Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk paragraaf 7.3 en 7.4

7.3 Paradigma's over macht
Leg uit (1) welke theorie de filosoof/socioloog heeft bedacht en (2) waarom dit een goed voorbeeld is van hoe vanuit het bijhorende paradigma naar macht wordt gekeken. 
  • Montesquieu (functionalisme)
  • Mills (conflict)
  • Thomas (sociaalconstructivisme)
  • Hobbes (rationele actor)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.3 Paradigma's over macht
Leg uit (1) welke theorie de filosoof/socioloog heeft bedacht en (2) waarom dit een goed voorbeeld is van hoe vanuit het bijhorende paradigma naar macht wordt gekeken. 
  • Montesquieu (functionalisme)
  • Mills (conflict)
  • Thomas (sociaalconstructivisme)
  • Hobbes (rationele actor)

Slide 1 - Tekstslide

Montesquieu /functionalisme
theorie en perspectief t.a.v. macht

Slide 2 - Open vraag

Mills /conflict
theorie en perspectief t.a.v. macht

Slide 3 - Open vraag

Thomas/sociaal constructivisme
theorie en perspectief t.a.v. macht

Slide 4 - Open vraag

Hobbs/rationele actor
theorie en perspectief t.a.v. macht

Slide 5 - Open vraag

Kunnen jongeren onder de 18 jaar macht uitoefenen op het beleid? 

Waarom wel/niet? Welke machtsbronnen hebben jullie (niet) tot jullie beschikking?
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden macht jongeren

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Link



Beschrijf een moment waarop je je heel machtig of net machteloos voelde.


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag
7.4 Anarchisme, nazisme & conservatisme

  • Kernconcept: ideologie
  • Case: de identitaire beweging in Vlaanderen

Slide 10 - Tekstslide

Memes: vrijheid van meningsuiting versus non-discriminatie?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De overheid moet zo weinig mogelijk taken hebben om burgers te beschermen tegen machtsmisbruik.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 13 - Quizvraag


Welke kenmerken van het nazisme en conservatisme (p. 35-36) herken je in de ideologie van schild en vrienden?
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Mensen zijn geneigd te gaan voor eigenbelang. Als dit leidt tot onwenselijke situaties moet de overheid dat hard afstraffen.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 15 - Quizvraag

De overheid moet conflicten bij haar burgers niet koste wat kost willen voorkomen, maar juist ook laten gebeuren. Dat brengt het goede naar boven.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 16 - Quizvraag

Een klein groepje slimme mensen mag wat regels opstellen om economische relaties zo soepel mogelijk te houden, maar dit moet zo min mogelijk gebeuren.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 17 - Quizvraag

Mensen zijn slim genoeg om eerlijk met elkaar om te gaan, daar is geen rechter voor nodig.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 18 - Quizvraag

Het nastreven van eigenbelang is goed omdat mensen daarmee kunnen bewijzen dat ze beter zijn dan een ander.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 19 - Quizvraag

Om te zorgen dat een samenleving in balans blijft, is het goed om bestaande normen en waarden door te geven aan de volgende generatie.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 20 - Quizvraag

Het is goed een leider te hebben die maatregelen door kan voeren om het beste uit het volk naar boven te halen.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een ''gefaalde staat''?

Slide 22 - Woordweb

Kenmerken van een staat
  • Groep mensen/bevolking
  • Grondgebied
  • Geweldsmonopolie & belastingsmonopolie
Souvereine macht (extern en intern), non-interventie

Op basis van deze kenmerken, kan Zuid-Soedan gezien worden als een staat?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Verandering in politieke macht
  • Depersonalisering (gezag gekoppeld aan functie in plaats van persoon)
  • Formalisering (politieke macht is formeel vastgelegd in plaats van geregeld door tradities)
  • Integratie (belastingen en wetgeving zijn gegroeid in omvang)

Slide 26 - Tekstslide

a) Al op het moment dat de huidige koning een dochter krijgt heeft de kroonprinses een bepaalde status. Ongeacht haar karakter of gedrag krijgt zij gezag omdat ze 'dochter van' is.
A
Depersonalisering
B
Formalisering
C
Integratie

Slide 27 - Quizvraag

b) Vanzelfsprekend was de paus vroeger machtig en bemoeide hij zich met waken van de vorst, en andersom. Zo is het lang doorgegaan, tot er werd ingegrepen in deze gewoonte. Tegenwoordig is er een scheiding van kerk en staat.
A
Depersonalisering
B
Formalisering
C
Integratie

Slide 28 - Quizvraag

c) In plaats van 1 wet over kinderarbeid zijn er nu wel twintig wetten die minderjarigen op verschillende manieren beschermen tegen te zwaar of te veel werk.
A
Depersonalisering
B
Formalisering
C
Integratie

Slide 29 - Quizvraag

d) In de politiek staan alle functies ergens in een hiërarchie, zodat duidelijk wordt wat de bijbehorende verantwoordelijkheden zijn. Deze zijn duidelijk opgeschreven, zodat niemand onder zijn werk vandaan komt of misbruik maakt van de situatie omdat iets bijvoorbeeld niet in zijn contract stond.
A
Depersonalisering
B
Formalisering
C
Integratie

Slide 30 - Quizvraag