Les 8 'Gevaarlijke stoffen'

VCA les 8
GEVAARLIJKE STOFFEN
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
VCAMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

VCA les 8
GEVAARLIJKE STOFFEN

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren
1. Zuurstof
2. indeling gevaarlijke stoffen
3. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen
4.Grenswaarden en reukwaarneming
5. etiketten
6. Monitoring en medisch onderzoek
7. Specifieke gevaarlijke stoffen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

4 soorten gevaren:
  • Vergiftigingsgevaar
  • Brand- en explosiegevaar
  • Bijtend gevaar
  •  Verstikkingsgevaar

Slide 4 - Tekstslide

Welke maatregel kan aan de bron genomen worden om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen?
A
Werknemers scholen.
B
Altijd een LMRA toepassen.
C
PBM's gebruiken.
D
De gevaarlijke stof vervangen voor een niet-gevaarlijke stof.

Slide 5 - Quizvraag

Indeling en gevaren van gevaarlijke stoffen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Etiketten van gevaarlijke stoffen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Alle stoffen zijn even giftig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Blootstelling en opname
- Via de mond bv. opname vuile handen
- Via de huid bv. contact met aceton
- Via de ademhalingswegen bv. stof inademen
- Directe opname bv. via een wonde

Slide 14 - Tekstslide

Door met vieze handen te eten kun je een gevaarlijke stof binnenkrijgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Voorkomen! Hoe?
- Jezelf beschermen 
Persoonlijke hygiëne ( wassen van handen)
Propere werkkledij
Gebruik PBM

Slide 16 - Tekstslide

Wat kun je zelf doen om te zorgen dat giftige stoffen niet je lichaam binnenkomen?
A
Altijd je handen en gezicht wassen als je klaar bent.
B
Altijd onafhankelijke adembescherming gebruiken.
C
In de pauze de werkplek niet verlaten.

Slide 17 - Quizvraag

Preventiemaatregelen
Aan de bron:
- eliminatie = geen gebruik, verwijderen, bewaren in opslag
- vervanging = bv. verf met oplosmiddel vervangen door verf op waterbasis
- aanpassing = bv. in vorm van tablet ipv poeder 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Preventiemaatregelen
-  ventilatie en plaatselijke afzuiging 
- scheiden van mens en bron (isolatie) 
- persoonlijke monitor ( meetapparaat op borsthoogte) 

Slide 20 - Tekstslide

Concentratie van giftige stoffen meten

Omdat: 
- Veel gevaarlijke dampen/ gassen 
geen geur hebben
- De reukgrens boven de toegelaten 
grenswaarde kan liggen
- De geur niet opvalt omdat iets 
anders harder stinkt
- Het van je reukvermogen afhangt 
hoe goed je iets ruikt
Persoonlijke monitor: 
- draag op borsthoogte, boven op je kleding
- test/ controleer het apparaat voor gebruik
- weet wat je moet doen als het alarm afgaat

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

De hoeveelheid giftige stof die je binnenkrijgt bepaalt hoe ziek je wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Grenswaarde
Vroeger -> MAC-waarde (Maximaal Aanvaarde Concentratie)

Grenswaarde is de maximale concentraties van een gevaarlijke stof als tijdgewogen gemiddelde over een referentieperiode, waaraan een werknemer blootgesteld mag worden. 
Wordt gemeten in PPM (Parts Per Million = aantal deeltjes per miljoen) of mg/m3. 

Bij het bepalen wordt ervan uitgegaan dat je: 
- volwassen en gezond bent
- een normale werkdag werkt (max. 8u p.d. en 40u p.w.) 
- werk normale inspanning vergt
- onder normale omstandigheden werkt


Slide 25 - Tekstslide

Je moet een bioreactortank gaan kuisen. Metingen tonen aan dat het zuurstofgehalte 18 %. Wat moet je doen om te kunnen werken in die ruimte?
A
Niets, de zuurstofconcentratie is hoog genoeg voor korte werkzaamheden.
B
Een filtermasker gebruiken
C
De ruimte mechanisch beluchten en opnieuw zuurstof meten
D
Helemaal niet werken

Slide 26 - Quizvraag

Asbest
Kleine vezels die diep in de longen kunnen doordringen
Kortademig worden
Longkanker
Bij vermoeden asbest: 
- Werk stilleggen
- Leidinggevenden en opdrachtgever waarschuwen

-> risico wordt bepaald a.d.h.v. asbestinventarisatie

Slide 27 - Tekstslide

Je gaat een industriële verwarmingsinstallatie vervangen. Je ziet onderaan een vezelachtige witte plaat. Je denkt dat het om asbest gaat. Wat doe je?
A
Niets, je bent niet bevoegd op het vlak van asbest
B
Je leidinggevende waarschuwen
C
De plaat natmaken, ze verpakken in een luchtdichte plastic zak en afvoeren.
D
De opdrachtgever waarschuwen

Slide 28 - Quizvraag

Specifieke gevaarlijke stoffen
Organische oplosmiddelen (via inademen)Hoofdpijn, aantasten hersenen
Cyclische verbindingen (Benzeen) Giftig, soms kankerverwekkend
Zware metalen (lood, kwik)Zeer giftig, explosiegevaar
Koolstofmonoxide Zeer giftig, explosie gevaar
Verven en lakken hoofdpijn, aantasting hersenen
Cement en kwartstof irriterend ademhalingswegen, stoflongen, oogletsel brandwonden
En sommige huishoudmiddelen

Slide 29 - Tekstslide

Organische oplosmiddelen
Deze middelen verdampen bij gebruik
De damp adem je in


Hoofdpijn (kortdurende blootstelling) 
Aantasting hersenen/ Schildersziekte/ OPS (langdurige blootstelling)

Slide 30 - Tekstslide

Cyclische verbindingen
Zoals Benzeen, Fenol, Tolueen en Xyleen 
Wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het maken van kleurstoffen en kunststoffen. 


Benzeen en Fenol -> Giftig bij inademing
Bezeen -> kankerverwekkend

Slide 31 - Tekstslide

Zware metalen

Dampen die vrijkomen bij 
verbranding zijn heel giftig bij
inademing (ook als je soldeert)

Zoals lood, kwik en zink

Slide 32 - Tekstslide

Veel voorkomende gevaarlijke stoffen
Asbest
Organische oplosmiddelen
Cyclische verbindingen
Zware metalen
Koolmonoxide
Huishoudmiddelen
Biologische stoffen
Cement 
Kwartsstof

Slide 33 - Tekstslide

Lekken
Kunnen ontstaan door: slecht onderhoud, slecht gemonteerde flenzen, morsen en verdampen bij overgieten of aftappen van vloeistof, beschadiging van installaties (na een aanrijding met vorkheftruck bijvoorbeeld) 

Risico's: milieuverontreiniging, risico van uitglijden, risico van brand/ explosie, verspreiding dat lekt in de ademlucht


Ontdek je lekkage, meldt dit bij je leidinggevende, zodat: 
- opgeleid personeel de lekkage kan repareren
- het gelekte product verwijderd kan worden

Slide 34 - Tekstslide

Koolmonoxide
Komt vrij bij onvolledige verbranding
- Je kan het niet ruiken en zien
- Explosiegevaarlijk
Zeer giftig bij inademen, verhindert zuurstofopname

Slide 35 - Tekstslide

Industriële gascilinders 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Opslag van gasflessen 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

 Branden en Blussen

-Brand blussen?
-Brand voorkomen?

Slide 42 - Tekstslide

BRAND
Brand is eigenlijk een reactie met zuurstof. 
Ook het verroesten van ijzer is een vorm van brand
Alleen zie je niet altijd vlammen of gloeien
Voor een brand heb je dus een brandstof nodig, en zuurstof,en een temperatuur (door een ontstekingsbron)Ontstekingsbron kan zijn een vonk, een vlammetje, voldoende warmte

Slide 43 - Tekstslide

BRAND!
Wat heb je nodig voor brand?


Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video

Wat is het risico van gevaarlijke stoffen in verf?
A
Zijn oxiderend
B
Veroorzaken haaruitval
C
Ze zijn giftig

Slide 47 - Quizvraag

Verf en lijmsoorten zijn voorbeelden van organische oplosmiddelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 48 - Quizvraag

Hoe heet de laagste temperatuur waarbij je een een stof kan aansteken?
A
Vlampunt
B
Ontstekings-temperatuur
C
Explosiegrens

Slide 49 - Quizvraag

Op een terrein staan gevaarlijke stoffen Welke info moet een loodgieter krijgen?
A
Melden als je klaar bent
B
Bij aankomst melden
C
Wat te doen bij brand

Slide 50 - Quizvraag

Via een open wond kan een gevaarlijke stof direct in je bloed terechtkomen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 51 - Quizvraag

Je kunt gevaarlijke stoffen via je haren binnenkrijgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 52 - Quizvraag

Via je kleren of schoenen kunnen gevaarlijke stoffen in je lichaam terechtkomen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 53 - Quizvraag

Door lucht in te ademen met gevaarlijke stoffen, kun je de gevaarlijke stof binnenkrijgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 54 - Quizvraag

Wat betekend dit bord?
A
Biologisch gevaar.
B
Gevaar voor laserstraal.
C
Gevaar voor radio-actieve stoffen.

Slide 55 - Quizvraag

Harry werkt in een fabriek met gevaarlijke stoffen. Hij heeft voldoende PBM's om zich te beschermen en heeft ook een persoonlijke gasmeter. Opeens ziet hij bij een opslagvat, een groene damp vrijkomen. Wat moet hij doen?
A
Hij houdt afstand en waarschuwt zijn direct leidinggevende.
B
Hij blijft gewoon werken, zijn PBM's en persoonlijke gasmeter beschermen hem voldoende.
C
Hij gaat direct kijken wat er aan de hand is en neemt als voorzorg een brandblusser mee.

Slide 56 - Quizvraag

Gevaarlijke stoffen zijn ingedeeld in categorieën, welke zijn dat?
A
Explosief, licht/zeer licht ontvlambaar, schadelijk
B
Schadelijk, kankerverwekkend, verstikkend
C
Brandbaar, giftig en onschuldig
D
Corrosief, ziekmakend, explosief

Slide 57 - Quizvraag

Belangrijk!!
Het is dus belangrijk om te weten wanneer je werkt met gevaarlijke stoffen en welke persoonlijke beschermingsmiddelen en kleding je moet gebruiken om veilig te kunnen werken. 

Slide 58 - Tekstslide