01-06 : Chapter 5 : Past simple
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn signaalwoorden voor de Simple Past?
A
(right) now, at the moment
B
already, yet, since, for, just
C
last week, in 2010, three years ago
D
always, ever, never, often, usually, every day
Slide 3 - Quizvraag
Simple Past:
Wat is de regel van de Simple Past?
Wat is de regel van de Simple Past?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) +
hele ww+ -ing
Slide 4 - Quizvraag
Simple Past
Wanneer gebruik je de Simple Past?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.
Slide 5 - Quizvraag
My sister .......... (play) the guitar last year.
Slide 6 - Open vraag
I ... the dog yesterday. (walk)
Slide 7 - Open vraag
She ... Timmy to her party last weekend (invite)
Slide 8 - Open vraag
The boy ... for help.
(cry)
(cry)
Slide 9 - Open vraag
We ... the movie last night.
(enjoy)
(enjoy)
Slide 10 - Open vraag
The bus ... at the traffic lights.
(stop)
(stop)
