Herhaling LPD 5 & 6

LPD 5 & 6
Na deze les kun je:
  • De verschillende artikeleverwantschappen noemen
  • De verschillende soorten display herkennen
  • Het doel van een display uitleggen.
  • Weet je wat een schappenplan is.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LPD 5 & 6
Na deze les kun je:
  • De verschillende artikeleverwantschappen noemen
  • De verschillende soorten display herkennen
  • Het doel van een display uitleggen.
  • Weet je wat een schappenplan is.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artikelverwantschap

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom worden artikelen samen gepresteerd?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Artikelverwantschap
Artikelen die wat betreft merk, kleur, maat of stijl bij elkaar horen, kunnen in een winkel ook bij elkaar gepresenteerd worden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artikelverwantschap
  • Consumptie
  • Kleur
  • Koop
  • Leeftijd
  • Maat
  • Merk
  • Prijs
  • Productie
  • Stijl
  • Thema

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Merk
B
Kleur
C
Prijs
D
Productie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Merk
B
Kleur
C
Prijs
D
Productie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het schap staat de appeltaart naast de slagroom. Welk verwantschap gebruikt de winkel?
A
Maatverwantschap
B
Consumptie verwantschap
C
Koopverwantschap
D
Productieverwantschap

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Stijl
B
Kleur
C
Prijs
D
Productie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Prijs
B
Merk
C
Consumptie
D
Stijl

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Kleur
B
Prijs
C
Productie
D
Thema

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je een display gebruiken?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Display
  • Winkelimago benadrukken
  • Artikelen onder aandacht  brengen
  • Klant verleiden
  • Sfeer  

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let jij op displays in de winkel?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de supermarkt koop ik andere dingen dan ik van te voren had bedacht
Ik koop NOOIT andere dingen
Ik koop SOMS andere dingen
Ik koop HEEL VAAK andere dingen

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verleid de winkel jou?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdelijke
Product presentatie 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Display soorten:
1. Massdisplay
2. Classdisplay

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Displayvormen
  • Eiland
  • Kassa
  • Kop- en eind
  • Schap
  • Toonbank
  • Vloer
  • Wand

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Eiland
B
Schap
C
Wand
D
Kop- en eind

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Eiland
B
Schap
C
Wand
D
Kop- en eind

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Eiland
B
Vloer
C
Toonbank
D
Kop- en eind

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Eiland
B
Vloer
C
Toonbank
D
Kop- en eind

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het schappenplan
een schappenplan wordt gemaakt voor de vaste artikelen uit het basisassortiment

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is een schappenplan?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Artikelen presenteren en schappenplan

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Vertellen: Bespreek de slide. De looptijd van een schappenplan is van te voren bekend. Afdeling inkoop (Category management) bepaalt hoe lang een assortiment blijft staan.
POS- materiaal > zie volgende slide
Facing > zie 2 slides verder

Permanent
Product presentatie 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ooghoogte: tussen 120 en 160 cm
Grijphoogte: tussen 80 en 120 cm
Bukhoogte: tussen 0 en 80 cm
Reikhoogte: vanaf 160 cm

Slide 30 - Tekstslide

Producten met een betere kwaliteit worden op ooghoogte gepresenteerd, producten die deze best-producten kunnen vervangen worden daaronder gepresenteerd en de laagst geprijsde en dus waarschijnlijk producten van lagere kwaliteit worden in de bodembak geplaatst. Een andere principe is bijvoorbeeld het links naar rechts-principe. De shopper leest het schap van links naar rechts, net zoals men een boek leest. Zo worden ook vaak schappenplannen opgebouwd. Artikelen met een lagere prijs, inhoud of kwaliteit worden links van de duurdere artikelen met meer inhoud of kwaliteit geplaatst.
Retailers plaatsen ook regelmatig een bepaald merk aan het begin van een straat, de zogenaamde ‘singpost’. Dit draagt zorg voor de vindbaarheid van de categorie bij de shopper. 
Op welke hoogte in het schap plaats je artikelen met een hoge winstmarge?
(wat is een andere naam daarvoor?)
A
Reikhoogte - hoger dan 160 cm
B
Ooghoogte - tussen 12-cm en 160cm
C
Grijphoogte - tussen 80cm en 120cm
D
Bukhoogte - tot 80 cm

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke hoogte in het schap plaats je meestal artikelen die mensen altijd nodig hebben (moetgroep)?
A
Reikhoogte - hoger dan 160 cm
B
Ooghoogte - tussen 12-cm en 160cm
C
Grijphoogte - tussen 80cm en 120cm
D
Bukhoogte - tot 80 cm

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Praktijk 
  • Je opdracht staat in smartschool

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies