Paragraaf 3.1 - Ijs, water, waterdamp

 IJs, water, waterdamp
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 IJs, water, waterdamp

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je leert wat ijs, water en waterdamp is.
  • Je leert wat ijskristallen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Regen, sneeuw, mist, hagel, rijp en dauw zien er heel verschillend uit. Regen bestaat uit doorzichtige druppels, sneeuwvlokken zijn wit en donzig, mist is een dichte grijze nevel enzovoort. Toch gaat het bij al deze weersverschijnselen om dezelfde stof: water.

Slide 3 - Tekstslide

Vast, vloeibaar en gasvormig
Water komt in de natuur voor: 
• als vaste stof: ijs; 
• als vloeistof: (vloeibaar) water; 
• als gas: waterdamp. 


Slide 4 - Tekstslide

De lucht die je uitademt, bevat vrij veel waterdamp. Waterdamp kun je niet zien. Dat merk je als je tegen een koude ruit ademt. De waterdamp in je adem koelt af tegen het koude glas en condenseert. Op het glas verschijnen kleine waterdruppeltjes: de ruit beslaat. Die kleine waterdruppeltjes zie je ook als je bij koud weer uitademt. Voor je mond verschijnt dan een nevelwolkje. Of de druppeltjes die je op een deksel komen als je water kookt.

Slide 5 - Tekstslide

Maak de zin kloppend
IJs is de ……………………...…..vorm van water.

Slide 6 - Open vraag

Maak de zin kloppend.
IJs en waterdamp bestaan uit...…………………...

Slide 7 - Open vraag

Soorten neerslag
Bij het woord neerslag denk je waarschijnlijk het eerst aan regen, sneeuw en hagel. Maar er zijn meer soorten neerslag. 
Dauw bestaat uit kleine waterdruppeltjes. ’s Ochtends kunnen grassprieten en bladeren kletsnat zijn door de dauw. 
Rijp bestaat uit enorme aantallen kleine ijskristallen. Rijp kan boomtakken en grassprieten prachtig wit maken. 
IJzel is zeer koude regen die bevriest als hij de bevroren grond raakt. Het ijslaagje dat zo ontstaat, is altijd doorzichtig. Het kan straten en wegen spiegelglad maken.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heet de neerslag die je in de zomer 's ochtends op bomen en planten kunt vinden?
A
ijzel
B
dauw
C
regen
D
rijp

Slide 9 - Quizvraag

vast 
vloeibaar 
hagel
sneeuw
regen
rijp
dauw
ijzel

Slide 10 - Sleepvraag

Kristallen
Sneeuw bestaat uit kristallen: het is een vaste stof. Die kristallen hebben allerlei mooie vormen. In al die verschillende vormen kun je dezelfde zeshoekige structuur herkennen. Deze kristalstructuur is kenmerkend voor sneeuw. Elke vaste stof heeft een eigen kenmerkende kristalstructuur.

Slide 11 - Tekstslide

Sneeuw bestaat uit ijskristallen.
Wat is kenmerkend voor deze ijskristallen?
A
Ze zijn allemaal even groot
B
Ze zijn stervormig
C
Ze hebben zeshoekige structuur
D
Ze hebben een onregelmatige structuur

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de volgende beweringen over sneeuw is waar?
A
alle sneeuwvlokken hebben een verschillende zeshoekige structuur
B
Sneeuw bestaat uit kleine kristallen
C
Een sneeuwvlok is alleen door een vergrootglas te zien

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide