(L6) Cybercrime

Cybercrime
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Cybercrime

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen wij Fake News herkennen?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

HALT-Methode
1). Controleer de datum
2). Klik door en vind
1). Nieuws zoeken en vergelijken
2). Op afbeelding zoeken
1). Bron betrouwbaar?
2). Voldoet bron aan verwachtingen?
3). Gebruik Wikipedia
1). Roept het artikel heftige emoties op?
2). Verbaast het artikel jou?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor wordt een Deep Fake gemaakt?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les weet je wat cybercrime is en wat de gevolgen van cybercrime kunnen zijn.
Lesdoel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cybercrime
Wat betekent dit woord eigenlijk?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cybercrime
-
Cybercriminaliteit
-
Computer criminaliteit
"Misdaad gepleegd met ICT. Het strafbare feit wordt gepleegd met een computer, smartphone of tablet."

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

https://www.playframed.nl/946246

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00
Vragen voor nabespreking
  • Wat is Cybercrime?
  • Welke voorbeelden van cybercrime kun je noemen?
  • Wie heeft er 4, 5 of 6 cybercrimes gepleegd?
  • Wat vinden jullie ernstiger, diefstal van bijv. een fiets of het hacken van het schoolsysteem?
  • Wat kunnen de gevolgen zijn van cybercrime voor jou? Nu en in de toekomst?
  •  Wat zijn de gevolgen voor de slachtoffers (medeleerling, school)?
  • Wat zou je nu doen als een medeleerling als Anne je zoiets zou vragen?
  • Wat vinden jullie van de game?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Hebben jullie ooit met cybercriminaliteit te maken gehad?

  • Wat waren de gevolgen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden

Slide 14 - Tekstslide

Benoem 2 of 3 voorbeelden van cybercrime.

Virus:
Een virus is een klein programma dat de werking van je computer verstoort. Een virus kan gegevens op je computer beschadigen of verwijderen, je e-mailprogramma gebruiken om zichzelf te verspreiden of zelfs je hele harde schijf wissen. Veel virussen worden per e-mail verspreid en zijn vermomd als onschuldige bijlage, zoals een foto of geluidsbestand.

Malware:
Malware (malicious software) is een verzamelnaam voor alle software met een opzettelijk kwaadaardige werking, vaak wordt dit ook een virus genoemd.

Phishing:
Het per mail hengelen naar informatie door criminelen wordt phishing genoemd. Via de mail (maar ook via de telefoon) lijken betrouwbare instanties zoals een bank of creditcardmaatschappij te vragen om bijvoorbeeld inloggegevens, creditcardinformatie, pincode of andere persoonlijke informatie.

Ransomware:
Ransomware is een computervirus dat probeert je geld te laten betalen om van het virus af te komen. Ransomware kaapt je computer door bijvoorbeeld documenten en foto's te blokkeren waardoor ze niet meer toegankelijk zijn. Het virus meldt dat je een geldbedrag moet betalen om van de blokkade af te komen. Betaal niet! Betalen geeft geen enkele garantie op een werkende oplossing en je beloont criminelen voor hun gedrag.

Botnet:
Botnets zijn netwerken van computers die zonder medeweten van hun eigenaar besmet zijn met een virus of andere software en door derden worden misbruikt. Botnets worden gebruikt voor het versturen van spam en het uitvoeren van cyberaanvallen.

Cryptojacking:
Cryptojacking is een vorm van cybercrime waarbij cybercriminelen geld willen verdienen door cryptogeld in handen te krijgen. Dit doen ze in te breken op zoveel mogelijk wifi-netwerken, computers en websites, ook van mensen die niet in cryptogeld handelen. Ze besmetten de netwerken en apparaten dan bijvoorbeeld met malware om ze onderdeel te maken van een botnet voor cryptomining.

Pinpasfraude:
Criminelen kunnen je bijvoorbeeld via sociale media benaderen met de vraag of ze geld op je rekening mogen laten storten. Ze nemen het geld daarna van je rekening op door te pinnen met jouw bankpas en pincode. Hiervoor bedenken ze een misleidend verhaal en stellen ze een beloning in het vooruitzicht in de hoop dat je meewerkt. De beloning krijg je alleen niet en het gaat om illegaal verkregen geld dat ze willen wegsluizen. Omdat het via jouw rekening loopt, werk jij mee aan de criminele activiteit en ben jij ook strafbaar. 

Helpdeskfraude:
Helpdeskfraude is een vorm van oplichting waarbij fraudeurs vaak vanuit landen als India bellen en doen alsof ze helpdeskmedewerkers van grote, bekende bedrijven zijn, zoals Microsoft, Google en Ziggo. Ze zeggen je dat je computer besmet is met virussen of dat je gehackt bent. Ga er niet op in. Als je er wel aan meewerkt, krijgen ze op slinkse wijze toegang tot je computer en maken ze je geld naar zichzelf over. Dat overgemaakte geld verdwijnt vaak pijlsnel naar het buitenland.

Identiteitsfraude:
Bij identiteitsfraude maakt iemand misbruik van je persoonlijke gegevens. Onder je naam worden er producten of diensten besteld, uitkeringen of creditcards aangevraagd, betalingen gedaan of bankrekeningen geopend. De fraudeur maakt zich schuldig aan oplichting en diefstal. Dit is strafbaar. Identiteitsfraude kan ernstige gevolgen hebben.

Terrorisme en bedreiging:
Terroristen en andere radicale personen en groeperingen maken in groten getale gebruik van internet, bijvoorbeeld voor propaganda, het oproepen tot haat en geweld en het bedreigen van personen of instanties. Ook wordt internet ingezet bij het rekruteren en mobiliseren van personen bij het plannen van aanslagen.

DDoS-aanvallen:
Distributed denial-of-service (DDoS)-aanvallen hebben als doel een website of internetdienst onbruikbaar te maken door middel van overbelasting van de server. Vaak gaat het om websites van grote commerciële bedrijven, diensten van banken en creditcardmaatschappijen of e-maildiensten. De criminelen achter de aanvallen kunnen veel geld verdienen door hun diensten te verhuren of door bedrijven te chanteren. Particuliere websites zullen niet snel worden aangevallen, omdat er geen commercieel belang is.

Hacking:
In het dagelijks taalgebruik verstaan we onder hacken het inbreken in een computersysteem of netwerk. De inbrekers, hackers genoemd, kunnen hiervoor onder meer gebruikmaken van virussen, spyware, phishing en poortscans.

Internetoplichting:
Bekende vormen van oplichting zijn: phishing, scam, marktplaatsfraude en malafide ticketsites.

Kinderporno:
Het gaat hierbij om mensen die foto's en video's op internet zetten van kinderen jonger dan 18 jaar die seksuele handelingen verrichten, seksueel poseren of zich in een seksueel getinte omgeving bevinden. Ook het verspreiden van dit materiaal is strafbaar.

https://veiliginternetten.nl/themes/situatie/welke-vormen-van-cybercrime-zijn-er/

De gevolgen van (het plegen van) cybercriminaliteit
  • Boete
  • Celstraf
  • Schade bij slachtoffer(s)
  • Emotionele schade slachtoffer(s)
  • Financiële schade

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Portfolio-opdracht 6: Framed verslag

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als het goed is kun je nu uitleggen wat cybercrime betekent.

Als het goed is kun je uitleggen welke gevolgen er (kunnen) kleven aan cybercrime. 
Lesdoel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van deze les?
0100

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies