Les: Micro-organismen: soorten en levensvoorwaarden

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Les: Micro organismen: soorten en levensvoorwaarden

Lesdoelen

Jij:

• Kent de soorten micro-organismen (MO)
• kent de levensvoorwaarden van micro-organismen
• Kan uitleggen welke positieve en schadelijke effecten MO kunnen hebben in producten
• Kent de microbiologische beheersmaatregelen op de werkplek, afdeling en bedrijf

Wat is waar?

1. Een bacterie is een micro-organisme
2. Een gist is een micro-organisme.
3. Een schimmel is een micro-organisme.
4. Een virus is een micro-organisme

De levensvoorwaarden

Wat hebben MO nodig om te kunnen groeien of juist niet:

• Water
• Zuurstof
• Voeding
• Temperatuur 
• Niet te zure omgeving
• Niet (te) veel zout of suiker
• Geen conserveringsmiddelen

Kan je voorbeelden noemen van plekken op je bedrijf/werkplek waar micro-organismen gemakkelijk kunnen groeien?

Kan je voorbeelden noemen op je bedrijf waar micro-organismen, juist niet, gemakkelijk kunnen groeien?

Levensvoorwaarde: Water

Vrij water of gebonden water

• Water in een product bestaat uit vrij en gebonden water
• De wateractiviteit is een maat voor de hoeveelheid "vrij" water in een product
• AW 0 = Geen vrij water
• AW 1 = zuiver water dus 100% water
• AW < 0,6 is groei van MO niet meer mogelijk
• AW 0,6 tot 0,9 = groei van gisten en schimmels (geen MO)
• AW > 0,95 = groei van alle MO, schimmels en gisten

Temperatuur

Noem 3 voedingsmiddelen die houdbaar zijn gemaakt door verhitten

Noem 3 voedingsmiddelen die houdbaar zijn door koelen

Zuurstof

Wat heeft zuurstof nodig en wat niet

• Schimmels kunnen alleen groeien met zuurstof
• bacteriën zijn vaak zuurstof nodig maar sommige ook weer niet
• Gisten met zuurstof

Noem 3 voedingsmiddelen die houdbaar zijn door de zuurstof weg te halen

Niet (te) zuur.

Beste groei van MO is bij PH = 7

• Door verlagen PH zijn producten langer houdbaar

Aanwezigheid suiker, zout of conserveer middelen

• Met suiker en zout kan je water binden dus een lagere AW!!
• conserveermiddelen zijn vaak giftige stoffen. VB:

Wat doe jij allemaal om besmetting dan wel uitgroei van MO te voorkomen op je werkplek of afdeling?

Kennisvragen en praktijkopdrachten

Maak de kennisvragen en praktijkopdracht, van deze les. 

• en daarna inleveren in cum laude 

Praktijkopdracht 2:

Neem een stroomschema van je afdeling. Geef daarin aan:

• Waar kans van groei MO groot is (rood). Met uitleg van waarom
• Waar kan van groei MO klein is (groen) met uitleg van waardoor

Check: Lesdoelen

Jij:

• Kent de soorten micro-organismen (MO)
• kent de levensvoorwaarden van micro-organismen
• Kan uitleggen welke positieve en schadelijke effecten MO kunnen hebben in producten
• Kent de microbiologische beheersmaatregelen op de werkplek, afdeling en bedrijf