TaalCompleet A2 1.5

• Taal
• ISK

TaalCompleet A2 1.5

De huur

Het geld wat je betaalt voor je huis.

"De huur van mijn huis is heel hoog''

licht

licht - donker

De zon en een lamp geven licht.

''Mijn huis is heel erg licht''

(ook als iets niet zwaar is)

de meter

Afstand

100 centimeter

''De supermarkt is 50 meter verderop''

modern

Heel erg nieuw.

''Het is een modern huis''

ruim

Erg groot.

Heel veel ruimte.

ruim - krap

''Het klaslokaal is erg ruim''

verhuizen

Op een andere plek gaan wonen.

werkwoord

Ik verhuis

Jij verhuist 

Wij verhuizen

''Wij zijn pas verhuist.''

Werkwoord

vierkant

vorm met vier gelijke zijden.

Elke kant is precies even lang.

gefeliciteerd

blij

delen

fantastisch

geluk hebben

hoe ziet ...... eruit

de wijk