Kwaliteit en deskundigheid examengesprek voeren

Kwaliteit en deskundigheid/ SLB
Thema examengesprek voeren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
kwaliteit en deskundigheidMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kwaliteit en deskundigheid/ SLB
Thema examengesprek voeren

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud 
  • Samenvatting examengesprek
  • Criteria examengesprek
  • Filmpje (oortjes nodig i.v.m. geluid)
  • Oefenen 1 Jouw BPV plek én doelgroep
  • Oefenen 2 vraag en antwoord 
  • STRAK-methode
  • Oefenen 3  zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding






Zoals je kunt lezen en zelf al hebt kunnen ervaren is een goed begin het halve werk. Zorg dat je je goed voorbereid  bent op het examengesprek. Daarom staat de voorbereiding van het examengesprek binnen dit thema centraal.

Slide 3 - Tekstslide

Het examengesprek samengevat
  • Het examenproduct van B1-K2-W1 “werkt aan eigen deskundigheid” is met een voldoende afgerond. 
  • Je bent op tijd aanwezig ​, min. 10 minuten voorafgaand aan het gesprek​.
  • Totale duur examengesprek: 45 minuten​. Het gesprek zelf ​ duurt max. 30 min.
  • Er zijn 2 assessoren aanwezig​: vanuit zowel opleiding als werkveld, dit met een specifieke rolverdeling.
  • Korte opstart waarin het verloop van het gesprek wordt toegelicht​: In de inleiding wordt gevraagd iets over je huidige BPV-plek te vertellen.
  • Het is een gesprek, géén voordracht​. Als hulpmiddel kun je de STRAKK- methode gebruiken.
      Je mag aantekeningen in steekwoorden meenemen. 
  • Licht de beoordelingscriteria toe op basis van concrete voorbeeldsituaties. . Het gaat hierbij om het toepassen van theorie in de praktijk, en niet om kennisoverdracht.​
  • Bekijk elk criterium en bedenk hierbij een (of meer) relevante voorbeeldsituatie(s) uit de beroepspraktijk​. Leg bij elke situatie duidelijk de link naar hoe jij kennis/vaardigheden toepast en verantwoord je gemaakte keuzes .
  • ​Houd rekening met het feit dat de assessoren verdiepende vragen stellen.
  • Neem eventueel aantekeningen mee om tijdens het gesprek op terug te kunnen vallen



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Filmpje van een examengesprek (oortjes nodig)
Dit filmpje dient ter illustratie want het betreft een andere opleiding. 
• Welke stappen zie je in het filmpje terug?
• Wat valt je op aan de beoordelaar? Welke rol zie je terug?
• Wat valt je op aan de student?
• Welke tips kun je hier voor jezelf eruit halen?


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

 Opdrachten 
Oefenen 1 Jouw BPV plek én doelgroep 
Deel A CREA BEA
• Maak op een creatieve wijze inzichtelijk waar jij stage loopt en vermeld hierbij alleen belangrijke informatie in relatie tot het examengesprek.
• Denk aan: de organisatie / de doelgroep/visie/ bijzonderheden opvang enz.
• Dit doe je door er een collage / mindmap / flyer / woordweb van te maken.

Slide 8 - Tekstslide

Deel B PITCHEN MAAR
• Pitch je BPV plek via een “elevator pitch” van één minuut.
• Werk uit wat je wil vertellen en maak hier vervolgens een korte pitch van. Doel: informatief, kort en bondig.
Werk in tweetallen in breakoutrooms en deze worden door jullie opgenomen.

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen 2 vraag en antwoord
Enkele korte spelvormen om het begrip ‘vragen stellen’ nog eens onder de aandacht te brengen.

Opdracht: Geen ja/ nee
  • De studenten bedenken vragen a.d.h.v. een thema (bijv. carnaval) aan elkaar en mogen geen ja of nee zeggen. 
  • Als je dit toch doet dan is de ander aan de beurt.

Opdracht: Wie of wat ben ik?
De studenten kiezen een thema (bijv. carnaval) en schrijven voor henzelf op wat of wie de ander is.
De student stelt vragen om te achterhalen wie of wat hij is.
Als de student het geraden heeft is de ander aan de beurt.
Opdracht: Vragen staat vrij (10 minuten)
Deel A
  • Werk met 2 a 3 studenten
  • Ga naar de site : Rad Van Fortuin (piliapp.com)
  • Voer de cijfers in van 1 tot 7 die verwijzen naar de criteria van de beoordelingscriteria (zie dia beoordelingscriteria).
  • Het cijfer dat gedraaid wordt is het criteria waar je vragen over gaat stellen.
  • Bedenk bij dit criterium vragen (noteer deze) die je zou kunnen stellen aan de kandidaat. Dit met als doel te kunnen achterhalen hoe hij/zij kan aantonen dit gedrag te beheersen.
  • Klassikale nabespreking. Wat is een goede vraag? Welke vraag is minder goed of zelfs niet relevant?
Deel B
  • Herhaal dezelfde stappen als deel A.
  • Nu ga je geen vragen bedenken maar ga je concrete voorbeeldsituatie(s) bedenken uit je eigen beroepspraktijk.
  • Noteer deze evt. in steekwoorden.
  • Klassikale nabespreking.




Slide 10 - Tekstslide

STRAK- methode


In de les van kwaliteit en deskundigheid hebben we gesproken over de STARR(T) – methode. Ondanks dat de letters ander zijn is het doel hetzelfde en de inhoud nagenoeg ook.
De STRAK is een methode die kan worden toegepast in het kader van examinering. Hiermee kan de examenkandidaat komen tot verantwoording op basis van toegepaste kennis op het juiste beheersingsniveau.

Zo ziet het er samengevat uit:
S = Situatie / Het kort weergeven van het uitgevoerde examen.
T = Taak / Het kort weergeven van de eigen rol, taak en verantwoordelijkheid binnen de situatie.
R = Resultaat / Het kort weergeven van het resultaat van het uitgevoerde examen.
A = Aanpak / Het verklaren van de gekozen aanpak.
K = Keuzes / Het onderbouwen van de keuzes die gemaakt zijn op basis van o.a. onderliggende theorie

Slide 11 - Tekstslide

Om er zelf mee aan de slag te gaan kunnen er bij alle onderdelen vragen gesteld worden. Die jou kunnen helpen om de situatie te verhelderen.

Situatie
• Vertel kort de situatie waarin je succesvol bent geweest in …………….. ( het criterium / de criteria) binnen het werkproces ……………….. (nog in te vullen.)
Taak
• Wat is jouw taak? Wat is jouw rol of verantwoordelijkheid? Wat is jouw doel?
Resultaat
• Wat is het resultaat van jouw handelen?
Aanpak
• Hoe heb je dat aangepakt in die situatie? (De examinator bevraagt letterlijk het criterium binnen het werkproces.)


Keuzes
• Welke keuzes heb je gemaakt?
• Met welke bedoeling heb je zo gehandeld?
• Wat is daarin belangrijk?
• Welke afweging heb je gemaakt?
• Wat zegt het protocol/ het plan over deze situatie? Welke afspraken zijn in het team gemaakt over deze situatie?
• Welke theorie heb je toegepast in deze situatie?
• Welke visie heeft de instelling / bedrijf hierop?
• Welke analyse heb je gemaakt in deze situatie?
• Welke conclusie(s) heb je getrokken?
• Welke oplossingen of verbetervoorstellen heb jij gegeven?
• Wat maakt dat je hiervoor gekozen hebt





Slide 12 - Tekstslide

Oefenen gesprek voeren
• De studenten werken in drietallen samen: examenkandidaat, assessor 1 en assessor 2
• Jullie hebben kunnen oefenen met vragen stellen, situaties bedenken en jullie hebben een voorbeeld filmpje gezien. Nu gaan jullie zelf aan de slag.
• Spreek met elkaar af welke drie criteria jullie gaan beoordelen en wie bij welke criteria de kandidaat, assessor 1 en assessor 2 is.
• Voer het gesprek naar aanleiding van een specifieke criterium van de kandidaat.
Assessor 1 stelt vragen: Assessor 2 maakt kort aantekeningen. Beoordeel na afloop of de student het behaald heeft.
• De docent zal bij de verschillende groepjes komen kijken.

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen zelf aan de slag
De beoordelingslijst/ criteria erbij nemen en de student zelf laten voorbereiden van voorbeeldsituaties per criteria. Neem hierin de STRAK- methode in mee.

Slide 14 - Tekstslide