personage met één duidelijke kartereigenschap (verstrooide professor, domme atleet)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies