Les 41 - publiek en medium blokuur

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

NEDERLANDS

Vandaag

1. Hst 41  Publiek en Medium

Je leert hoe je je tekst afstemt op je publiek en het medium dat je gebruikt

2. Aan de slag met teksten. 

3. Zelf iets maken. 

4. Wat te doen voor PTO. 

Waarom is het belangrijk te weten wie je publiek is? 

Even proberen 

Op de volgende slide een fragment. 

Het staat ook in je boek op blz. 167. 

Lees het fragment en overleg max. 1 minuut met je buurman. 

Schrijf op het blaadje wie je denkt dat het publiek is? 

Medium

 ‘middel om boodschappen over te dragen’


3 soorten:

 1. geprinte media:  kranten, flyers, tijdschriften

2. online media: website, e-mail, Instagram, Twitter, TikTok

3. buitenmedia: posters, billboards, luchtreclame

  

Als je iets moet overbrengen

Welke kies je?

- eigen kenmerken

- tijd en reden van gebruik

- tekst samen met beeld

- eigen spelregels (minder strikt bij sociale media)

Stappen  schrijven

 1. Je bedenkt voor wie je schrijft en waarom 

2. Je vraagt je af welke voorkennis deze groep heeft. Daar speel je op in. 

3. Als de tekst af is, vraag je je af of alles er in staat, het taalgebruik passend is etc. 

Aan de slag

Groepjes van 3

ik deel zo in

De opdracht

Je hebt geld nodig. Je gaat verkopen. Je mag zelf verzinnen wat je gaat verkopen (je fiets? je oude patta's? haren invlechten? oppassen?)   

Dan ga je bedenken: Wat wil ik vertellen? En aan wie?

Welk medium ga ik gebruiken? Waarom?

Je krijgt 20-30 minuten de tijd om het op papier in te vullen. 

Als je klaar bent, hang je je papier op aan de muur ergens in het lokaal 

Het PTO-4

Hst 35, 36 (maandag nog een keer oefenen)

Hst 39 + Hst 41

De theorie, de oefeningen die we gedaan hebben en de woorden van de woordenlijst

Huiswerk

Maandag: leer hst 35 en 36 en schrijf drie vragen op die je op PTO verwacht. Neem de vraag en het antwoord mee naar de les. 

Vergeet je vlog niet!