P2-les4-Machtsverdeling en conflictmodel

Machtsverdeling en conflictmodel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Machtsverdeling en conflictmodel

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat is het verschil tussen macht op microniveau, 
mesoniveau en macroniveau?



Waar gaan de 4 soorten machtsbronnen over?
> economisch, cognitief, affectief en politiek.

Slide 2 - Tekstslide

KERNCONCEPT Macht (2)

Het (1) om hulpbronnen in te zetten om bepaalde (2) te bereiken en de (3) van anderen te beperken of te vergroten.


Slide 3 - Open vraag

KERNCONCEPT Sociale ongelijkheid (3)

Een situatie waarin (1) in al dan niet (2), consequenties hebben voor hun (3) en leiden tot een (4).

Slide 4 - Open vraag

Politieke machtsbron
Economische machtsbron
Affectieve machtsbron
Cognitieve machtsbron
Waardevolle kennis.
Middelen tot wettelijk uitoefenen van dwang.
Vermogen om andere emotioneel te binden.
Schaarse goederen.

Slide 5 - Sleepvraag

Wat willen we vandaag bereiken?
- Je kent het verschil tussen de machtselitetheorie en de theorie van het pluralisme.
- Je weet wat het conflictmodel en het harmoniemodel inhoudt.
- Je snapt wat het verschil tussen macht en gezag.

Slide 6 - Tekstslide

KERNCONCEPT Gezag (1)

(1) die als (2) beschouwd wordt.

Slide 7 - Open vraag

KERNCONCEPT Conflict (1)
Een situatie waarin                     , groepen en/of staten elkaar                           om de eigen               te                 .
individuen
tegenwerken
bereiken
doelen

Slide 8 - Sleepvraag

KERNCONCEPT Samenwerking (1)
Het proces waarin                     , groepen en/of staten                      vormen om hun                    op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk         .
individuen
relaties
doel
handelen

Slide 9 - Sleepvraag

Theorieen over machtsverdeling

Theorie van het pluralisme: de samenleving bestaat uit veel verschillende groepen die allemaal verschillende belangen vertegenwoordigen. Daarmee wordt verzekerd dat er in de samenleving een goede verdeling van macht is. Iedereen kan in principe invloed hebben op de politieke besluitvorming.


Machtselitetheorie: er is een machtselite, die de belangrijke machtsposities inneemt in de maatschappij. De macht is niet verdeeld over alle groepen van de samenleving, maar vooral in handen van grote organisaties, waartegen de macht van regering en parlement nauwelijks opgewassen is.


Slide 10 - Tekstslide

Welke theorie past meer bij hoe Nederland bestuurd wordt, de machtselitetheorie of de theorie van het pluralisme? LEG JE ANTWOORD UIT.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het verschil tussen macht en gezag?

Gezag is "macht die als legitiem beschouwd wordt". 


Het hebben van gezag betekent dat iemand of een groep of instelling door anderen gerespecteerd wordt en dat mensen vrijwillig de beslissingen van hen accepteren. Men krijgt respect en daardoor kan men bij een ander veel gedaan krijgen. Gezaghebbende mensen of instanties hebben dus macht die niet gebaseerd is op dwang.

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk zelf een ander voorbeeld waarin het verschil tussen macht en gezag duidelijk wordt.

Slide 13 - Open vraag

Strategieën voor het omgaan met conflicten 

In het harmoniemodel (in Nederland ook wel poldermodel genoemd), ligt de nadruk op de overlegcultuur en staat het bereiken van consensus centraal bij allerlei politieke en economische problemen in vele beleidssectoren. Er is sprake van consensus als men een breed gedragen overeenstemming bereikt heeft.


In het conflictmodel werpen (actie)groepen en organisaties de eigen doelen en belangen in de strijd en trachten zij door het inzetten van verschillende strijdmiddelen, waaronder het beïnvloeden van de politiek en de bevolking via de media, anderen te overtuigen van hun gelijk. Mocht dit ook bijvoorbeeld na bemiddeling niet lukken en komen zij niet tot een compromis, dan kunnen zij in principe hun toevlucht nemen tot zwaardere middelen om de strijd op te lossen (stakingen, burgerlijke ongehoorzaamheid etc.).

Slide 14 - Tekstslide

1

Slide 15 - Video

00:00
1. Is er bij het vuurwerkverbod meer sprake van machtselitetheorie of theorie van het pluralisme?
2. Is er bij het vuurwerkverbod meer sprake van harmoniemodel of conflictmodel?
3. Is er bij het vuurwerkverbod meer sprake van macht of van gezag?

Slide 16 - Open vraag