Flexuur 4.1 t/m 4.3

Wat is volgens de afbeelding de relatieve zeespiegelstijging?
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is volgens de afbeelding de relatieve zeespiegelstijging?
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter

Slide 1 - Quizvraag

Oorzaken?
Smelten landijs/gletsjes
Zeewater wordt warmer en zet daardoor uit.
Oorzaken?
Nederland zakt geologisch
Nauwelijks overstroming door dijken (geen sedimentatie in polders)
Inklinken (in elkaar zakken) van klei door verlaging grondwaterspiegel
Oxidatie (en daardoor inklinken) van veen door verlagen grondwaterspiegel.

Slide 2 - Tekstslide

Het volkerak-Zoommeer dient als 'opslagplaats' van rivierwater als waterkeringen zoals de Maeslantkering dicht is. Deze waterkering is dicht als 2 watersituaties zich voordoen.
- welke twee watersituaties?
- waarom moet het water bij sluiting van waterkeringen opgeslagen worden?

Slide 3 - Open vraag

Een hoge piekafvoer in de Rijn leidt tot een overstromingsrisico in de IJsseldelta. Dit overstromingsrisico wordt nog hoger als er tegelijkertijd een (noord)westerstorm is op het IJsselmeer.

Leg uit dat door een (noord)westerstorm op het IJsselmeer het overstromingsrisico in de IJsseldelta nog hoger wordt. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 4 - Open vraag

Geef de klimatologische oorzaak waardoor in Nederland steeds vaker watertekorten kunnen ontstaan.

Slide 5 - Open vraag

Geef de functie die het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke delta steeds vaker zullen vervullen
- in de wintermaanden;
- in de zomermaanden.

Slide 6 - Open vraag

Functie stuw?

Driel:
Wanneer open?
Wanneer dicht?

Sluizen IJsselmeer?

Slide 7 - Tekstslide

Hoogwater in de Rijn komt vrijwel uitsluitend in de winter voor. In de zomer komt hoogwater in de Rijn vrijwel nooit voor. Geef twee oorzaken waardoor in de zomer vrijwel nooit hoogwater in de Rijn voorkomt.

Slide 8 - Open vraag

Uitbreiding van de steden heeft de afgelopen 150 jaar bijgedragen aan een afname van de vertragingstijd in het stroomgebied van de Rijn. Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 9 - Open vraag

Welke grafiek hoort dan bij welke rivier?
De Maas
De Rijn

Slide 10 - Sleepvraag

Wat voor soort rivier is de Rijn bij Basel? En bij Lobith? Hoe kun je dat zien?
Ligt Basel in de bovenloop of in de benedenloop? En Lobith? Hoe kun je dat zien?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verval tussen A-B?
Wat is het verhang tussen A-B?

Slide 12 - Open vraag