Week 5 Straffen en maatregelen

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
StrafrechtMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vorige les: dwangmiddelen
  • Wat is hét kenmerk van een dwangmiddel?
  • Mag je deze tegen iedereen inzetten?
  • Noem een niet-vrijheidsbenemend dwangmiddel
  • Vorige les gebleven bij vrijheidsbenemende dwangmiddelen. Wat is de minst vergaande die we vorige week bespraken?
  • Welke komt daarna op grond waarvan je ook mee kunt worden genomen naar het politiebureau?
  • Om een verdachte op het bureau te houden voor verhoor, welk dwangmiddel is dit en voor hoe lang geldt dit max? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben net besproken dat je voor het ophouden voor onderzoek max 9u (+ 9u tijdens de nacht) mag worden vastgehouden. Welk dwangmiddel kan de politie hierna inzetten als ze in het belang van het onderzoek je langer vast willen houden en voor hoe lang is dit dan? Zet de artikelen uit Sv erbij!

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uiteraard houdt het niet voor alle verdachten op met de inverzekeringstelling. Welk dwangmiddel volgt in dat geval en wie moet vanaf hier daarover beslissen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van de verdachte

Tegen de verdachte kunnen dus dwangmiddelen tegen zijn wil worden ingezet, máár de verdachte heeft ook rechten! 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke rechten van een verdachte ken jij?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als je kijkt naar de manier van verhoren van de verdachten in het filmpje, mag dit dan op deze manier? leg je antwoord uit

Slide 10 - Open vraag

nee, verdachten hebben recht op een eerlijk verhoor en dus zonder ongeoorloofde druk van uit de politie. Hier is strijd met het pressieverbod.
Nb. rechters hebben dit nooit geconstateerd!!

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Straffen
  • een straf kan alléén gegeven worden als er voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is van het strafbare feit (dus van de bestanddelen in de delictsomschrijving) !
  • Is dit er onvoldoende, dan volgt er vrijspraak en dus geen straf
  • is dit er voldoende dan bepaalt de wet welke straffen er zijn en bepaald de rechter welke straf hij oplegt!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke straffen en maatregelen kennen jullie?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke doel of doelen heeft het opleggen van een straf volgens jou oftewel: Waarom wordt volgens jou een straf opgelegd?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek in je wetboek naar het artikel dat gaat over hoe lang gevangenisstraffen kunnen zijn, noteer dit artikel en geef aan of je nu levenslang gevangenisstraf kunt krijgen én geef aan wat de langste tijdelijke gevangenisstraf is.

Slide 17 - Open vraag

art 10 Sr
levenslang: ja
maximale tijdelijke gevangenisstraf is 30 jaar
Gevangenisstraf
Tijdelijk of levenslang: 
- max 30 jaar
- levenslang is echt levenslang (na 25 jaar advies door een adviescollege en daarna eventueel gratie door de Koning)
Voorwaardelijke invrijheidstelling
 - max 1 jaar  gekregen --> je moet de hele straf uitzitten
- tussen 1 en 2 jaar gekregen -->  1 jaar uitzitten + 1/3 van het restant 
                                                                      (bijv. 15 maanden --> 12  maanden + 1 maand zitten)
- 2 jaar of meer gekregen --> minimaal 2/3 van je straf uitzitten met max van 2 jaar vi
                                                             (bijv. 6 jaar --> 4 jaar zitten)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op 1 juli 2021 zijn deze regels over de voorwaardelijke invrijheidstelling veranderd. Daarvoor was de regeling kort gezegd dat je bij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan 2 jaar na 2/3 vrijkwam en dus zonder max van 2 jaar vi.
Na hoeveel jaar komt iemand nu vrij bij een gevangenisstraf van 30 jaar en hoe was dit vóór juli 2021?

Slide 19 - Open vraag

eerst: 2/3 van 30 jaar is 20 jaar zitten en dus 10 jaar krijg je ''cadeau''
nu: 2/3 van 30 is 20 jaar en dus 10 jaar vi, MAAR vi is nu max 2 jr, dus pas na 28 jr!!  
Kun je eigenlijk ook een voorwaardelijke gevangenisstraf krijgen? Zo ja, in welke artikel staat dit en waarom wordt dit volgens jou opgelegd door een rechter?

Slide 20 - Open vraag

ja, artikel 14a Sr. Dit wordt vooral gedaan om een stok achter de deur te hebben. Weer een strafbaar feit plegen, DAN volgt het uitzitten van de voorwaardelijke straf. Dus ter voorkoming van nieuwe feiten. Vaak wordt hieraan reclasseringscontact gekoppeld als bijzondere voorwaarde.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar vind je de maximale straf per strafbaar feit?
A
in iedere strafbepaling in het Wetboek van strafrecht, zoals van diefstal in art 310
B
in art 10 Sr over gevangenisstraffen
C
dat staat nergens, want de rechter mag de hoogte van een straf helemaal zelf bepalen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximum vrijheidsstraf voor brandstichting (art. 157 lid 2 Sr)?
A
tien jaar
B
vijftien jaar
C
zeven jaar
D
elf jaar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximum vrijheidsstraf voor eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 2 Sr)?
A
vier jaar
B
tien jaar
C
acht jaar
D
11 jaar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximum vrijheidsstraf voor verduistering art 321 Sr?
A
een jaar
B
drie jaar
C
twee jaar
D
vier jaar

Slide 25 - Quizvraag

art. 321 Sr in verband met art. 45 Sr: twee jaar (twee derde van drie jaar)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geldboete:
Hoe hoog is het bedrag van de maximale geldboete voor verduistering (art. 321 Sr)
A
vijfde categorie €87.000
B
vierde categorie: €21.750
C
derde categorie: €8.700
D
zesde categorie: €870.000

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geldboete:
Hoe hoog is het bedrag van de maximale geldboete voor baldadigheid (art. 424 Sr)? Let op: Kijk ook in art. 23 Sr.
A
vijfde categorie €87.000
B
vierde categorie: €21.750
C
derde categorie: €8.700
D
eerste categorie: €435

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee jongens van 17 jaar plegen een overval. Op het moment dat ze worden berecht, zijn ze inmiddels 18 jaar geworden.

Mag de rechter het straffenstelsel van meerderjarigen op hen toepassen en op basis van welk artikel is dit?

Slide 31 - Open vraag

De leeftijd op het moment van de daad is van toepassing en niet die van het moment van de terechtzitting. Wel mag de rechter bij jeugdigen van 16 en 17 jaar in verband met de persoon van de dader, de ernst van het feit of de omstandigheden waaronder dit feit is gepleegd, het strafrecht voor volwassenen toepassen.
artikel 77b sr
Mark is 22 jaar en heeft op stap een andere jongen zwaar mishandeld. Kan op hem het jeugdstrafrecht worden toegepast? ligt toe

Slide 32 - Open vraag

77c sr tot 23 jaar kan dit worden besloten vooral kijkend naa de persoonlijkheid van de verdachte (op advies van de reclassering!)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk in je wetboek in de artikelen 77 Sr e.v. en zoek de bepaling voor jeugdigen die te vergelijken is met tbs voor volwassenen

Slide 34 - Open vraag

art 77s Sr de pij maatregel
Zoek op de website van Halt Nederland wanneer een jongere in aanmerking komt voor een zogeheten Halt-afdoening

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies