H8.1 Getallen en Eenheden van Informatie

Getallen en Eenheden van Informatie
Wiskunde: hoofdstuk 8.1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Getallen en Eenheden van Informatie
Wiskunde: hoofdstuk 8.1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1. leerdoelen
2. uitleg
3. zelf oefenen
4. uitleg
5. zelf oefenen
6. aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je grote getallen begrijpen en eenheden van informatie gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over grote getallen en eenheden van informatie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Grote Getallen
Grote getallen zijn getallen die miljoenen of miljarden vertegenwoordigen, bijvoorbeeld 1.000.000 (1 miljoen) en 1.000.000.000 (1 miljard).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Miljoen
Eén miljoen is gelijk aan 1.000.000. 
1 miljoen heeft 6 nullen.
Bij vermenigvuldigen schuift de komma 6 plaatsen naar rechts
Bij delen schuift de komma 6 plaatsen naar links

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Miljoen (voorbeeld)
1,23 miljoen in cijfers = 


5 670 000 met het woord miljoen =

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Miljard
Eén miljard is gelijk aan 1.000.000.000. 
1 miljard heeft 9 nullen

Bij vermenigvuldigen met een miljard schuift de komma 9 plaatsen naar rechts.
Bij delen met een miljard schuift de komma 9 plaatsen naar links

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Miljard (voorbeeld)
0,25 miljard met alleen cijfers =


850 000 000 met het woord miljard = 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

check
Maken: Testopgave op blz. 109


Bespreken testopgave blz. 109
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheden van Informatie
Eenheden van informatie worden gebruikt om de grootte van bestanden en opslagcapaciteit aan te geven, zoals kilobyte (KB), megabyte (MB) en gigabyte (GB).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kilobyte
Eén kilobyte is gelijk aan 1.000 bytes. Het wordt afgekort als 'KB'.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Megabyte
Eén megabyte is gelijk aan 1.000.000 bytes. Het wordt afgekort als 'MB'.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gigabyte
Eén gigabyte is gelijk aan 1.000.000.000 bytes. Het wordt afgekort als 'GB'.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde
TB    -    GB    -    MB    -   kB   -   byte

stappen: byte naar kB  = : 1000
                    kB naar byte = x 1000

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Testopgave blz. 113


Bespreken testopgave
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Huiswerk
Voorkennis H8
Maken som 1 t/m 6 en 8

H 8.1
Maken som 2, 5, 6, 10, 12, 15 cd, 16 cd, 18, 20, 24

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies