H3 - 2.3

2.3 Gevaren van straling 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2.3 Gevaren van straling 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Gevaren van straling 
Lesdoelen van vandaag:
- Je leert welke schadelijke gevolgen straling kan hebben.
- Wat is het doordringend vermogen van verschillende straling
- Wat is het verschil tussen besmetting en bestraling
- Welke veiligheidsmaatregelingen kunnen we treffen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is straling dan helemaal niet gevaarlijk?
Jazeker wel! De dosis van de straling van je huishoudelijke apparaten vallen binnen een bepaald gebied dat mag. 
Maar radioactieve straling is helaas wel erg schadelijk voor je.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaarlijkse stralingsdosis
  • Nederlanders ontvangen 2,5 mSv per jaar

  • Rokers een extra
    0,25 - 80 mSv per jaar

  • Arbo wet maximaal
    20 mSv/jaar

Slide 6 - Tekstslide

Het tabel doornemen
Straling van gebeurtenissen
Hiroshima/Nagasaki
0,87 mSv/jaar (extra achtergrond stra.)
Tsjernobyl
0,2 - 336      Sv/h
Fukushima
20 mSv/jaar (op 20km afstand)
μ

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Gevaren van straling 
soort straling
massa
snelheid
afmeting
lading
α - straling
 10-6 kg (klein atoom)
106 m/s
veel kleiner dan atoom
positief
β - straling
10-9 kg
1-106 m/s
duizend keer zo klein als α -deeltjes
negatief
γ - straling
    (fotonen)
geen massa, alleen energie
3x108 m/s
lijkt op licht
geen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke straling behoort tot het elektromagnetische spectrum
A
alleen γ-straling
B
alleen β-straling
C
α-, β- en γ-straling
D
α- en β-straling

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Gevaren van straling 
Doordringend vermogen = Dit is een maat voor hoe
 gemakkelijk straling ergens doorheen kan gaan

Indringdiepte R = afstand waarover het stralings-
deeltje al zijn energie heeft afgegeven aan het materiaal 
- soort straling
- energie van stralingsdeeltje 
- dichtheid van het materiaal

Halveringsdikte


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Gevaren van straling 
Radioactieve bron: het voorwerp waarin zich radioactieve stof bevindt

Besmetting: als je besmet bent , heb je zelf radioactieve stof op je huid 
gekregen of ingeademd of geslikt. Je bent dan zelf een bron van straling.

Bestraling: als je bestraalt bent, heb je stralingsenergie ontvangen maar je 
hebt zelf geen radioactieve stof binnen gekregen en je bent dus geen
radioactieve bron geworden .

Aleksandr Litvinenko

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doordringen vermogen van
γ-straling is groter dan dat van
β-straling
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groter de dichtheid van een materiaal, hoe groter de indringdiepte
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik ben bestraald met α-, β- of γ-straling, ben ik een stralingsbron geworden
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Gevaren van straling 
Bescherming:
- blootstellingstijd beperken
- afstand vergroten
- bron afschermen

 De hoeveelheid stralingsenergie die één kilogram weefsel van je lichaam opneemt noemen we stralingsdosis, deze dosis kunnen we meten met een dosismeter. De maximale hoeveelheid die je binnen mag krijgen, noemen we de dosislimiet. 

Stralingslimiet : voor volwassenen is 1 mSv per jaar
                                      voor beroepsoefenaars 20 mSv per jaar

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

met een dosismeter meet je de dosislimiet
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan van onderstaande factoren als ze invloed hebben op de schadelijkheid van de straling.
Wel van invloed

Niet van invloed
Tijd van bestralen
Tijd van de dag 
Jaargetijde
Soort straling 
Afstand tot de stralingsbron
Grootte van het bestraalde object

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meten van straling
Dosismeter (badge) en een GM-teller

Slide 18 - Tekstslide

DEMO
Aan de slag
Opgave 27 en 30 t/m 33 van §2.3 maken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies