Les 9

les 9
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Hoger onderwijs

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

les 9

Slide 1 - Tekstslide

Converatietraining

Slide 2 - Tekstslide


A
Waar?
B
Wanneer?
C
Wie?
D
Wat?

Slide 3 - Quizvraag


A
Waar?
B
Wanneer?
C
Wie?
D
Wat?

Slide 4 - Quizvraag


A
Waar?
B
Wanneer?
C
Wie?
D
Wat?

Slide 5 - Quizvraag


A
Waar?
B
Wanneer?
C
Wie?
D
Wat?

Slide 6 - Quizvraag

Waar woon jij?
A
Emma
B
in Rotterdam
C
een vrouw

Slide 7 - Quizvraag

Wat is je naam?
A
Emma
B
in Rotterdam
C
een vrouw

Slide 8 - Quizvraag

Wie is hij?
A
Jeroen
B
in Arnhem
C
een vrouw

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoor je?
A
een bus
B
uit Afghanistan
C
in Den Haag

Slide 10 - Quizvraag

Waar kom je vandaag?
A
een bus
B
uit Afghanistan
C
in Den Haag

Slide 11 - Quizvraag

... woon jij? Ik woon in Lelystad.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 12 - Quizvraag

... hoor jij? Ik hoor een trein.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 13 - Quizvraag

...kom je vandaan? Ik kom uit Eritrea.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 14 - Quizvraag

... is zij? Zij is Vera.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 15 - Quizvraag

... ga je op vakantie? Ik ga morgen op vakantie.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 16 - Quizvraag

... ben jij? Ik ben Bart.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 17 - Quizvraag

... is je naam? Mijn naam is Ruud.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 18 - Quizvraag

... is de pauze? De pauze is om 11 uur.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 19 - Quizvraag

... woon jij? Ik woon in Almere
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wat

Slide 20 - Quizvraag

... dagen ga je naar school? Ik ga twee dagen naar school.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wat

Slide 21 - Quizvraag

... lees je? Ik lees een boek.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wat

Slide 22 - Quizvraag

... ga je naar je oma? Ik ga in het weekend naar mijn oma.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 23 - Quizvraag

... is de docent? De docent is buiten.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 24 - Quizvraag

... ga je naar school? Ik ga op dinsdag naar school.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 25 - Quizvraag

... is hij? Hij is mijn broer
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 26 - Quizvraag

... kinderen hebben jullie? Wij hebben twee kinderen.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wat

Slide 27 - Quizvraag

Taak
Maak een zin van minstens 8 woorden over volgende tekeningen

Slide 28 - Tekstslide

Extra oefeningen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Oefening
Schrijf nu een zin met minstens 8 woorden in het imperfectum

Slide 32 - Tekstslide


Nummer 
1

Slide 33 - Open vraag


Nummer 
2

Slide 34 - Open vraag


Nummer 
3

Slide 35 - Open vraag


Nummer 
4

Slide 36 - Open vraag


Nummer 
5

Slide 37 - Open vraag


Nummer 
6

Slide 38 - Open vraag


Nummer 
7

Slide 39 - Open vraag


Nummer 
8

Slide 40 - Open vraag


Nummer 
9

Slide 41 - Open vraag


Nummer 
10

Slide 42 - Open vraag


Nummer 
11

Slide 43 - Open vraag


Nummer 
12

Slide 44 - Open vraag

Cursus (Les 6 - Blz. 80)
Lees nr 2 
stel elkaar vragen
Daarna tot blz. 89

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Link

Les 9

Slide 49 - Tekstslide