H1C - Nederlands - Fictie (Les 3)

Over fictie: verhalen nader bekeken
H1C - Nederlands, Les 3 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Over fictie: verhalen nader bekeken
H1C - Nederlands, Les 3 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les leer je...
-Wat het verschil is tussen hoofdpersonen en bijfiguren
-Hoe je personages leert kennen in een verhaal

Slide 2 - Tekstslide

Les 3


Fictie:
- Plot
- Personages
- Perspectief
- Setting en sfeer

Slide 3 - Tekstslide

Wie is jouw favoriete personage
uit boek, serie of film?

Slide 4 - Woordweb

Personages
De mensen die een rol spelen in een verhaal noem je de personages.
De hoofdpersonen zijn het belangrijkst. Het verhaal draait om wat zij meemaken en je komt veel van ze te weten. Ook hun gevoelens en karakter. 
De hoofdpersoon maakt vaak een ontwikkeling of verandering door

 

Slide 5 - Tekstslide

Personages - bijfiguren
De bijfiguren spelen niet zo’n grote rol in het verhaal. Van de bijfiguren kom je veel minder te weten.  Meestal bezitten ze maar één opvallende karaktertrek en ze reageren vaak op dezelfde, voorspelbare manier. 
Ze veranderen niet in de loop van het verhaal.

Slide 6 - Tekstslide

Stel, er wordt een boek geschreven over jouw leven. Hoe zou je jouw personage omschrijven in vier woorden?

Slide 7 - Open vraag

Voorbeeld
The Lion King 
Hoofdpersonen en bijfiguren? 

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdpersonen uit
de Lion King?

Slide 9 - Woordweb

Bijfiguren uit
de Lion King?

Slide 10 - Woordweb

Hoe kun je personages in het boek leren kennen?

Slide 11 - Open vraag

Personages leren kennen
Personages kun je op verschillende manieren leren kennen:
• door wat zij denken en voelen;
• door wat zij doen en zeggen;
• door wat anderen over hen zeggen of denken;
• door wat de schrijver over hen vertelt.

Slide 12 - Tekstslide

Fictiefragment
'Fuck'. Jims gezicht wordt van onder verlicht door zijn telefoon. 'Mijn telefoon ligt eruit en ik heb zelfs geen bereik meer. Midden in New-York, dat geloof je toch niet?' 'Serieus?' Vraagt Abby. 'Ik heb nog nooit van mijn leven geen bereik gehad!' Emilia blijft staan in het midden van de kamer. Ze kan het donker voelen. Vanaf alle kanten duwt het zachtjes tegen haar vel, ze ademt het in. 'Dit kan toch niet lang duren?' Vraagt Emila met een rare, onzekere stem. 'Precies,' zegt Jim. 'Dit is New York'. 'Wat bedoel je daarmee?' vraagt Emila dan. Want ook zijn stem klonk raar. 
(Naar: Anna Woltz, Honderd uur nacht)

Slide 13 - Tekstslide

Wie is in vorig fragment de hoofdpersoon?
Jim
Emilia
Abby

Slide 14 - Poll

Welke verschillen tussen hoofdpersonen en bijfiguren ken je?

Slide 15 - Woordweb

Welke uitspraak over hoofdpersonen klopt? Je weet over de hoofdpersoon...
A
Alles, behalve de gedachten
B
Niets
C
Veel, informatie maar ook gevoelens en gedachten

Slide 16 - Quizvraag

Welke personages maken vaak een verandering door in een verhaal?
A
Alle personages
B
Hoofdpersonen
C
Bijfiguren
D
Ligt aan het boek

Slide 17 - Quizvraag

Noem twee manieren om personages te leren kennen

Slide 18 - Woordweb