Paragraaf 6.2 Waar zorgt de overheid voor?

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welkom 2TL
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Check 6.1
- Uitleg 6.2
- Aan de slag met de opdrachten



Slide 5 - Tekstslide

Check 6.1 ✅
  • Uit welke 3 bestaat de overheid?
  • Welke taken heeft de gemeente?
  • Welke taken heeft de provincie?
  • Wat is infrastructuur?
  • Welke taken heeft de rijksoverheid?

Slide 6 - Tekstslide

Paragraaf 6.2
Wie is de overheid?

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je:
  • Wat collectieve voorzieningen zijn
  • Wat sociale zekerheid is
  • Waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden
  • Wat het verschil is tussen de collectieve en de particuliere sector






      Slide 8 - Tekstslide

      Leerdoel 1
      Wat is er voor iedereen bedoeld?

      Slide 9 - Tekstslide


      De overheid levert en betaalt voorzieningen waarvan iedereen gebruik mag maken --> Collectieve voorzieningen


      Voorbeelden van collectieve voorzieningen:
      • Parken
      • Wegen
      • Speeltuinen
      • Onderwijs
      • Brandweer
      Collectief’ betekent letterlijk: gezamenlijk. 

      Collectieve voorzieningen zijn voor ons allemaal.

      Slide 10 - Tekstslide

      Collectieve voorzieningen

      Slide 11 - Tekstslide

      Leerdoel 2
      Hoe zorgt de overheid voor jou?

      Slide 12 - Tekstslide

      Wie geen of te weinig inkomen kan verdienen, kan van de overheid een uitkering krijgen. 
      Dat heet sociale zekerheid.



      Twee voorbeelden van sociale zekerheid:

      • Algemene Ouderdomswet (AOW)
      Iedereen krijgt vanaf de pensioenleeftijd een AOW-uitkering 

      • Werkloosheidswet (WW)
      Werklozen kunnen een WW-uitkering krijgen

      Slide 13 - Tekstslide

      Leerdoel 3
      Wie betaalt die sociale zekerheid?

      Slide 14 - Tekstslide

      • Voor alle uitkeringen is veel geld nodig.

      • Daarom betaalt iedereen van het brutoloon sociale premies.

      • Sociaal betekent dat je rekening houdt met anderen.

      • Mensen met werk zorgen zo ook voor het inkomen van mensen zonder werk.

      Slide 15 - Tekstslide

      Slide 16 - Video

      Leerdoel 4
      Maakt elke bedrijf winst?

      Slide 17 - Tekstslide

      Alle bedrijven en instellingen van de overheid horen bij de collectieve sector.  

      Bijvoorbeeld: 
      • Het UWV
      • Onderwijs
      • Politie
      Bedrijven (en burgers) behoren tot de particuliere sector. 

      Zij willen winst maken met de verkoop van goederen of diensten.

      Bijvoorbeeld:
      • Albert Heijn
      • Snackbar

      Slide 18 - Tekstslide

      Check 6.2 ✅
      • Noem voorbeelden op van de collectieve voorzieningen?
      • Wat is sociale zekerheid?
      • Hoe worden de uitkeringen betaald?
      • Wat is het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector?

      Slide 19 - Tekstslide

      Aan de slag met 6.2
      ✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten op blz. 184
      opdracht 1, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12


      👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot of mij
      🗣️ Graag rustig praten


      Vragen?
      Steek je hand op, ik kom eraan!

      Slide 20 - Tekstslide

      Extra informatie

      Slide 21 - Tekstslide

      Slide 22 - Video