Woordenschat H4

Woordenschat H 4
Tegenstellingen

S.Chakari
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H 4
Tegenstellingen

S.Chakari

Slide 1 - Tekstslide

De betekenis van een moeilijk woord kun je soms vinden doordat er een tegenstelling in de zin staat.
De verslagen zijn identiek, maar gek genoeg is de beoordeling verschillend.

Slide 2 - Tekstslide

Drie vormen van tegenstelling
1. Basiswoord plus een voorvoegsel.
2. Voorvoegsel wordt vervangen.
3. De tegenstelling kan een heel ander woord zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Aanvallen - verdedigen.
Bij welke vorm hoort dit?
A
vervang het voorvoegsel
B
basiswoord plus voorvoegsel
C
heel ander woord

Slide 4 - Quizvraag

Boeiend- saai
A
vervang het voorvoegsel
B
een heel ander woord
C
basiswoord plus een voorvoegsel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van emigreren?

Slide 6 - Open vraag

emigreren- immigreren
A
basiswoord plus een voorvoegsel
B
vervang het voorvoegsel
C
een heel ander woord

Slide 7 - Quizvraag

goedkeuren- afkeuren
A
basiswoord plus een voorvoegsel
B
vervang het voorvoegsel
C
een heel ander woord

Slide 8 - Quizvraag

ingewikkeld- simpel
A
basiswoord plus een voorvoegsel
B
vervang het voorvoegsel
C
een heel ander woord

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van inschakelen?

Slide 10 - Open vraag

inschakelen- uitschakelen
A
basiswoord plus een voorvoegsel
B
vervang het voorvoegsel
C
een heel ander woord

Slide 11 - Quizvraag

Tegenstelling van legaal?

Slide 12 - Open vraag

legaal- illegaal
A
basiswoord plus een voorvoegsel
B
vervang het voorvoegsel
C
een heel ander woord

Slide 13 - Quizvraag

productief- improductief
A
basiswoord plus een voorvoegsel
B
vervang het voorvoegsel
C
een heel ander woord

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van toekomst?

Slide 15 - Open vraag

vertrouwen- wantrouwen
A
basiswoord plus een voorvoegsel
B
vervang het voorvoegsel
C
een heel ander woord

Slide 16 - Quizvraag