Spelling hoofdstuk 3

Spelling
Koppelteken en weglatingsstreepje
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling
Koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:

- Ik weet wanneer ik een koppelteken moet gebruiken


Ik weet wanneer ik een weglatingsstreepje moet gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Wat valt je op aan volgende zinnen?
Dinsdagavond en woensdagavond ga ik sporten.

Fietsvakanties, werkvakanties en taalvakanties zijn best populair. 


Slide 3 - Tekstslide

Weglatingsstreepje
Dinsdagavond en woensdagavond ga ik sporten.

Fietsvakanties, werkvakanties en taalvakanties zijn best populair. 

Samengestelde woorden. Soms kun je een deel vervangen door een weglatingsstreepje. 


Slide 4 - Tekstslide

Dan krijg je:

Dinsdag- en woensdagavond ga ik sporten


Fiets-, werk- en taalvakanties zijn best populair

Slide 5 - Tekstslide

Noteer het weglatingsstreepje op de juiste plek:

wielerwedstrijden en hardloopwedstrijden

Slide 6 - Open vraag

Nog eens:
wiellengte of neuslengte

Slide 7 - Open vraag

Kijk eens naar de volgende woorden:

radioomroep

autoongeluk

70jarige

%teken

NoordNederland

haatliefdeverhouding

Slide 8 - Tekstslide

Theorie (koppelteken)
Koppeltekens gebruiken we:
- om leesfouten te vermijden
zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen
- in aardrijkskundige namen met een extra toevoeging
Noord-Brabant, Zuid-Amerika, Midden-Nederland
- bij cijfers, letters en andere tekens
$-teken, vmbo-leerling, 70-jarige, tbs-kliniek

Slide 9 - Tekstslide

Vervolg theorie (koppelteken)
- bij dubbele achternamen
Ernst Jansen-Steur, Hannie Werters- van de Hoek
- bij een functie, rang of titel
assistent-bedrijfsleider, minister-president
- in de combinatie 'niet + een ZN'
niet-roker, niet-alledaags
- tussen gelijkwaardige delen in een samenstelling
woon-werkverkeer, haat-liefdeverhouding, hang-en-sluitwerk

Slide 10 - Tekstslide

Even testen

Slide 11 - Tekstslide

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 12 - Quizvraag

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 13 - Quizvraag

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A: 14 jarigen B: 14-jarigen
A
14 jarigen
B
14-jarigen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?
A
mee-ëten
B
mee-eten
C
meeëten
D
meëeten

Slide 16 - Quizvraag

Typ de zin over en noteer het weglatingsteken:

Op die manier kun je exact bepalen welke deelnemer met een wiellengte of neuslengte voorsprong heeft gewonnen.

Slide 17 - Open vraag

Typ de zin over en noteer het weglatingsteken:

Moderne digitale opnametechnologie en afdruktechnologie maakt dat overbodig.

Slide 18 - Open vraag

Doel: ik weet wanneer ik een weglatingsstreepje moet gebruiken
A
Dit kan ik
B
Dit kan ik (nog) niet

Slide 19 - Quizvraag

Doel: ik weet wanneer ik het koppelteken moet gebruiken
A
Dit kan ik
B
Dit kan ik (nog) niet

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk
  • Maak online alle opdrachten van Spelling hoofdstuk 3.
  • Als je niet in Magister kunt, maak je de opdrachten uit je boek: opdracht 1 t/m 6 op blz. 95. Maak een foto van je gemaakte huiswerk en mail dit naar rguis@ichthuskampen.nl. Je krijgt van mij dan een antwoordenblad toegestuurd. 

Slide 21 - Tekstslide