§6.2 Waar zorgt de overheid voor? ed.7_2025

Hoofdstuk 6 
Wat doet de overheid?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 
Wat doet de overheid?

Slide 1 - Tekstslide

Weten we het nog? Par. 6.1
Leerdoelen paragraaf 6.1
  • Je weet dat de overheid bestaat uit gemeente, provincie en rijksoverheid en dat haar  werknemers ambtenaren heten.
  • Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
  • Je weet dat de provincie een deel van de infrastructuur bepaalt.
  • Je weet wat de rijksoverheid is en wat zij doet.

Slide 2 - Tekstslide

Gemeente
  • houdt basisregister personen bij.
  • geeft officiële documenten uit (paspoort, rijbewijs etc.).
  • maakt bestemmingsplannen (welk gebied voor huizen, natuur, bedrijven). 
  • legt straten en fietspaden aan.
Provincie 
  • verantwoordelijk voor een deel van de infrastructuur.
  • verantwoordelijk voor het openbaar vervoer
  • verantwoordelijk voor de drinkwatervoorziening
  • verantwoordelijk voor waar dorpen en steden mogen uitbreiden.
  • verantwoordelijk voor war natuur- en recreatiegebieden komen. 
  • verantwoordelijk voor provinciale wegen, fietspaden en bruggen.
  • houdt toezicht op de gemeente. 
Rijksoverheid 
  • zorgt voor de veiligheid in ons land.
  • zorgt voor de onderhoud van de dijken in ons land.
  • is verantwoordelijk voor het onderwijs in ons land.
  • verantwoordelijk voor de spoorwegen en snelwegen.  

Slide 3 - Tekstslide

3 Niveaus

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

§6.2 Waar zorgt de overheid voor?

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen: 
Je kunt:
  1. uitleggen wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen en voorbeelden geven.
  2. uitleggen wat sociale zekerheid is.
  3. uitleggen waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.
  4. het verschil benoemen tussen de particuliere en de collectieve sector.

Slide 7 - Tekstslide

De overheid zorgt niet alleen voor veiligheid of sportvelden, wegen en onderwijs. De overheid zorgt ook voor mensen die geen of weinig inkomen hebben. In deze paragraaf leer je daar meer over.

Slide 8 - Tekstslide

Lees de theorie stukjes van §6.2

Slide 9 - Tekstslide

Lezen
Je hebt 6 minuten om de tekst te lezen. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekend het woord collectief?

Slide 11 - Woordweb

Waar gaat de tekst over?

Slide 12 - Woordweb

Leerdoel 1:
Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen en een aantal voorbeelden geven.

Slide 13 - Tekstslide

collectieve voorzieningen

Slide 14 - Tekstslide

Collectieve voorzienigen
Wordt door de overheid geregeld.
Wordt betaald door de overheid.
Iedereen mag er gebruik van maken.


Slide 15 - Tekstslide

Wie regelt het?
Overheid
De bewoners zelf
Brandweer
Politie
Sportvoorzieningen
Kleding
Eten en drinken
Mobiele telefoons

Slide 16 - Sleepvraag

Is een uitkering een collectieve voorziening?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

De overheid zorgt voor jou
Als mensen geen of te weinig inkomen hebben, kunnen ze van de overheid een uitkering krijgen.

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel 2:
Je kunt met voorbeelden uitleggen wat sociale zekerheid is.

Slide 19 - Tekstslide

Heb je geen inkomen?
Wat nu....?
Kan het niet..... lukt het niet.....?

Maakt niet uit. 

De overheid zorgt voor je.

Slide 20 - Tekstslide

Soorten uitkeringen
WW-uitkering
AOW-uitkering
Huurtoeslag
Zorgtoeslag

= Sociale zekerheid

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Leerdoel 3:
Je kunt uitleggen waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een premie?

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Video

2 soorten premies
Premies werknemers verzekeringen (zie vorige video)
Je hebt mee betaald.


Premies sociale verzekeringen (bijvoorbeeld AOW)

Slide 26 - Tekstslide

Premies werknemers verzekeringen 
- Je hebt meebetaald
- Je voldoet aan een voorwaarde (je hebt ooit gewerkt voor een bepaalde tijd).

Premies sociale verzekeringen 
Bijvoorbeeld AOW
- Is voor iedereen
- Iedereen betaald mee (via inkomen...als je dat hebt))
- Je voldoet aan een voorwaarde om het te krijgen (bijvoorbeeld leeftijd)

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoel 4:
Je weet wat het verschil is tussen de particuliere en de collectieve sector.

Slide 28 - Tekstslide

Collectief of particulier
Collectief = door de overheid geregeld
Particulier = door bedrijven en burgers geregeld.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wat is het verschil?
Winstoogmerk

Wat???

Ze maken winst of gaan failliet.

Slide 31 - Tekstslide

Particuliere sector
bedrijven
gezinnen
streven naar winst
streven niet naar winst
Samengevat

Slide 32 - Tekstslide

Collectieve sector:
Overheid(sbedrijven)

Bijvoorbeeld:
Gemeente
Provincies
Het Rijk
Brandweer
Scholen
Bibliotheken
Particuliere sector:
Bedrijven en burgers.

Maken winst!!! Zoniet, gaan ze uiteindelijk failliet.

Bijvoorbeeld:
Albert Heijn
Boekenwinkel
Mediamarkt
Banken

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen:
  1. Je weet wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen en de collectieve sector.
  2. Je kunt met voorbeelden uitleggen wat sociale zekerheid is.
  3. Je weet waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.
  4. Je weet wat het verschil is tussen de particuliere en de collectieve sector.
  5. Je hebt paragraaf 6.2 goed begrepen.

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht:
Maak 10 foto's van collectieve voorzieningen die je tegenkomt op de weg van huis naar school. Zet deze in een collage mbv een app. 
Lever deze in via een bericht in Magister.

Slide 35 - Tekstslide