4.1 voortstuwen en tegenwerken

H4. Kracht en beweging
4.1 voortstuwen en tegenwerken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H4. Kracht en beweging
4.1 voortstuwen en tegenwerken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Wat is het verschil tussen luchtwrijving en rolwrijving?
  • Hoe wordt de resultante op het voorwerp bepaald?
  • Wat gebeurd er met de beweging van het voorwerp als de resultante kracht bekend is?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 5.1(opgave 7)
Een vliegtuig versnelt in 50s van 0 naar 310km/h en stijgt vervolgens op. Een sportwagen versnelt in 15s van 0 naar 100 km/h. Laat met een berekening zien in welke situatie de (gemiddelde) versnelling het grootst is.

Slide 3 - Tekstslide

Voortstuwende krachten
Zwaartekracht bij een val, helling omlaag....
Motorkracht bij auto, motor, vliegtuig....
Spierkracht bij fietsen, zwemmen, lopen..

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Tegenwerkende krachten
  • Luchtwrijving
  • Rolwrijving

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Resulterende kracht
De Resulterende kracht is de optelsom van alle krachten. Resultante kracht wordt ook wel nettokracht of somkracht genoemd. 

Slide 8 - Tekstslide

Resulterende kracht

Slide 9 - Tekstslide

Resultante
Wat gebeurd er als voortstuwing>tegenwerken?
  • Stilstand = beweging voorwerp
  • Voorwerp in beweging = snelheid neemt toe

Slide 10 - Tekstslide

Resultante
Wat gebeurd er als voortstuwen<tegenwerken?
  • Stilstand=beweging voorwerp achteruit!
  • Voorwerp in beweging=snelheid neemt af

Slide 11 - Tekstslide

Resultante 

Voortstuwen=Tegenwerken
  • 1e wet van Newton =als de resultante kracht Fres = 0 N dan is er geen verandering van snelheid.

  • Voorwerp in beweging = constant 
  • Voorwerp staat stil=blijft stil

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld som
Eline rijdt met constante snelheid over de dijk, tegen de wind in. De voortstuwende kracht (Fv) is voortdurend gelijk aan 50 N. Bereken de wrijvingskracht(Fw)

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld som
Eline zit op de fiets haar voortstuwende kracht (Fv) is 50 N, Eline verlaat de dijk en fietst door de tunnel, haar wrijvingskracht (Fw) daalt naar 20 N. Hoe groot wordt de resulterende kracht(Fres)?

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Wat is het verschil tussen luchtwrijving en rolwrijving?
  • Hoe wordt de resultante op het voorwerp bepaald?
  • Wat gebeurd er met de beweging van de voorwerp als de resultante kracht bekend is

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Lees 4.1
maak:  Wat weet je al over kracht en beweging opdracht 1 tm 5
4.1 opdracht: 1 tm10

Slide 16 - Tekstslide