Straffen

Straffen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
StrafrechtMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Straffen

Slide 1 - Tekstslide

DOEL VAN STRAFFEN
  • VERGELDING (=wraak/ kwaad met kwaad vergelden)

  • VOORKOMEN VAN EIGENRICHTING (=eigen rechter spelen)

  • PREVENTIE (=voorkomen dat opnieuw strafbaar feit wordt gepleegd=> misdaad loont niet): - GENERALE (=afschrikken van de samenleving)            - SPECIALE (=afschrikken van de dader zelf)

  • RESOCIALISATIE (=heropvoeding van de dader/terugkeer in de maatschappij mogelijk maken)

Slide 2 - Tekstslide

Straf gebruiken om de dader en anderen af te schrikken noemen we:
A
Voorkomen van eigenrichting
B
Vergelding
C
Bescherming rechtsorde
D
Preventie

Slide 3 - Quizvraag

Straf gebruiken om een dader her op te voeden noemen we:
A
Resocialisatie
B
Vergelding
C
Preventie
D
Voorkomen van eigen richting

Slide 4 - Quizvraag

Soorten straffen
  • Artikel 9 Sr (hoofdstraffen meerderjarigen):
  1. geldboete: art. 23 Sr
  2. hechtenis (max. 1 jaar> huis van bewaring): art. 18 Sr =>    let op: voorlopige of vervangende
  3. gevangenisstraf (tot max 30 jaar of levenslang) : art. 10 Sr
  4. taakstraf (heropvoeding): art 22 Sr

Slide 5 - Tekstslide

Voorwaardelijke invrijheidsstelling
Art. 15 Sr
Gevangenisstraf tot 1 jaar: géén voorwaardelijke invrijheidstelling.
Gevangenisstraf tussen 1 en 2 jaar: minstens 1 jaar en 1/3 deel van de resterende straf uitzitten.
Gevangenisstraf meer dan 2 jaar: voorwaardelijke invrijheidstelling na 2/3 gevangenisstraf.
NIET BIJ LEVENSLANG

Slide 6 - Tekstslide

Straffen voor meerderjarigen
* Hoofdstraffen

* Bijkomende straffen

* Maatregelen

Slide 7 - Tekstslide

Maatregelen
Vanaf art. 36a e.v. Sr:
  • Ter bescherming van de belangen van de samenleving.
  • Formeel geen straf.
  • Soms ook zonder veroordeling.
  • 6 maatregelen


Slide 8 - Tekstslide

Voorwaardelijke straf
Art 14a Sr:
-proeftijd netjes gedragen=> geen strafbaar feit
- veroordeelde werkt mee aan het vaststellen van zijn identiteit en, indien aan de orde, meewerkt aan reclasseringstoezicht
-oude straf + nieuwe straf wanneer hij/zij toch de fout in gaat

Slide 9 - Tekstslide

En celstraf bij een overtreding noemen we een:
A
Gevangenisstraf
B
Huis van bewaring
C
Hechtenis
D
Prison break

Slide 10 - Quizvraag

Het verschil tussen een plaatsing in een tbs-kliniek en een plaatsing in een psychiatrische inrichting is:
A
Niets
B
Bij de TBS houdt de rechter toezicht op de verlening
C
Bij de psychiatrische inrichting houdt de rechter toezicht op de verlenging
D
TBS is een straf, de andere een maatregel

Slide 11 - Quizvraag

Jeugdstrafrecht
Art. 77a-77hh Sr:
• Leeftijden:
• Tot 12 jaar: geen strafrechtelijke vervolging
• Tot 18 jaar: toepassing jeugdstrafrecht
• Vanaf 16 jaar mag ook meerderjarigen strafrecht worden toegepast. Rechter bepaalt.
• Tussen 18-21 mag ook jeugdstrafrecht worden toegepast.

Slide 12 - Tekstslide