Les 5: Voeding 2021

Les 4: Voedselvergiftiging en voedselhygiene
Je doet alleen LessonUP, Je gebruikt je boek NIET!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 4: Voedselvergiftiging en voedselhygiene
Je doet alleen LessonUP, Je gebruikt je boek NIET!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen


1.  Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen voedselvergiftiging en voedselinfectie

2. Ik kan vertellen welke klachten iemand krijgt die een voedselvergiftiging heeft

3. Ik kan 5 hygiënische maatregelen noemen die een voedselvergiftiging kunnen voorkomen

Slide 2 - Tekstslide

Voedselvergiftiging

Bacteriën en schimmels kunnen goed leven op groenten, vlees, fruit en ander voedsel. 
Daardoor kan het voedsel bederven.
Bedorven voedsel kun je niet meer eten. Je wordt er ziek van. Je hebt dan een voedselvergiftiging. Dit is een afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen. Deze giftige stoffen worden geproduceerd door bacteriën of schimmels. Meestal kun je zien of ruiken dat voedsel niet meer goed is, maar niet altijd.

 
Salmonella is een bacterie die veel voorkomt in dieren, vooral in kippen en varkens. Salmonellabacteriën kunnen voorkomen in rauwe dierlijke producten, zoals vlees, vis en eieren, en op rauwe groente en fruit. De bacteriën kunnen zich zeer snel vermenigvuldigen, vooral bij temperaturen tussen 20 en 30 °C. Het is gevaarlijk voedsel te eten dat met salmonellabacteriën is besmet. Een besmetting kan klachten geven zoals diarree, buikpijn en koorts. De bacteriën tasten de dunne darm aan en veroorzaken daar een ontsteking. De verschijnselen ontstaan meestal binnen 12 tot 36 uur en duren twee tot drie dagen.

Slide 3 - Tekstslide

Voedselvergiftiging
Bacteriën en schimmels op bedorven voedsel produceren giftige stoffen.


Deze giftige stoffen zorgen ervoor dat je ziek wordt. 

Je gaat overgeven, je krijgt buikpijn / diarree. Hierdoor verlaten de gifstoffen het lichaam. Het is een afweerreactie van het lichaam.

Slide 4 - Tekstslide

Voedselvergiftiging ≠ voedselinfectie
Voedselvergiftiging: 
Giftige stoffen gemaakt door bacteriën of schimmels 
maken je ziek. Je gaat overgeven en/of je krijgt diarree 
van de giftige stoffen. Hierdoor verlaten de gifstoffen het lichaam.
De salmonella bacterie maakt giftige stoffen.

Voedselinfectie: 
Je word ziek door het eten van voedsel 
waarin veel bacteriën, virussen of parasieten zitten.

Slide 5 - Tekstslide

Voedselhygiëne

Je kunt een voedselinfectie voorkomen door hygiënisch om te gaan met voedsel. Dat betekent dat je op een schone manier omgaat met voedsel en materialen. Bacteriën en schimmels kunnen zich goed voortplanten in de warme en vochtige omgeving van de keuken. Daarom is de hygiëne erg belangrijk.

Slide 6 - Tekstslide

Waardoor bederft eten?
 

Schimmels en bacteriën 

en ......  ==>

Slide 7 - Tekstslide

Hygiënische maatregelen


Besmetting 
met bacteriën en schimmels

Slide 8 - Tekstslide

Opdrachten maken in je schrift
11. Leg uit wat het verschil is tussen voedselvergiftiging en
      voedselinfectie
12. Noteer welke klachten iemand krijgt  met een
       voedselvergiftiging
13. Noteer 5 hygiënische maatregelen die een
       voedselvergiftiging kunnen voorkomen


Je krijgt geen antwoorden. De antwoorden staan in deze les.
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van 2 klasgenoten.
Bespreek de verschillen en kom zo tot de goede antwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Zoek  zelf op wat kruisbesmetting is en noteer het in je schrift. 
Niet leren

Slide 10 - Tekstslide