Herhalingsles

Herhalingsles Memo H2
Pak een pen en papier:
Schrijf per vraag het juiste antwoord op in je schrift!
Roep het niet door de klas heen!!
1 persoon mag naar voren komen om het goede antwoord te geven!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Memo H2
Pak een pen en papier:
Schrijf per vraag het juiste antwoord op in je schrift!
Roep het niet door de klas heen!!
1 persoon mag naar voren komen om het goede antwoord te geven!

Slide 1 - Tekstslide

Waar of niet waar? De handel met Indonesië werd ook wel de moedernegotie genoemd
Juiste antwoord
Waar
Niet waar

Slide 2 - Sleepvraag

Waarin werd gehandeld met de Oostzeevaart?
Juiste antwoord
Hout
Goud
Specerijen
Slaven
Wapens
Graan

Slide 3 - Sleepvraag

Waar of niet waar? Amsterdam is altijd al het centrum van de handel geweest in Europa.
Juiste antwoord
Waar
Niet waar

Slide 4 - Sleepvraag

Welke stad was dan wel het centrum?
Juiste antwoord
Berlijn
Antwerpen
Parijs
Brussel

Slide 5 - Sleepvraag

Welk land veroverde Antwerpen?
Juiste antwoord
Spanje
Duitsland
Frankrijk
Oostenrijk

Slide 6 - Sleepvraag

Waar of niet waar? De nijverheid profiteerde ook van de bloeiende handel.
Juiste antwoord
Waar
Niet waar

Slide 7 - Sleepvraag

De Nederlanders trokken met hun schepen helemaal naar Azië toe om daar te handelen met de landen. Welk land handelde Nederland veel mee?
Juiste antwoord
China
India
Indonesië
Thailand

Slide 8 - Sleepvraag

Welk land had als eerste de route naar Azië ontdekt?
Juiste antwoord
Nederland
Portugal
Spanje
Frankrijk

Slide 9 - Sleepvraag

Waar ligt Indonesie?

Slide 10 - Sleepvraag

Wat haalden de Nederlanders vooral uit Indonesië?
Juiste antwoord
Olie
Specerijen
Goud
Katoen

Slide 11 - Sleepvraag

Hoe heette het bedrijf dat handel dreef met Indonesië?
Juiste antwoord
WIC
WIB
VIC
VOC

Slide 12 - Sleepvraag

Waar of niet waar? De handel die de VOC dreef met Indonesië was eerlijk.
Juiste antwoord
Waar
Niet waar

Slide 13 - Sleepvraag

Europa
Afrika
Amerika
Land

Land

Land
2
3
1

Slide 14 - Sleepvraag

Welk begrip past hierbij: Een vorm van economie waarin kooplui zoveel mogelijk winst proberen te maken met de handel
Juiste antwoord
Stapelmarkt
Oostzeevaart
Driehoekshandel
Handelsmonopolie
Concurrentie
Handelskapitalisme

Slide 15 - Sleepvraag

Welk begrip past hierbij: plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om van daaruit weer verhandeld te worden
Juiste antwoord
Stapelmarkt
Oostzeevaart
Driehoekshandel
Handelsmonopolie
Concurrentie
Handelskapitalisme

Slide 16 - Sleepvraag

Welk begrip past hierbij: het recht om als enige handel te mogen drijven met een bepaald gebied
Juiste antwoord
Stapelmarkt
Oostzeevaart
Driehoekshandel
Handelsmonopolie
Concurrentie
Handelskapitalisme

Slide 17 - Sleepvraag

Waar staan de letters WIC voor?
A
West-Indische Compagnie
B
Westers Ingestelde Compagnie
C
West-Iconische Compagnie
D
Welvaart-Indische Compagnie

Slide 18 - Quizvraag

Wat was de echte naam van Nederland tijdens de Gouden eeuw?
Juiste antwoord
Het Koninkrijk van Nederland
Het Koninkrijk der Zeven Verenigde Nederlanden
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
De Zeven Gewesten van Nederland

Slide 19 - Sleepvraag

Welke groep stond bovenaan (1) en welke onderaan? (2)
1
2
3
4
Winkeliers en ambachtslieden
Mensen die rijk waren geworden van de handel
Mensen zonder werk, ouderen en zieken
Mensen die werkten in loondienst van iemand anders

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe noem je de Nederlandse slavenhandel van de WIC?
Juiste antwoord
Atlantische slavernij
Trans-Atlantische slavenhandel
Trans-Pacifische slavenhandel
Atlantische-Trans slavenhandel

Slide 21 - Sleepvraag

Waarom haalde de WIC de slaven helemaal uit Afrika om te werken in Amerika?
Juiste antwoord
De slaven uit Afrika waren goedkoper
De oorspronkelijke mensen uit Amerika waren gestorven door ziektes en oorlog
De oorspronkelijke mensen uit Amerika wilden niet werken op de plantages
De Europeanen haalden altijd al slaven uit Afrika 

Slide 22 - Sleepvraag

Waarom was zout zo belangrijk vroeger?
Juiste antwoord
Om producten langer te bewaren
Het werd gebruikt als betaalmiddel
Om wonden mee schoon te maken
Omdat de Nederlanders graag zout op hun haring aten

Slide 23 - Sleepvraag

De slavernij op Sint Maarten was eerder afgeschaft aan de Nederlandse kant dan aan de Franse kant
Juiste antwoord
Waar
Niet waar

Slide 24 - Sleepvraag

De koning van Frankrijk was Lodewijk de 14e. Hoe schrijf je de 14e?
A
XIII
B
XIV
C
XV
D
XVI

Slide 25 - Quizvraag

Lodewijk XIV noemde zichzelf de zonnekoning, omdat ...
A
... hij zichzelf als het middelpunt van de wereld vond, zoals de zon het middelpunt van het heelal is.
B
... hij de maan te klein vond. De zon was groot en machtig, net zoals hij.
C
... hij zijn rijk zo groot en machtig vond, dat de zon er nooit onder ging.
D
... hij warmte uitstraalde over de bevolking.

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent absolute macht?
A
Dat de koning de macht deelt met een parlement
B
Dat er een democratie is
C
Dat de koning alleen alle macht heeft
D
Dat er een dictator is

Slide 27 - Quizvraag

Waarom vertrouwde Lodewijk de edelen (nobility) niet?
A
Ze kwamen in opstand omdat ze meer macht wilden
B
Ze hadden de vader van Lodewijk vermoord
C
Ze wilden niet samenwerken met de ministers
D
Ze hadden Frankrijk failliet gemaakt

Slide 28 - Quizvraag

Waarom liet Lodewijk zo'n enorm groot paleis bouwen met veel prachtige kunst en dure spullen?
A
Om te laten zien hoe rijk en machtig hij was
B
Omdat de Franse burgers graag een mooi paleis wilden
C
Lodewijk had het paleis gekregen van zijn vader
D
Omdat hij alle ruimte nodig had voor zichzelf

Slide 29 - Quizvraag

Waarom moesten alle edelen bij Lodewijk XIV in Versailles komen wonen?
A
Zo hij niet eenzaam zou zijn
B
Zo hij ze goed in de gaten kon houden
C
Omdat Frankrijk overbevolkt was en er geen plek meer was elders voor de edelen
D
Omdat hij dat gezellig vond

Slide 30 - Quizvraag

Waarom gaf Lodewijk XIV zoveel feestjes op Versailles?
A
Om de edelen tevreden te houden, zo kwamen ze niet in opstand
B
Omdat hij feestjes geven heel erg leuk vond
C
Omdat hij geld teveel had
D
Door feestjes te geven kon hij meer geld verdienen

Slide 31 - Quizvraag

Waarom raakte het geld op in Frankrijk?
A
Er was een economische crisis
B
De koning gaf teveel dure feestjes
C
De oorlogen kostten veel geld
D
De Franse edelen verdienden te weinig geld

Slide 32 - Quizvraag

Wat gebeurde er als de burgers in opstand kwamen tegen de belastingverhoging?
A
De koning maakte de belasting weer lager
B
De edelen gingen nu ook belasting betalen
C
De opstand werd bloedig neergeslagen
D
De gewone burgers deden niets

Slide 33 - Quizvraag

Wie moesten er belasting betalen in Frankrijk?
A
De koning
B
De ministers
C
De edelen
D
De gewone burgers

Slide 34 - Quizvraag

De meeste landen in Europa waren in de 17e eeuw een monarchie. Wat betekent dat?
A
Het volk is de baas
B
Een koning is de baas
C
Een president is de baas
D
Een dictator is de baas

Slide 35 - Quizvraag

Wie was Colbert?
A
Minister van Handel
B
Eerste minister
C
Minister van Financiën
D
Lodewijks moeder

Slide 36 - Quizvraag

Op welke twee manieren wil colbert zorgen dat het financieel beter gaat met Frankrijk
A
Belastingen moet omhoog
B
Frankrijk moet meer geld verdienen
C
Het innen van belasting moet beter gaan
D
Er moet meer gehandeld worden met andere landen

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide