leesvaardigheid tekstverbanden

Welkom bij Nederlands
Deze les gaan we oefenen met alineaverbanden
Je hebt natuurlijk je boek, schrift en pen klaar liggen.
Maandag 31 januari is de toets leesvaardigheid.
De presentaties starten weer op dinsdag 1 februari.
NUMO en je tweede boek lezen is huiswerk.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Deze les gaan we oefenen met alineaverbanden
Je hebt natuurlijk je boek, schrift en pen klaar liggen.
Maandag 31 januari is de toets leesvaardigheid.
De presentaties starten weer op dinsdag 1 februari.
NUMO en je tweede boek lezen is huiswerk.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke drie alineaverbanden heb je geleerd?

Slide 3 - Open vraag

Bij het alineaverband uitspraak-opsomming horen deze signaalwoorden:
A
ook, ten eerste, en, bovendien, vervolgens, ten slotte
B
maar, echter, integendeel, hoewel
C
bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie, te denken valt aan
D
want, doordat, daardoor, als gevolg van

Slide 4 - Quizvraag

Opdracht: Schrijf de signaalwoorden uit onderstaande alinea in je schrift.
Schrijf de drie belangrijke alineaverbanden in je schrift die horen bij die signaalwoorden in onderstaande alinea.
In een brandweerauto wordt dan ook geen enkel plekje onbenut gelaten. Zo vinden brandweerlieden achter de luiken langs de wanden alle hulpmiddelen die ze nodig hebben. Verder wordt het dak gebruikt voor de uitschuifbare ladders en de hydraulische hoogwerkers.​

Slide 5 - Tekstslide

Controleer jouw antwoorden voor signaalwoorden en verbanden
In een brandweerauto wordt dan ook geen enkel plekje onbenut gelaten. Zo vinden brandweerlieden achter de luiken langs de wanden alle hulpmiddelen die ze nodig hebben. Verder wordt het dak gebruikt voor de uitschuifbare ladders en de hydraulische hoogwerkers.​


Zo: uitspraak – voorbeeld​
Verder: opsommend verband​
En: opsommend verband​




Slide 6 - Tekstslide

Met welk signaalwoord wordt de eerste alinea verbonden met de tweede alinea? Schrijf dit in de schrift.
"Die zijn onmisbaar om de bovenste verdiepingen van brandende gebouwen te bereiken en om de brand van bovenaf te kunnen blussen. Allemaal belangrijke hulpmiddelen die een mooi plaatsje hebben. ​

Maar het belangrijkste 'wapen' van de brandweerauto is water. Waar is dat opgeborgen? Sommige types hebben een tank van duizenden liters aan boord, andere worden gekoppeld aan een brandkraan, of halen het uit een sloot, vaart of gracht.​

Slide 7 - Tekstslide

Het signaalwoord uit de vorige opdracht was:
A
of
B
die
C
Waar
D
Maar

Slide 8 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Ga nu zelfstandig aan het werk met opdracht 7 op blz.144.
Ook dinsdag krijgen jullie tijdens de les tijd om aan deze opdracht te werken.

Huiswerk voor de komende week is:
maak de taken in NUMO en lees in je leesboek.


Slide 9 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands
Deze les gaan we verder oefenen met leesvaardigheid 
blok 1 t/m 3

Slide 10 - Tekstslide

Bij het alineaverband uitspraak - tegenstelling horen de volgende signaalwoorden:
A
ook, ten eerste, en, bovendien, vervolgens, ten slotte
B
maar, echter, integendeel, hoewel, daar staat tegenover
C
bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie, te denken valt aan
D
want, doordat, daardoor, als gevolg van

Slide 11 - Quizvraag

Welke 4 manieren van inleiden worden er vaak in de inleiding gebruikt?

Slide 12 - Open vraag

Vier manieren van inleiden
1. Het onderwerp aankondigen
2. een kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen
3. een of meer vragen stellen
4. de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel manieren van inleiden had jij goed?
A
0-1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Op welke 3 manieren kan je een tekst afsluiten?

Slide 15 - Open vraag

Drie manieren van afsluiten van een tekst
1. Een korte samenvatting
2. Een conclusie van een tekst
3. een advies/tip geven

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel manieren van afsluiten had jij goed?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 17 - Quizvraag

Maak deze opdracht in je schrift
"Een brandweerauto is een indrukwekkende machine, maar hij kan niet zonder een goedgetrainde bemanning.​

1a Welk tekstverband staat er in deze zin?​
1b. Welk signaalwoord geeft dit verband aan?​
1c. Schrijf de twee delen van het verband op.​



Slide 18 - Tekstslide

Antwoord
1a tekstverband uitspraak - tegenstelling​
1b maar (regel 1) ​
1c Een brandweerauto is een indrukwekkend machine. = uitspraak ​
maar hij kan niet zonder een goedgetrainde bemanning. = tegenstelling ​

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Ga nu zelfstandig verder met opdracht 7 op blz.144.
Ook donderdag krijgen jullie tijdens de les tijd om aan deze opdracht te werken.

Huiswerk voor de komende vrijdag is:
maak de taak Schrijven 2 in NUMO 
en lees in je leesboek.


Slide 20 - Tekstslide