Woordkunst Les 3: Protestgedicht

PROTESTGEDICHT
Waar ben jij het niet mee eens?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolMBOVoortgezet speciaal onderwijsPraktijkonderwijsvmbo, mavo, havo, vwoLeerroute HLeerroute M

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PROTESTGEDICHT
Waar ben jij het niet mee eens?

Slide 1 - Tekstslide

De les kan worden gebruikt ter voorbereiding op een woordkunst workshop van Kleinkunstig. Met als leerdoelen:
  • Kennismaken met het protestgedicht.
  • Leerlingen kunnen hun eigen mening gebruiken als inspiratie voor een gedicht.
  • Leerlingen kunnen associëren op eigen woorden.
  • Gebruik leren maken van eindrijm om een gedicht ritme te geven.
WAT GAAN WE DOEN
  • Voorbeeld Protestgedicht
  • Woordenstorm
  • Taal als tool
  • Eindrijm
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Schrijvers gebruiken hun verhalen en gedichten vaak om iets aan de kaak te stellen. Dit kunnen problemen zijn die de hele maatschappij aangaan zoals oorlog of armoede. Maar het kunnen ook meer persoonlijke problemen zijn zoals een ruzie of huiswerk. Taal is een tool, bijvoorbeeld om het verhaal van de schrijver te delen met anderen.
WAT HEB JE NODIG
  • Papier en pennen
  • Toegang tot internet

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drab van Dick Schlüter 2021 - Stadsdichter Enschede

Via pompen en buizen naar de poriën
Miljoenen liters chemische fecaliën

Onder Het Everlo en een Twents landschap
Worden oude lagen gevuld met drab

Doodstil, een ondergrond schreeuwt niet
Het is een versmeren van diepliggend gebied

Lees de rest van het gedicht hier: https://www.klimaatdichters.org/protestgedichten



PROTESTGEDICHT

Slide 4 - Tekstslide

Lees klassikaal het voorbeeld protestgedicht. Vraag aan de leerlingen of ze hier duidelijk uit opmaken wat de schrijver met dit gedicht wil zeggen? Over welk thema gaat het?
Introduceer de les: De leerlingen gaan in deze les zelf een protestgedicht schrijven. 
AAN DE SLAG
  1. Pak pen en papier.
     
  2. Waar ben jij het niet mee eens? 
     
  3. Start de timer en schrijf alles op waar je aan denkt. Probeer de volle 3 minuten te schrijven zonder te stoppen. Lees de woorden ook pas terug nadat de timer gaat.
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Vraag de leerlingen pen en papier paraat te houden. Ze beantwoorden in 3 minuten de vraag: Waar ben jij het niet mee eens? Dit mag alles zijn, zowel grote als kleine dingen. De woorden en zinnen hoeven niet met elkaar te maken te hebben of hoeven niet in een logische volgorde te staan. 

AAN DE SLAG
  1. Lees je woordenstorm van de vorige opdracht terug.
     
  2. Kies nu 1 woord uit, een woord dat je raakt of opvalt.
       
  3. Start de timer en bedenk 2 zinnen waar het gekozen woord minimaal 1x in voorkomt. Deze zinnen moeten logisch bij elkaar passen en vormen het begin van jouw protestgedicht.
timer
6:00

Slide 6 - Tekstslide

Help de leerlingen bij de keuze door bijvoorbeeld te vragen welk woord hen raakt of opvalt. Krijg je ergens meteen gedachten bij of maakt iets je echt boos? Voor als leerlingen het vragen; een combinatie van woorden of een stuk zin mag natuurlijk ook.
Bekijk het volgende filmpje tot 2:23 minuten
TAAL ALS TOOL

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AAN DE SLAG
  1. Pak een nieuw vel papier.

  2. Schrijf de zinnen van de vorige opdracht op, als begin van je protestgedicht. 
     
  3. Schrijf het protestgedicht af en maak hem minimaal 8 zinnen lang. Gebruik eventueel de woorden uit je woordenstorm.
timer
10:00
Je kunt bijvoorbeeld jouw mening opschrijven, voorbeelden noemen of uitleggen waar je het niet mee eens bent. 

Slide 8 - Tekstslide

De leerlingen hoeven nog niet na te denken over ritme of rijmen. 
AAN DE SLAG
  1.  Voeg nu eindrijm toe aan je protestgedicht. 
     
  2.  Je hoeft geen strak rijmschema te gebruiken, ook hoeven niet alle zinnen te rijmen. Af en toe een rijmwoord maakt al een gedicht!
     
  3. Lastig om een eindrijm te maken? Gebruik dan een online rijmwoordenboek.
timer
10:00
Eindrijm?
ergens in een donker bos
zat een hongerige vos 
kwijnend met zijn holle gezicht
kreeg hij een raaf in zicht

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer de leerlingen niet bekend zijn met rijm, benoem dan kort wat rijm is: rijm is wanneer in opeenvolgende zinnen er woorden zijn waarbij het laatste deel van het woord hetzelfde is. 
Benoem de volgende 4 verschillende rijmschema’s, of schrijf ze als geheugensteuntje op het digibord: gepaard rijm, gekruist rijm, omarmende rijm en gebroken rijm.
PROTESTGEDICHT
Draag de gedichten voor aan elkaar!

Slide 10 - Tekstslide

Sluit klassikaal af door een aantal leerlingen te vragen hun protestgedicht voor te lezen. Zouden ze dit willen delen met anderen? En wat is een platform waar je dit zou kunnen delen? Benoem nog even wanneer Kleinkunstig naar school komt en welke workshops de leerlingen kunnen volgen.