3.5 veilig vrijen

3.5 veilig vrijen
Leerstof 1: Anticonceptie 
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.5 veilig vrijen
Leerstof 1: Anticonceptie 

Slide 1 - Tekstslide

na de eerste 12 weken noemen we de bevruchte eicel een?
A
Embryo
B
Foetus

Slide 2 - Quizvraag

De functie van het vruchtwater is?

Slide 3 - Open vraag

Wat gebeurt er met de borsten van de vrouw tijdens de zwangerschap?

Slide 4 - Open vraag

Om te foetus te zien voor de geboorten gebruiken de artsen het volgende onderzoek
A
Echoscopie
B
NIPT

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen/ weten jullie:
- Je kunt de werking en betrouwbaarheid van verschillende anticonceptiemiddelen omschrijven 
- Je kunt uitleggen wat de mogelijkheden zijn bij een ongewenste zwangerschap
- Je benoemt verschillende soa’s en legt uit hoe je die kunt voorkomen
  

Slide 6 - Tekstslide

Anticonceptie 
Middelen om zwangerschappen te voorkomen

Sommige anticonceptiemiddelen beschermen ook tegen SOA's

Slide 7 - Tekstslide

Periodieke onthouding

Geen seks tijdens de vruchtbare periode 

Onbetrouwbaar: Het lichaam werkt niet altijd regelmatig, dus de vruchtbare periode kan ook op andere dagen zijn.
Voordeel: gratis
Nadeel: 50% wordt zwanger

Slide 8 - Tekstslide

Coïtus interuptus

"voor het zingen de kerk uit. "

De man komt niet in de vrouw klaar. 
Onbetrouwbaar: in voorvocht zit ook al sperma.
Voordeel: Gratis
Nadeel: vervelend en 27% wordt zwanger

Slide 9 - Tekstslide

Condoom

  • Beschermt als enige tegen een soa én zwangerschap.
  • Het sperma wordt opgevangen in het topje van de condoom.
  • Te koop in supermarkt, drogist en internet
Voordeel: Makkelijk en snel. 
                   Werkt tegen soa's 
Nadeel: kan scheuren. Tussen de 2-5% wordt zwanger

Slide 10 - Tekstslide

Vrouwencondoom
Voordeel: Werkt ook tegen SOA's

Breng je in ín de vagina voordat je seks hebt

Slide 11 - Tekstslide

De pil
  1. Zit vol met hormonen.
  2. Zorgt ervoor dat er geen eisprong plaatsvindt.
  3. Het baarmoederslijmvlies wordt niet dikker, dus het eitje kan niet innestelen.
  4. De menstruatie kan beïnvloed worden (doorslikken bijv.)
Betrouwbaar: Bij juist gebruik!
Nadeel: De hormonen kunnen een negatief effect op je lichaam hebben!
Voordeel: Makkelijk in gebruik. <1% wordt zwanger

Slide 12 - Tekstslide

De prikpil
Injectie met hormonen

Eens in de drie maanden

Gezet door de huisarts 

Na gebruik langere tijd niet vruchtbaar (1/2 tot 1 jaar)

Slide 13 - Tekstslide

Anticonceptie staafje/pleister
De pleister plak je op je huid, deze geeft hormonen af die de eisprong tegen houdt. 
 Deze werkt een week 

Het staafje zit onder de huid, deze geeft hormonen af die de eisprong tegen houdt. 
Deze werkt 3 jaar. 
Hij moet door de huisarts geplaatst worden

Slide 14 - Tekstslide

NuvaRing
Buigzame ring
Breng je in de vagina in
Geeft hormonen af

Werking duurt 3 weken dan een stopweek

Slide 15 - Tekstslide

Het spiraaltje
  1. Wordt door de huisarts in de baarmoeder gebracht. 
  2. Bevat hormonen of koper waardoor er geen eisprong plaatsvindt en/of geen baarmoederslijmvlies opbouwt
Nadeel: Kan pijnlijk zijn bij het inbrengen door de arts. Je kan niet je menstruatie beïnvloeden.
Voordeel: 1 keer in de 5 jaar vervangen, minder last van hormonen en <0,01% wordt  zwanger

Slide 16 - Tekstslide

Koperspiraal en hormoonspiraal
(worden door een arts in de baarmoeder geplaatst. kunnen 5 jaar blijven zitten)

Slide 17 - Tekstslide

Pessarium
Zaaddodende pasta
Breng je 2 uur voor het vrijen in

Na het vrijen moet hij 6 uur blijven zitten

Slide 18 - Tekstslide

Sterilisatie
Gebeurt in het ziekenhuis door een operatie. 
De eileiders van de vrouw worden doorgesneden of afgebonden bij een vrouw. Hierdoor komen er geen zaadcellen meer bij de eicel.

De zaadleiders van de man worden doorgesneden of afgeboden. Hierdoor komen er geen zaadcellen bij het sperma.

Dit is niet meer terug te draaien

Slide 19 - Tekstslide

Abortus pil
Innemen binnen 7 weken van de zwangerschap.

Is niet altijd mogelijk in verband met medische redenen (de gezondheid van de vrouw)

Slide 20 - Tekstslide

Zuigcurretage
  • Klein stofzuigertje om het embryo weg te halen. (binnen 13 weken)
  • Kan ook uitgevoerd worden als er een stille miskraam is.
*Miskraam: kindje wordt afgestoten omdat het niet ontwikkelt 
*stille miskraam: Het hartje is gestopt maar het lichaam stoot het niet af 

Slide 21 - Tekstslide

 Morning after pil:
Bevat sterke hormonen om de zwangerschap af te breken
Beste om binnen 24h in te nemen
Liefst tot 72h

72 uur = 2% kans om zwanger te worden
Verkrijgbaar bij de drogisten (etos enzo) en apotheek

Werkt alleen als de eisprong als plaats heeft gevonden
Voordeel: In nood te gebruiken

Slide 22 - Tekstslide

Wat bedoelen we met coïtus interruptus?
A
Tijdens de ovulatie geen seks hebben
B
Seks zonder anticonceptie
C
Terugtrekken voor zaadlozing
D
Voor het zingen de kerk uit

Slide 23 - Quizvraag

Welk anticonceptiemiddel gaat tot 5 jaar mee?
A
Spiraaltje
B
Nuvaring
C
De pil
D
Sterilisatie

Slide 24 - Quizvraag

Welk anticonceptiemiddel moet je eens per 3 maand doen?
A
De pil
B
Prikpil
C
Sterilisatie
D
Nuvaring

Slide 25 - Quizvraag

Is coïtus interruptus een veilige van anticonceptie?
A
veilig
B
niet veilig

Slide 26 - Quizvraag

Is een spiraaltje een veilige methode van anticonceptie?
A
veilig
B
niet veilig

Slide 27 - Quizvraag

Is een condoom een veilige methode van anticonceptie?

A
veilig
B
niet veilig

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de naam van dit voorbehoedsmiddel?
A
De pil
B
Anticonceptiestaafje
C
Spiraaltje

Slide 29 - Quizvraag

De eerste keer geslachtsgemeenschap hoef je geen condoom of anticonceptie te gebruiken. Er kan niets gebeuren.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Welk anticonceptiemiddel beschermt je tegen een SOA?
A
de pil
B
het spiraal
C
de prikpil
D
het condoom

Slide 31 - Quizvraag

Nadat je bent gestopt met de anticonceptiepil kun je maandenlang niet zwanger worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een doorsnede van het voortplantingsorgaan van de vrouw. Welke letter in de afbeelding geeft de plaats aan waar de anticonceptiering zich bevindt als die op de juiste manier is ingebracht?
A
Q
B
R
C
S

Slide 33 - Quizvraag

SOA's
Seksueel 
overdraagbare 
aandoening

Ziekten die je krijgt door onveilige seks

Slide 34 - Tekstslide

Oorzaken
Soa's zijn:
- schimmels
- Virussen 
- Bacteriën

Slide 35 - Tekstslide

HIV
Veroorzaakt door een Virus 

Op zich niet heel schadelijk, onbehandeld wordt HIV aids. 

Dit is een immuunziekte waar veel mensen aan doodgaan

HIV raak je niet meer kwijt. De klachten en besmettelijkheid zijn te onderdrukken met medicatie 

Slide 36 - Tekstslide

HPV
Afkomstig van een virus 

één van de meest besmettelijke Soa's (90% van de mensen komt hiermee in aanraking)

Het virus zelf is niet heel schadelijk. 

Onbehandeld kan het virus ziekten als baarmoederhals kanker, schaamlipkanker, prostaatkanker, keelkanker of peniskanker van krijgen. (rond 12 jaar wordt je gevaccineerd)

Slide 37 - Tekstslide

Chlamydia 
voor voorkomende soa 

veroorzaakt door een bacterie 

klachten zijn:
Stinkende afscheiding 
branderig gevoel met plassen 

Onbehandeld kan deze bacterie een mens onvruchtbaar maken

Slide 38 - Tekstslide

Gonorroe 
veroorzaakt door een bacterie 

veroorzaakt geel/groene uitscheiding uit het geslachtdeel 

(noemen we ook wel een druiper)

onbehandeld kan je onvruchtbaar worden 

Bij vrouwen moeilijker te herkennen

Slide 39 - Tekstslide

Genitale wratten
Veroorzaakt door een virus  

wratten rond de penis, vagina of anus

Gaat vaak vanzelf over 

geeft geen pijnklachten

heel besmettelijk  


Slide 40 - Tekstslide

Genitale herpes
veroorzaakt door een bacterie 

veroorzaakt blaasjes rondom het geslachtdeel 

Herpes kan je ook krijgen op plekken als:
- Lip (koortslip)
- Neus
- Oog

Slide 41 - Tekstslide

Candida 
schimmelinfectie 

Komt veel voor 

Huid wordt wit/rood en gaat jeuken 

Met een crème te behandelen

niet besmettelijk  

Slide 42 - Tekstslide

Wat als ik een soa heb?!
Laat je testen. Dit kan bij de:
- Huisarts (de huisarts is verplicht dit tot je 16e bij je ouders te melden)
- Bij de GGD (volledig anoniem)

laat je (vroegere)bedpartners altijd weten dat je een soa hebt. 

Maak je behandeling altijd af!! Ook zonder klachten kunnen de micro-organismen nog in je lichaam zitten

Slide 43 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen/ weten jullie:
- Je kunt de werking en betrouwbaarheid van verschillende anticonceptiemiddelen omschrijven 
- Je kunt uitleggen wat de mogelijkheden zijn bij een ongewenste zwangerschap
- Je benoemt verschillende soa’s en legt uit hoe je die kunt voorkomen
  

Slide 44 - Tekstslide

Een soa gaat vanzelf over.
A
waar
B
niet waar

Slide 45 - Quizvraag

Als je een soa hebt, merk je dat altijd.
A
waar
B
niet waar

Slide 46 - Quizvraag

Wat zijn soa's?
A
een erfelijke ziekte
B
een infectie die je kunt oplopen tijdens het vrijen,

Slide 47 - Quizvraag

Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare aandoening
B
Seksueel onveilige aandoening
C
Seks onveilige afspraak
D
Seksueel onverdraagbaar afspraakje

Slide 48 - Quizvraag

Wat is een SOA.
A
HIV
B
Herpes
C
Alle antwoorden zijn goed
D
Chlamydia

Slide 49 - Quizvraag

Je kan een soa hebben zonder het te merken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 50 - Quizvraag


Geschikt om een soa te voorkomen
A
de pil
B
het condoom
C
het spiraaltje
D
de morning-after pil

Slide 51 - Quizvraag

Slide 52 - Link