H7 Oppervlakte en inhoud

hoofdstuk 7
Oppervlakte en inhoud
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 7
Oppervlakte en inhoud

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Grootheid       
Iets wat je kunt meten. Een verzamelnaam van een aantal eenheden.

 
Eenheden (maten)
Een woord/letter/symbool dat het getal ervoor of erna een waarde geeft.

     

Voorbeelden: lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, temperatuur, tijd, geld, snelheid, ..
Voorbeelden: km, m², l, kg, uren,€, m/s 

Slide 2 - Tekstslide

lengtematen 

Slide 3 - Tekstslide

omtrek en oppervlakte

Omtrek (km, m, cm, ..)
De lengte van de rand van een figuur (eromheen).

Oppervlakte (hectare, m², .. )
Het aantal keer dat een oppervlaktemaat op het figuur past.

Slide 4 - Tekstslide

Schatten en vuistregels.

Schatten is het ongeveer beredeneren van de uitkomst.

Vuistregels kunnen je hierbij helpen.
  • Een verdieping is ongeveer 3 meter hoog.
  • Een deur is 1 meter breed en 2,50 meter hoog.
  • Een volwassene is ongeveer 180 cm lang.

Slide 5 - Tekstslide

Oppervlakte bereken van een figuur

Stappenplan 

Stap 1    Maak zichtbaar wat je weet.
Stap 2   Zorg dat alle afmetingen dezelfde lengtemaat hebben.
Stap 3   Bereken de oppervlakte.
Stap 4   Geef antwoord op de vraag.
Stap 5   Controleer je antwoord. (Is het logisch? Eenheden?)

Slide 6 - Tekstslide

Bereken de omtrek van de figuur

Slide 7 - Open vraag

Bereken de oppervlakte van de figuur

Slide 8 - Open vraag

Inlijsten gebruiken bij oppervlakte

Stappenplan 

Stap 1    Neem het figuur over en lijst hem in (stippellijnen).
Stap 2   Zet alle afmetingen erbij.
Stap 3   Bereken eerst de oppervlakte van de rechthoek (geheel). 
Stap 4   Bereken de oppervlaktes alle overige figuren. 
Stap 5   Opp figuur = opp rechthoek - opp rest.  
Stap 6   Geef je antwoord en controleer deze (Logisch? Eenheden?).

Slide 9 - Tekstslide

Inlijsten gebruiken bij oppervlakte

Stappenplan 

Stap 1    Neem het figuur over en lijst hem in (stippellijnen).
Stap 2   Zet alle afmetingen erbij.
Stap 3   Bereken eerst de oppervlakte van het rechthoek (geheel). 
Stap 4   Bereken de oppervlaktes van alle overige figuren. 
Stap 5   Opp figuur = opp rechthoek - opp rest.  
Stap 6   Geef je antwoord en controleer deze (Logisch? Eenheden?).

Slide 10 - Tekstslide

Neem de figuren over.
Bereken hoeveel roostervierkantjes
de oppervlakte van figuur A is.

Slide 11 - Open vraag

Inhoud balk
Inhoud balk = grondvlak x hoogte
Inhoud balk = lengte x breedte x hoogte

Slide 12 - Tekstslide

lengte maten - oppervlakte maten ² - inhouds maten ³
dm³ = l
cm³ = ml

Slide 13 - Tekstslide

Bereken de inhoud van
ruimtefiguur A in liters

Slide 14 - Open vraag

Oppervlakte of inhoud berekenen van een figuur

Stappenplan 

Stap 1    Maak zichtbaar wat je weet.
Stap 2   Zorg dat alle afmetingen dezelfde lengtemaat hebben.
Stap 3   Bereken de oppervlakte/ inhoud.
Stap 4   Geef antwoord op de vraag.
Stap 5   Controleer je antwoord. (Is het logisch? Eenheden?)

Slide 15 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte van
ruimtefiguur A in liters

Slide 16 - Open vraag

Boer Pieters heeft een vierkant stuk land van 6400
zijn buurman heeft een langwerpig . rechthoekig stuk land van 0.22 km
bij 30 m. Boer Pieters is van mening dat hij het grootste stuk land heeft.
Ga met een berekening na of boer Pieters gelijk heeft.
m2

Slide 17 - Open vraag