Leerdoel: Ik kan de kostprijs en de verkoopprijs berekenen.
Slide 21 - Tekstslide
Van kostprijs naar verkoopprijs
De kostprijs is € 0,80. De winstmarge is 50% van de kostprijs.
Leerdoel: Ik kan de kostprijs en de verkoopprijs berekenen.
Slide 22 - Tekstslide
Van kostprijs naar verkoopprijs
De kostprijs is € 29,99. De winstmarge is 30% van de kostprijs.
Leerdoel: Ik kan de kostprijs en de verkoopprijs berekenen.
Slide 23 - Tekstslide
Met of zonder btw?
Bij elke aankoop die je doet, betaal je belasting. Deze belasting noem je:
btw (belasting over de toegevoegde waarde).
De winkel waar je het product koopt, draagt de btw vervolgens af aan de Belastingdienst en mag die dus niet zelf houden. Bedrijven rekenen daarom het bedrag exclusief btw als hun inkomsten (omzet).
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 24 - Tekstslide
Met of zonder btw?
In Nederland zijn er drie btw-tarieven:
Hoog-tarief (21%) - alle overige goederen en diensten.
Laag-tarief (9%) - basisbehoeften zoals levensmiddelen.
Nultarief (0%) - vrijstellingen zoals zonnepanelen en onderwijs.
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 25 - Tekstslide
Met of zonder btw?
Naast btw betaal je op sommige producten en diensten ook nog accijns.
Accijns en milieuheffingen zijn belastingen op producten waarvan de overheid het gebruik wil ontmoedigen.
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 26 - Tekstslide
Met of zonder btw?
De prijs van een fiets exclusief btw is € 200,-. Het btw-tarief is 21%.
De prijs van de fiets inclusief btw = € 200,- × (1 + 0,21) = € 242,-.
Of kort: € 200,- × 1,21 = € 242,-
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 27 - Tekstslide
Met of zonder btw?
De prijs van een fiets exclusief btw is € 249,-. Het btw-tarief is 21%.
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 28 - Tekstslide
Met of zonder btw?
De prijs van een fiets exclusief btw is € 49,-. Het btw-tarief is 21%.
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 29 - Tekstslide
Met of zonder btw?
De prijs van een brood is € 3,75 inclusief btw. Het btw-tarief is 9%.
De prijs exclusief btw is dan: € 3,75 ÷ (1 + 0,09) = € 3,44.
Of kort: € 3,75 ÷ 1,09 = € 3,44
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 30 - Tekstslide
Met of zonder btw?
De prijs van een brood is € 7,99 inclusief btw. Het btw-tarief is 9%.
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 31 - Tekstslide
Met of zonder btw?
De prijs van een brood is € 1,99 inclusief btw. Het btw-tarief is 9%.
Leerdoel: Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.
Slide 32 - Tekstslide
Bruto- en nettowinst
Leerdoel: Ik kan de bruto- en nettowinst berekenen.
Slide 33 - Tekstslide
Bruto- en nettowinst
Bedrijven willen winst maken en geen verlies. Winstberekening is dus een belangrijk instrument voor een bedrijf om te zien of alles goed loopt. Bedrijven maken onderscheid tussen nettowinst en brutowinst.
Leerdoel: Ik kan de bruto- en nettowinst berekenen.
Slide 34 - Tekstslide
Bruto- en nettowinst
Wanneer je van de omzet de inkoopwaarde afhaalt, heb je de brutowinst berekend.
De inkoopwaarde van de omzet is het totaalbedrag waarvoor de ondernemer de producten zelf heeft moeten inkopen.
Leerdoel: Ik kan de bruto- en nettowinst berekenen.
Slide 35 - Tekstslide
Bruto- en nettowinst
Wanneer je van de omzet de inkoopwaarde afhaalt, heb je de brutowinst berekend.
De inkoopwaarde van de omzet is het totaalbedrag waarvoor de ondernemer de producten zelf heeft moeten inkopen.
Leerdoel: Ik kan de bruto- en nettowinst berekenen.
Slide 36 - Tekstslide
Bruto- en nettowinst
De omzet van een onderneming is € 68.500. Er zijn 1.500 producten verkocht tegen een gemiddelde inkoopprijs van € 20 per stuk.
Leerdoel: Ik kan de bruto- en nettowinst berekenen.
Slide 37 - Tekstslide
Bruto- en nettowinst
Als je alle kosten van de opbrengst hebt afgetrokken, houd je de nettowinst over.
Leerdoel: Ik kan de bruto- en nettowinst berekenen.
Slide 38 - Tekstslide
Bruto- en nettowinst
Van de brutowinst van € 38.500 haalt de ondernemer nog € 30.200 aan bedrijfskosten af.
Leerdoel: Ik kan de bruto- en nettowinst berekenen.
Slide 39 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan de omzet van een bedrijf berekenen.
Ik kan de kostprijs en de verkoopprijs berekenen.
Ik kan de verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen.