Module 4 - 4.1 Oefenopdracht B1-K1-W4

Meetmoment 4.1 B1-K1-W4
Module 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meetmoment 4.1 B1-K1-W4
Module 4

Slide 1 - Tekstslide

B1-K1-W4 Dagbesteding
Dagbesteding = de invulling van het leven met activiteiten op het gebied van werk, scholing en vrije tijd.

Theorie die bruikbaar is voor deze hele opdracht staat in de boeken:
Methodiek > Thema 3 - Methodisch werken
Dagbesteding > Thema 2 - Activiteiten aanbieden
Gebruik dit voor jezelf écht als leidraad! Zo is het makkelijker uit te werken en heb je meer kans dat het voldoet aan de voorwaarden. Je krijgt over dagbesteding thema 2 deze week ook uitleg bij BG1!!

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1: Activiteiten inventariseren van de dagbesteding 
  • Inventariseer welke activiteiten binnen jouw BPV-organisatie aangeboden worden aan cliënten;
  • Zet in schema of deze activiteiten onder werk, vrije tijd of scholing vallen;
  • Geef in jouw schema van de activiteiten aan, welk doel van dagbesteding (a t/m g) op welke activiteit van toepassing is.
Maak zelf een begin met het invullen en check dit bij je collega's.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2: Nieuwe activiteiten voor de dagbesteding
  • Vul jouw inventarisatieschema aan met nieuwe activiteiten voor de dagbesteding in jouw organisatie. Maak deze activiteiten vet (en/of geef het een ander kleurtje);
  • Geef in het schema aan welke doelen bij de nieuwe activiteiten voor de dagbesteding horen (a t/m g).

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1 & 2
Wat nu als er geen activiteiten zijn op jouw stage op het gebied van werk/scholing/vrije tijd?

Schrijf een toelichting over waarom dit niet aanwezig is binnen jouw praktijkplaats. Licht dit toe met voorbeelden zodat het voor de beoordelaars duidelijk is!

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3: In gesprek over de ondersteuning van cliënt tijdens de dagbesteding
  • Ga op bezoek bij de dagbesteding, dus ook als je bijvoorbeeld op een zorgboerderij werkt. Als je al op een dagbesteding werkt/dagbesteding in dezelfde omgeving is als waar jij stage loopt, ga je alsnog deze opdracht uitvoeren!!
  • Observeer een collega die in gesprek met een cliënt is over zijn dagbesteding. Vooraf maak je een observatieplan! Gebruik hiervoor de theorie uit je boek Methodiek (thema 3 - hoofdstuk 11: Observeren).
  • Schrijf een observatieverslag over de ondersteuning van deze cliënt. Gebruik hiervoor ook de theorie uit je boek Methodiek (thema 3 - hoofdstuk 11: Observeren). In dit hoofdstuk wordt ook beschreven hoe je uiteindelijk je rapportage schrijft naar aanleiding van je observatie. 
  • Bespreek met jouw collega hoe JIJ een cliënt kunt ondersteunen tijdens zijn dagbesteding naar aanleiding van jouw observatieverslag.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3: In gesprek over de ondersteuning van cliënt tijdens de dagbesteding
Maak onder andere gebruik van onderstaande vragen voor je observatie:
  • Hoe wordt de dagbesteding ingevuld door de cliënt?
  • Hoe krijgt de cliënt advies waarom een activiteit geschikt is?
  • Hoe behoudt of versterkt de cliënt zijn eigen regie of kracht met deze activiteit?
  • Op welke manier oefent de cliënt?
  • Wordt er rekening gehouden met gedragsregels, omgangsregels en normen en waarden?
  • Wordt de cliënt gemotiveerd om moeilijkheden te overwinnen/accepteren?
  • Kan de cliënt zelf beslissingen nemen?
  • Op welke manier zorgt jouw collega voor veiligheid en toont hij belangstelling voor de leefwereld van de cliënt?

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 4: Ondersteunen bij dagbesteding (deel 1)
  • Lees het ondersteuningsplan (plan van aanpak).van een cliënt.
  • Stel vast welke doelen er geformuleerd zijn voor dagbesteding en welke doelen gericht zijn op werk, scholing of vrije tijd.
  • Ga in gesprek met de cliënt en (indien mogelijk) een naastbetrokkene over de activiteiten uit het ondersteuningsplan (plan van aanpak).
  • Toon belangstelling voor de leefwereld van de cliënt /naastbetrokkene.
  • Bespreek hoe deze activiteiten worden ingevuld voor wat betreft werk, scholing en vrije tijd:
      ○ Sluiten de activiteiten aan bij de mogelijkheden, wensen en behoeften?
      ○ Wil de cliënt verder oefenen met oude vaardigheden?
      ○ Wil de cliënt oefenen met nieuwe vaardigheden?
      ○ Welke keuzemogelijkheden of alternatieve activiteiten bied je aan aan de cliënt?
      ○ Geef voorbeelden voor de cliënt om activiteiten in te vullen.
      ○ Welke voorwaarden zijn er waardoor de cliënt zijn mogelijkheden en behoeften kan realiseren?
      ○ Adviseer de activiteiten die in het kader van werk, scholing of vrije tijd kunnen worden ondernomen.
      ○ Plan de activiteiten die de cliënt gaat ondernemen. Hieraan koppel je dus ook jouw creatieve product voor de BPV (BG2)!

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4: Ondersteunen bij dagbesteding (deel 2)
  • Maak een activiteitenplan waarin je de activiteiten (3-fasenplannen) uitschrijft. Verwerk hierin:
      ○ Passende materialen en middelen;
      ○ De wijze van begeleiden;
      ○ Het tijdspad.
  • Bespreek de plannen met je stagebegeleider en noteer waar je op moet letten bij de cliënt;
  • Maak een planning voor je eigen werkzaamheden. Verwerk hierin:
      ○ De planning van de activiteiten die door de cliënt ondernomen worden (niveau 4);
      ○ De organisatie van de benodigde middelen, materialen en menskracht;
      ○ De wijze van begeleiden;
      ○ Het tijdspad.


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4: Ondersteunen bij dagbesteding (deel 3)
  • Oefen zoveel mogelijk activiteiten met de cliënt totdat je alle onderstaande feedbackcriteria (duimpjesformulier) hebt behaald: 
     ○ Voert de planning (3-fasenplannen) van haar eigen werkzaamheden uit en coacht de cliënt;
     ○ Coacht de cliënt tijdens het uitvoeren van zijn activiteiten uit zijn activiteitenplan;
     ○ Laat de cliënt zelf beslissingen nemen;
     ○ Zorgt dat de situatie veilig is en de cliënt zich op zijn gemak voelt;
     ○ Laat de cliënt wennen aan nieuwe situaties en laat oefenen met de activiteit;
     ○ Laat de cliënt experimenteren met ander gedrag, vaardigheden en het nemen van                               beslissingen;
     ○ Maakt de cliënt bewust van omgangsvormen, (gedrags)regels en normen en waarden;
     ○ Motiveert de cliënt om moeilijkheden te overwinnen of te accepteren.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4: Ondersteunen bij dagbesteding
Let op! Opdracht 4 bestaat uit 3 verschillende onderdelen!
  • Deel 1: Gesprek cliënt
       ○ Bespreken van dagbesteding n.a.v. het ondersteuningsplan van de cliënt + bespreken van               nieuwe én bestaande activiteiten voor de cliënt.
  • Deel 2: Activiteitenplan (3-fasenplannen)
       ○ Vanuit deel 1 kunnen er 3-fasenplannen worden opgesteld voor de activiteiten die met de               cliënt worden uitgevoerd. Denk hierbij ook aan het creatieve product voor de BPV (BG2).
  • Deel 3: Begeleiding cliënt
       ○ Begeleiden van de cliënt tijdens de activiteiten én het evalueren met collega's en/of                           naastbetrokkenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Tip
Laat je hele stageverslag eens lezen door iemand die heel jouw praktijkplaats en/of de opdracht niet kent. 
  • Is het voor deze persoon een logisch verhaal en zijn er geen vragen aan de hand van jouw schrijven, dan zit je goed! 
  • Zijn er nog veel vraagtekens omtrent jouw geschreven stuk, vul je verslag dan aan! Dit zal namelijk voor de beoordelaars ook zo zijn, zij kennen jouw stageplaats en doelgroep niet.

Slide 12 - Tekstslide

Beoordeling
  • Gedragsobservatie: Opdracht 1 en 2: Activiteiten voor de dagbesteding;
  • Gedragsobservatie: Opdracht 3: Observeren en in gesprek met collega;
  • Gedragsobservatie: Opdracht 4 Gesprek met de cliënt;
  • Gedragsobservatie: Opdracht 4 Activiteitenplan;
  • Gedragsobservatie: Opdracht 4 Begeleiden cliënt;
  • Anders: Methodisch leren.

De beoordeling wordt volledig door de praktijk ingevuld. Alleen op papier ingevulde beoordelingen zijn toegestaan met handtekening! Zorg dat je foto's maakt en deze plakt aan het einde van je verslag OF maak een scan (kan met de app Adobe Scan/op je stage) van het ingevulde beoordelingsformulier en upload deze in Its Learning. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat lever je uiteindelijk in op Its Learning?
In de opdrachten van de B1-K1-W4 zijn een aantal onderdelen die je op papier moet uitwerken:
  • Opdracht 1 & 2: Ingevuld inventarisatieschema met bestaande en nieuwe activiteiten + doelen van dagbesteding (letters a t/m g) + (indien nodig) toelichting als er geen activiteiten zijn op het gebied van werk/scholing/vrije tijd;
  • Opdracht 3: Observatieplan (vooraf opgesteld) + observatieverslag aan de hand van het observeren van een collega;
  • Opdracht 4: Activiteitenplan > uitgewerkte 3-fasenplannen (deel 2).

Het inleveren van deze opdrachten in één Word-bestand + een volledig ingevulde beoordeling zijn voorwaardelijk om de opdracht te beoordelen. Als één van de onderdelen mist, wordt dit een onvoldoende en heb je direct een herkansing. Zorg dus dat alles uitgewerkt en in orde is!!

Slide 14 - Tekstslide