3.6 Vermenigvuldigen en delen met ronde getallen

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 3.6
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 3.6
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van rekenen en laat deze nog even dicht op tafel liggen. Pak ook een uitrekenblad.

Huiswerk controle: 
3.5 opdracht 45 t/m 51




Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel en leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000
- kun je grote getallen zonder het woord miljoen of miljard schrijven
- Kun je delen met 10, 100 of 1000
- kun je grote getallen met het woord miljoen of miljard schrijven. 

Leergebied overstijgende doelen:
Reflecteren
- Je kant vertellen wat er nodig is om een leerdoel te beheersen (bv. extra uitleg, meer oefentijd, leren, herhalen van leerstof). 
- Je kan benoemen welk leerdoel je al beheerst. 

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen & mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Gwen, Willem, Keano, Daniel & Thijs

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Tekstslide

Bereken:
34,72 x 10 =

Slide 5 - Open vraag

Bereken:
6167 : 1000 =

Slide 6 - Open vraag

Schrijf de getallen met alleen cijfers:
1,9 miljoen

Slide 7 - Open vraag

Schrijf met het woord miljard:
8 320 000 000

Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat
Had je alle vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.6 opdracht 52 t/m 69 op blz. 82 en 86

De rest doet mee met de instructie

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
Bij vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000 hoef je de getallen niet onder elkaar te zetten. Het kan uit het hoofd.

34,73 x 10 =
6,932 x 100 =
0,061 x 1000 = 

Slide 10 - Tekstslide

Grote getallen
Duizend = 1000                      3 nullen
Miljoen = 1 000 000              6 nullen
Miljard = 1 000 000 000      9 nullen

1,23 miljoen in cijfers. De komma schuift 6 plaatsen naar rechts

0,25 miljoen in cijfers. De komma schuift 9 plaatsen naar rechts

Slide 11 - Tekstslide

Delen door 10, 100 of 1000
Je kunt een decimaal getal delen door 10, 100 of 100. Je hoeft geen staartdeling te maken. Het kan uit het hoofd. 

34,72 : 10 =
6,9 : 100 = 
40,5 : 1000 = 

Slide 12 - Tekstslide

Grote getallen
Je kunt van grote getallen met alleen cijfers getallen maken met het woord miljoen of miljard. Je gaat dan het getal delen door miljoen of miljard. 

Schrijf 5 670 000 met het woord miljoen. De komma schuift 6 plaatsen naar links.

Schrijf 850 000 000 met het woord miljard. De komma schuift 9 plaatsen naar links. 

Slide 13 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Vind je het nog lastig of had je alle vragen van de mini-check fout? Dan maken we samen opdracht 53. 

De rest gaat zelfstandig aan de slag met 3.6 opdracht 52 t/m 69 op blz. 82 en 86



 

Slide 14 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 3.6 opdracht 52 t/m 68 op blz. 82 t/m 86


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na. 
Daarna pak je een automatiseringsblad of ga je 
lezen in het boek voor het boekverslag. 
timer
12:00

Slide 15 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Evaluatie lesdoelen: 
- kun je vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000?
- kun je grote getallen zonder het woord miljoen of miljard schrijven?
- Kun je delen met 10, 100 of 1000?
- kun je grote getallen met het woord miljoen of miljard schrijven?

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Donderdag 22 december
3.6 opdracht 52 t/m 69
Toetsen: 
Geen

Slide 17 - Tekstslide