Quiz VWO 2 H7 Krachten

Quiz H7 Krachten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Quiz H7 Krachten

Slide 1 - Tekstslide

De eenheid van kracht is... (je noteert de kracht in...)
A
N
B
m/s
C
kg
D
m/s²

Slide 2 - Quizvraag

Kan je krachten zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Fs
Fz
Fn
Fv
Fsp
Kracht van een mens of dier
Duw - of trekkracht van een veer
Aantrekkingskracht van de aarde
Kracht van een ondersteunend oppervlak

Kracht in een touw of kabel 

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe groot is de kracht die
de krachtmeter aangeeft?
A
0,3 N
B
0,5 N
C
0,7 N
D
1,2 N

Slide 5 - Quizvraag

grootheden
eenheden
afstand
massa
kracht
temperatuur
meter
newton
seconde
uur

Slide 6 - Sleepvraag

Wat voor kracht wordt hier NIET
gebruikt?
A
Zwaartekracht
B
Spankracht
C
Spierkracht
D
Elektrische kracht

Slide 7 - Quizvraag

1
2
3
Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.
Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.
1: grootste kracht.
2: grootste kracht.
3: grootste kracht.

Slide 8 - Sleepvraag

Kracht is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 9 - Quizvraag

Je oefent een kracht uit op een koevoet.

Hoe wordt deze kracht genoemd?
A
Werkkracht
B
Resulterende kracht
C
Drukkracht
D
Spierkracht

Slide 10 - Quizvraag

Een kracht heeft
A
een vector, grootte en richting
B
een vector, aangrijpingspunt en richting
C
een grootte, richting en aangrijpijngspunt
D
een pijl, richting en grootte

Slide 11 - Quizvraag

Wat doet een kracht niet?
A
De snelheid van iets veranderen
B
De richting van iets veranderen
C
De vorm van iets veranderen
D
Het gewicht van iets veranderen

Slide 12 - Quizvraag

Het aangrijpingspunt van de pijl geeft de ........ 
aan waar de kracht wordt uitgeoefend.
De richting van de pijl geeft de ...........
aan waarin de kracht werkt.


De lengte van de pijl geeft aan hoe .......
de kracht is.
plaats
richting
groot

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is geen kenmerk van een kracht
A
je kan een voorwerp van richting veranderen
B
Je kan krachten zien
C
Je kan een voorwerp vervormen
D
Je kan een voorwerp van snelheid veranderen

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?
A
Magnetische kracht
B
Elektrische kracht
C
Zwaartekracht
D
Kleefkracht

Slide 15 - Quizvraag

Bij voortstuwende en tegenwerkende krachten noem je de som van alle tegenwerkende krachten de resulterende kracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resulterende kracht als de krachten in tegengestelde richting werken?
A
150 N
B
650 N
C
-150 N
D
-650 N

Slide 17 - Quizvraag

kracht
symbool voor kracht, denk aan het Engelse woord voor kracht! 
Eenheid voor kracht en de achternaam van een beroemd persoon!
Symbool voor de eenheid van kracht, ook de eerste letter van een beroemde wetenschapper die naar vallende appels onder een boom zat te kijken!

grootheid
F
Newton
N

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is de resulterende kracht?
(netto kracht)
A
290 N links
B
290 N rechts
C
50 N rechts
D
50 N links

Slide 19 - Quizvraag

Welke formule hoort waar?
Krachten
Bewegen
Fz = m x g

C = F : u
a = Δv : Δt
s = v x t

Slide 20 - Sleepvraag

De resulterende kracht vindt je door alle krachten op te tellen.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de netto kracht?
A
100 N
B
60 N
C
40 N
D
0 N

Slide 22 - Quizvraag

Tijdens een survivalweekend moeten de deelnemers een snelstromende rivier oversteken. Dat doen ze met behulp van een stevig touw. Het touw in de tekening oefent een kracht uit op de boom.

In welke tekening is de pijl die deze kracht aangeeft juist getekend?
deze

Slide 23 - Sleepvraag

Als Max Verstappen in zijn raceauto rijdt, werken er verschillende krachten. Sleep de juiste krachten naar de doelen.
De motor levert: 
Het gewicht van de auto wordt veroorzaakt door de:
Twee soorten wrijvingskrachten zijn:
zwaartekracht
aandrijfkracht
rolwrijving
luchtwrijving

Slide 24 - Sleepvraag