H3.1 - ijs, water, waterdamp
1 / 23
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
DAUW - Hele kleine waterdruppeltjes, zitten vaak sochtends op grassprieten als het erg vochtig is buiten.
Rijp - Bestaat uit kleine ijskristallen, die bomen en planten heel mooi wit kunnen maken.
Ijzel - Zeer koude regen bevriest als het de grond raakt of een bevroren boom. Hierdoor kan het vaak heel glad zijn als het regent en heel koud is.
De 3 toestanden waarin je stoffen kunt tegenkomen zijn vast, vloeibaar en ........
A
waterdamp
B
water
C
gas
D
ijs
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de foto.
In welke fase bevinden de voorwerpen zich?
In welke fase bevinden de voorwerpen zich?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Damp
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de foto.
In welke fase bevinden de stoffen in de flessen zich?
In welke fase bevinden de stoffen in de flessen zich?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Damp
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de begrippen naar de juiste plaats.
Vaste stof: ........................................
Vloeistof: ........................................
gas: ........................................
water
ijs
waterdamp
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Maak de zin kloppend.
IJs en waterdamp bestaan uit ........
IJs en waterdamp bestaan uit ........
A
verschillende stoffen
B
dezelfde stof
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kun je waterdamp zien?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Corrine zegt: "Het wolkje dat je ziet als je uitademt bij koud weer, bestaat uit waterdamp."
Roben zegt: "Het wolkje dat je ziet als je uitademt bij koud weer, bestaat uit waterdruppeltjes."
Roben zegt: "Het wolkje dat je ziet als je uitademt bij koud weer, bestaat uit waterdruppeltjes."
A
Ze hebben geen van beide gelijk
B
Alleen Corrine heeft gelijk
C
Alleen Roben heeft gelijk
D
Ze hebben allebei gelijk
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op de foto is de plaats waar waterdamp is gecondenseerd in nevel aangegeven met de letter A en B. Nevel is een ............. fase van water.
A
vaste
B
Vloeibare
C
dasvormige
D
dampige
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sneeuw bestaat uit ijskristallen.
Wat is kenmerkend voor deze ijskristallen?
Wat is kenmerkend voor deze ijskristallen?
A
Ze zijn allemaal even groot.
B
Ze hebben een zeshoekige structuur.
C
Ze zijn stervormig.
D
Ze hebben een onregelmatige vorm.
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke neerslag hoort bij welke afbeelding?
Rijp
Sneeuw
Regen
Dauw
IJzel
Hagel
Slide 18 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de neerslag naar de juiste fase.
Vloeibare fase:
Vaste fase:
dauw
hagel
regen
rijp
sneeuw
Slide 19 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wies zegt: “Elke vaste stof heeft een eigen kristalstructuur.”
Renske zegt: “Kristallen zijn altijd microscopisch klein.”
Wie heeft er gelijk?
Renske zegt: “Kristallen zijn altijd microscopisch klein.”
Wie heeft er gelijk?
A
alleen Wies
B
alleen Renske
C
Wies en Renske
D
Geen van beiden heeft gelijk.
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke uitspraak over ijzel is waar?
A
IJzel bestaat uit kristallen.
B
IJzel is een vaste stof.
C
IJzel is een vloeistof.
D
IJzel is waterdamp.
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Rijp en dauw zijn twee voorbeelden van neerslag.
In welk antwoord staat de juiste fase voor beide?
In welk antwoord staat de juiste fase voor beide?
A
Rijp en dauw zijn beide vast.
B
Rijp en dauw zijn beide vloeibaar.
C
Rijp is vast en dauw is vloeibaar.
D
Rijp is vloeibaar en dauw is vast.
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
