7. Vrijheid en Media

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Terugblik

Strafrecht, rechtbank, rechtszaak

Lesdoelen: aan het einde van de les

• Kun je uitleggen wat persvrijheid, censuur en pluriforme pers betekenen
• Ken je het verschil tussen oude en nieuwe media en begrijp je de gevolgen daarvan
  
• Kun je kritisch en bewust omgaan met sociale media

Opdracht 1: Is journalistiek een gevaarlijk beroep?

• Waarom worden journalisten bedreigd, geïntimideerde en vermoord?
• Wie heeft er belang bij om journalisten te hinderen bij hun werk? 
• Wat kan het doel van het hinderen zijn? 
• Waarom kan het juist belangrijk zijn dat zij hun werk doen?

Persvrijheid en censuur

• Persvrijheid is het recht om te onderzoeken wat je wil en daarover te publiceren zonder controle vooraf. 
• Censuur is controle vooraf op wat er in de media wordt gepubliceerd.
  
  Kunnen persvrijheid en censuur samen gaan?

Die persvrijheid heeft grenzen. Je mag niet liegen of mensen beledigen in de media. Maar de overheid controleert dat niet vooraf. Wel kun je achteraf straf krijgen.

Hoe wordt nieuws gemaakt?

1. Selecteren

2. Produceren

3. Verspreiden

Begrip pluriforme pers

Pluriforme pers is een media-aanbod met verschillende invalshoeken.

Noem voorbeelden van censuur.

Censuur

Censuur is controle vooraf op wat er in de media gepubliceerd wordt.

Welke impact heeft social media op de samenleving?

Emotionele reacties op social media

Hoe gaan we daar als samenleving mee on?

Opdracht 2: Oude en nieuwe media

• Noteer de verschillen tussen oude en nieuwe media.
• Wat zijn volgens jou de voordelen van nieuwe media?
• Wat zijn de nadelen van nieuwe media?
• Beschrijf de rol van politiek in de nieuwe media. Wat valt je hierin op?
• In hoeverre kan nieuwe media van invloed zijn op de maatschappij?
• Sta je zelf weleens stil bij de mogelijke gevolgen van jouw online gedrag? En vind je dat   bepaalde uitingen strafbaar moeten zijn?

Opdracht 3: Belangen over persvrijheid

1. Wanneer is er sprake van persvrijheid? 

2. Wat is het belang van de journalisten?

3. Wat is het belang van de kiezers?

4. Wat is het belang van politieke partijen?

5. Wat is het belang van de democratie?

6. Wanneer is er geen sprake van persvrijheid? Geef minimaal 2 voorbeelden.

Evaluatie/Reflectie

• Kun je uitleggen wat persvrijheid, censuur en pluriforme pers betekenen
• Ken je het verschil tussen oude en nieuwe media en begrijp je de gevolgen daarvan
• Kun je kritisch en bewust omgaan met sociale media